Corresponding author: Ralph ter Hoeven (
Academic editor: Chris D. Knoops
Dit artikel beschrijft de uitkomsten van het onderzoek naar de verwerkingswijze van kosten van groot onderhoud en naar de verwerking van wijzigingen van de grondslagen op dit gebied die als gevolg van wijzigingen in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving zijn doorgevoerd. Het onderzoek richt zich op jaarrekeningen over het boekjaar 2019 van 100 zorginstellingen. Uit het onderzoek blijkt dat steeds meer zorginstellingen kosten van groot onderhoud verwerken volgens de componentenbenadering. Uit het onderzoek blijkt verder dat slechts de helft van de zorginstellingen die een stelselwijziging heeft doorgevoerd van de onderhoudsvoorziening naar de componentenbenadering, deze stelselwijziging juist heeft verwerkt. Tot slot blijkt dat zorginstellingen de toelichtingen van de stelselwijzigingen kunnen verbeteren. Hiertoe worden ook enkele goede voorbeelden uit jaarrekeