Corresponding author: Pieter van der Hoeven (
Academic editor: Chris Knoops
De gewenste verduurzaming van de economie vraagt om het realiseren van telkens nieuwe innovaties. Uit praktijkcasussen blijkt dat met name duurzame innovaties op het gebied van technologie, bedrijfsmiddelen of mensen, nadrukkelijk vragen om complexere bedrijfseconomische afwegingen. Deze afwegingen vinden echter plaats binnen het klassieke raamwerk van kosten en baten. Maatschappij en ondernemers zijn dan ook geholpen met concrete handvatten. In deze zoektocht naar zulke handvatten in de praktijk komen vijf factoren naar voren die het succes van investeringen in duurzame innovaties bepalen, met name: de maatschappelijke baten, de samenwerking voor ketenefficiëntie, de netwerkonzekerheden, de financiële responsiviteit en de persoonlijke contacten.
Voor ondernemers is het van belang om handvatten te krijgen voor de bedrijfseconomische onderbouwing van duurzame innovaties.
Een duurzame manier van produceren en consumeren wordt steeds belangrijker. Zo’n duurzame samenleving vraagt om andere businessmodellen en manieren van rapporteren. Ook vraagt de omslag naar duurzaamheid technische innovaties die hun waarde echter wel bedrijfseconomisch moeten bewijzen. De paragrafen 2 en 3 schetsen de gedachtenvorming over deze vragen.
Voor een ondernemer met plannen om duurzamer te gaan werken is het in de praktijk vereist dat hij kan beoordelen of dit ook economisch te verantwoorden valt en hoe hij zijn businessmodel en financiering daarvoor moet inrichten. Dit onderzoek gaat na welke criteria een rol spelen bij het financieel verantwoorden van duurzame innovaties. Dit vormt een beginpunt voor verdere uitwerking.
De inventarisatie van deze criteria komt tot stand door bestudering van de bedrijfseconomische aspecten van een tiental - al dan niet succesvolle - casussen van eco-innovaties. Per casus is nagegaan welke factor naar voren komt als bepalend voor het financiële welslagen (paragraaf 4). Deze factoren zijn geordend op basis van uit de literatuur bekende categorieën (paragraaf 5). De uitkomst hiervan wordt samengevat in een beslisboom (paragraaf 6).
De maatschappelijke wenselijkheid om zorgvuldiger om te gaan met de natuurlijke omgeving leidt tot gedachtenvorming over de circulaire en duurzame economie. Diverse auteurs tonen aan dat zo’n economie technisch mogelijk is en wellicht niet eens zozeer ten koste van de verworven welvaart hoeft te gaan (bijvoorbeeld
Ook bedrijfseconomen houden zich bezig met deze problematiek in de praktijk. Zo heeft de International Federation of Accountants (
De ontwikkelingen die de IFAC bepleit, staan niet op zichzelf. Nadenken door professionals over duurzaamheid resulteert in meer concepten. Zo is er ook de
Al deze (internationale) modellen bepleiten een overgang naar een “nieuwe economie”, waarin anders dan in de “oude economie” het denken in termen van geld vervangen wordt door een breder waardebegrip en waarin organisaties bewust bezig zijn met hun verantwoordelijkheden voor de samenleving.
Wat merken we van dit alles in de praktijk? Producenten en consumenten worden maatschappelijk bewust. Dat resulteerde in allerlei ‘groene’ initiatieven. Zoals: scharreleieren, groene chocolade en het gebruik van groene stroom. Ook spreken ondernemingen elkaar meer dan vroeger aan op duurzaam gedrag. Zo kreeg het gebruik van agrarische reststoffen als grondstof voor verpakkingsmateriaal een sterke impuls toen een supermarktketen dergelijk verpakkingsmateriaal ging eisen voor zijn toelevering. Gispen maakt voor de levering van kantoormeubelen met grote zakelijke klanten afspraken, waarbij prijs en duurzaamheid een gelijkwaardige plaats hebben. Nederlands Hout gebruikt een duurdere grondstof, maar weet dit terug te verdienen door een hogere ervaren waarde te bieden aan klanten.
Ondertussen worden grondstoffen schaarser en daarmee duurder. Daardoor komt het hergebruik van producten of materialen en het gebruik van alternatieve grondstoffen kostentechnisch steeds meer binnen bereik. Zo wordt het verwerken van agrarische reststoffen tot verpakkingsmateriaal ook economisch rendabel. Olifantsgras, geplant om ganzen te weren rond Schiphol, kan dienen als vezelmateriaal voor composieten. Oud papier wordt (weer) grondstof voor nieuw papier. Het terugwinnen van met name non-ferro-metalen uit elektronica-afval loont steeds meer.
Alle voorbeelden hebben met elkaar gemeen dat de betrokken ondernemingen zelf maatschappelijk betrokken zijn, maar niet alleen op basis van welwillendheid hun proces verduurzamen. Zij dienen er ook altijd hun economisch belang mee.
In de praktijk blijkt echter dat bij nieuwe businessmodellen voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen de introductie van innovaties gehinderd wordt door financiële kaders. Lang niet alle investeringen in duurzame initiatieven zijn rendabel of niet direct rendabel. Het Planbureau voor de Leefomgeving (
Soms zijn de baten niet financieel of vallen de (financiële) resultaten bij andere partijen. Soms zijn er subsidies nodig of moet er een businessmodel komen dat vraagt om bijzondere betrokkenheid van financiers. Toch blijkt ook in deze gevallen dat er soms wel en soms niet succesvol wordt geïnvesteerd. Wat bepaalt het succes van deze investeringen? Welke factoren spelen een rol bij het verkrijgen van financiering?
Men spreekt in dit verband vaak over de “echte” (reële) omzet, kosten en investeringen (integrale benadering of
Met name vanuit de optiek van de ondernemer is het lastig om de gevoelde noodzaak tot verduurzaming te combineren met de vereisten van een gezonde financieel-economische bedrijfsvoering. Het lijken soms tegengestelde bewegingen in de praktijk. De ervaring leert dat in alle gevallen de complexiteit voor de ondernemer toeneemt. Bij de introductie van duurzame innovaties komen vragen over bedrijfseconomie, financiering van vernieuwingen, circulaire economie en organisaties samen.
Het is de vraag of de trend naar meer duurzaamheid leidt tot meer of andere bedrijfseconomische aandachtspunten bij investeringen. Om deze vraag te beantwoorden is gebruik gemaakt van praktijkonderzoek. We hebben een tiental casussen doorgelicht bij ondernemingen die experimenteren met andere, duurzamere businessmodellen. Deze casestudies zijn geïnitieerd op basis van vragen vanuit ondernemers. Een aantal groepen studenten en een onderzoeker van de hogeschool hebben in deze context onderzoek gedaan aan de hand van literatuurstudie en gerichte interviews.
Een aantal punten is daarbij van belang. Ten eerste is een eerste selectie gemaakt op basis van de casestudies die bij Inholland zijn uitgevoerd als studentonderzoek. De selectie heeft plaatsgevonden aan de hand van criteria die enerzijds volgen uit de onderzoeksvraag (relevantie) en anderzijds betrekking hebben op de mate waarin de casussen kenmerkende problematiek bevatten (representativiteit). In de geselecteerde casussen is nagegaan welke bedrijfseconomische aspecten naar voren komen als beslissend voor het praktijksucces van de innovatie. Dit betreft een zevental casestudies.
De uitkomsten hiervan zijn op een rij gezet en vervolgens vergeleken met de succesfactoren bij drie gedocumenteerde referentiecases. Bij twee referentiestudies zijn aanvullende interviews gehouden met de onderzoekers van deze referentiecases om de analyse nader te onderbouwen. Op deze manier zijn de belangrijkste bevindingen van alle (in totaal tien) casestudies verzameld. Om te toetsen in welke mate deze uitkomsten een meer algemeen geldend karakter hebben (validatie) zijn deze voorgelegd aan een groep ondernemers en financiers. In een workshops zijn de bevindingen gepresenteerd en bediscussieerd. De vraag was daarbij: in hoeverre zijn de resultaten een goede weerslag van de problematiek en oplossingen daarvoor in de praktijk?
Alle casestudies zijn uitgevoerd door het
De resultaten van dit hele proces vormen uiteindelijk de bevindingen van het onderzoek. Een overzicht van de casestudies is opgenomen in Table
Overzicht casestudies.
nr. | Naam | Omschrijving | Bijzonderheden | Gevonden succesfactoren |
---|---|---|---|---|
|
|
Efficiënte waterproductie | Gebruik bestrijdingsmiddelen optimaliseren | Financiële verantwoording |
Vertrouwen partners | ||||
Subsidie, regelgeving, aantoonbaar businessmodel voor alle betrokkenen | ||||
|
|
Telen met technologie | Minder middelen en grondstoffen | Financieel nog niet bekend |
Vaststellen concrete baten en kosten | ||||
Samenwerking pilotklant | ||||
|
|
Efficiënte composieten-productie | Duurzame productietechnologie | Financiële verantwoording |
Vertrouwen partners en onbekendheid baten en kosten | ||||
Aantoonbaar businessmodel | ||||
|
|
Meubels als dienst | Vermeden kosten | Financieel experiment |
Financiering moedermaatschappij; Aantoonbare baten | ||||
|
|
Circulaire verlichting | Betaling voor gebruik | Financieel te verantwoorden |
Aantoonbare baten; grote, financieel sterke partijen | ||||
|
|
Duurzame houtproductie | Gebruik reële kosten | Niet financieel te verantwoorden |
Financiering ontbreekt; lange terugverdientijd | ||||
Subsidie, samenwerking, alternatieve financiering | ||||
|
|
Duurzame voedselmarkt | Optimalisatie voedselproductie | Financieel te verantwoorden |
Financieel sterke partner (supermarkt) in keten bepaalt | ||||
|
|
Opwaarderen afval | Samenwerking partijen | Financiële verantwoording |
Vertrouwen partners, afwachtende partners, onzekerheid toekomstige prijzen | ||||
Aantoonbaar businessmodel lange termijn; passende winstverdeling partners | ||||
|
|
Schonere gewassen | Samenhang schakels in keten | Financieel experiment |
Lonende business case; (alternatieve) financiering | ||||
|
|
Schonere motoren | Kosten oude motoren | Financiële verantwoording |
Grote investering, lange terugverdientijd met onzekere toekomst | ||||
Aantoonbaar businessmodel lange termijn voor uiteenlopende partners |
Vervolgens is per casus nagegaan hoe de vastgestelde succesfactoren zich verhouden tot de uit de literatuur bekende categorieën van bepalende factoren bij duurzame innovaties. Het gaat dan om het streven de volledige maatschappelijke kosten vast te stellen en door te berekenen volgens de
Telkens ligt aan de innovatie het streven ten grondslag externe kosten te internaliseren als argument naar klanten of financiers, of als voorbereiding op te verwachten regelgeving of als middel om duurzaamheidsaspecten bij investeringsbeslissingen mee te wegen.
Bedrijfsinterne optimalisatie bereikt haar grenzen, zo laat een aantal casussen zien. Om nog verdere verbeteringen te realiseren is optimalisatie over een keten of een netwerk nodig. Het is vaak redelijk gemakkelijk aan te tonen dat samenwerking tot voordelen leidt. Zowel maatschappelijk als qua totale ketenkosten. Voorbeelden zijn samenwerking bij het opwaarderen van (agrarisch) afval, vermijden van negatieve neveneffecten van productie en het delen van hulpmiddelen. Maar ook
Onzekerheid is geen nieuw verschijnsel bij ondernemen, maar door meer samenwerkingsverbanden nemen de onzekerheden toe. Het risico bestaat zelfs dat bij meer betrokken partijen de risico’s exponentieel versterkt toenemen, met als gevolg dat iedereen afwacht en de kat uit de boom kijkt. Deze extra complexiteit leidt voor potentiële financiers natuurlijk tot een hoger risico waarvoor zij terugschrikken.
Er zijn meer financieringsvormen dan eigen vermogen en een banklening. Denk bijvoorbeeld aan: investeringsmaatschappijen, subsidies of
Een nieuw aspect, dat naar voren kwam tijdens de evaluatie en dat met name ook genoemd werd in de contacten tussen ondernemers en financiers is het belang van een persoonlijk netwerk. Operationele gegevensuitwisseling verloopt in toenemende mate via ICT, maar voor de strategische ontwikkelingen blijft een persoonlijk netwerk belangrijk. Niet alleen beperken bijvoorbeeld banken het persoonlijk contact, ook zijn er onlineplatformen voor
De resultaten van de casestudies zijn op deze punten weergegeven in Table
Opbrengst veldonderzoek.
|
|
|
|
|
|
|
Optimaal water gebruik | Kosten gewas-bescherming versus kosten zuivering | Mate van samenwerking agrariërs | Subsidie-mogelijkheden | Voorziening informatie aan agrariërs |
|
Minder toezicht / inspectie | Vermeden kosten | Mate van samenwerking leveranciers | Mogelijkheden cofinanciering | Tech-data |
|
Foutenmarge, doorlooptijd, minder schakels | Vermeden kosten | Verdeling baten en lasten | Mogelijkheden cofinanciering | Onvoldoende benutting systemen |
|
Gezond gebruik, betere kwaliteit | Vermeden ziektekosten | Samenwerking designers, onderhoud, klanten | Arrangementen gebruik (lease) | Dagelijkse uitwisseling |
|
Optimaal gebruik licht | Kostenspreiding | Strategische samenwerking | Betaal voor gebruik | Operationele informatie |
|
Hogere kwaliteit hout | Verwerking doorberekend | Gemeenten, retail samenwerking | Mogelijkheden subsidie arbeidskosten | Social return als verbinding |
|
Verkorte supply chain | Effectieve marktwerking | Samenwerking supermarkten | Mark-up-systeem | Operationele afstemming |
|
Schaalgrootte-voordelen | Kosten verwerking doorberekend | Lonende samenwerking | Coöperatief systeem | Dagelijkse data, verdeling baten |
|
Betere kwaliteit, schoner gewas | Vermeden kosten | Samenwerking kasbouwer, kweker | Mogelijkheden cofinanciering | Operationele afstemming |
|
Betere kwaliteit, schonere motoren | Kosten doorberekend | Samenwerking havens, bedrijven | Mogelijkheden cofinanciering | Operationele afstemming |
Wat is de betekenis van deze onderzoeksresultaten? In eerste instantie is gekeken wat bepaalt of wel of niet in duurzame innovatie wordt geïnvesteerd. Het blijkt in de bestudeerde casussen dat altijd als eerste wordt gekeken of de investering voldoet aan de meer ‘traditionele’ bedrijfseconomische maatstaven. Dat wil zeggen, zijn de investeringen passend binnen de kerncompetenties met een korte terugverdientijd (een voldoende
Duurzame investeringen passen echter vaak niet binnen de reguliere beoordelingskaders van het bedrijf. Onze casestudies laten zien dat er dan wordt gezocht naar andere criteria die het eventueel mogelijk maken om te komen tot een alternatieve vorm van financieren. De investering wordt dan beoordeeld in een bredere context: waardetoevoeging voor ketenpartners, voor de samenleving en mogelijk ook een langere terugverdientijd. In dat geval wordt gekeken naar financieringsvormen zoals cofinanciering,
Procesverloop.
Zoals gezegd, kan men stellen dat de business case voor duurzame innovaties in eerste instantie altijd begint bij de bedrijfseconomische analyse, zo blijkt uit onze casestudies. Naast deze bedrijfseconomische analyse wordt ook altijd gekeken naar andere criteria die bijdragen aan de business case. Deze andere criteria hebben betrekking op de bereidheid van eventuele financiers en mogelijke alternatieve financieringsvormen die de business case van de desbetreffende duurzame innovatie mogelijk kunnen maken.
De gewenste verduurzaming van de economie vraagt om het realiseren van telkens nieuwe innovaties. In dit onderzoek is gekeken op welke gronden duurzame innovaties gefinancierd kunnen worden. Bij het op de markt brengen van innovaties is financiering regelmatig een probleem, maar voor specifiek duurzame ontwikkelingen wordt dit probleem groter. Het blijkt immers dat duurzame innovaties niet altijd gemotiveerd kunnen worden op basis van de gebruikelijke bedrijfseconomische criteria. De casestudies laten zien dat dit niet altijd direct reden is om de beoogde investeringen af te wijzen. Het blijkt dat op grond van aanvullende alternatieve criteria er toch over wordt gegaan tot investeren. Het klassieke bedrijfseconomisch uitgangspunt van wel of niet rendabel blijkt niet langer toepasbaar in deze situaties. Men moet concluderen dat er een beslisruimte is ontstaan waarbij in eerste instantie niet-rendabele investeringen met aanvullende criteria toch een rendabel perspectief bieden.
Duurzaam ondernemen en duurzaam investeren betekent in de praktijk vaak zaken doen met andere, onbekende partijen en meestal ook met meer partijen. De ondernemingen lopen daarmee aan tegen complicerende factoren. Naast een gezamenlijk doel voor de keten heeft elk van deze partijen ook een eigenbelang. En duurzame innovaties worden in het algemeen pas mogelijk na een investering. Zo’n investering is daardoor afhankelijk van meer of andere factoren waarmee de keten vaak nog weinig ervaring heeft. Diverse factoren blijken dus een rol van betekenis te spelen.
Wat zijn deze alternatieve criteria die bepalen of de financiële markt bereid is om alsnog tot enige vorm van financiering over te gaan? Uit het onderzoek blijkt dat deze vooral betrekking hebben op vijf aandachtsgebieden: (i) de maatschappelijke baten, (ii) de samenwerking voor ketenefficiëntie, (iii) de netwerkonzekerheden, (iv) de financiële responsiviteit en (v) de persoonlijke contacten.
Het vaststellen van bepalende factoren is slechts een eerste stap. Om vernieuwingen daadwerkelijk te introduceren is een onderneming gebaat bij praktische handvatten. De vastgestelde criteria zijn dan ook het uitgangspunt voor een nader onderzoek om deze te valideren en concreter te maken. Dit onderzoek moet resulteren in de ontwikkeling van een instrument, een checklist, om ondernemingen te ondersteunen bij investeringen en het houden van focus.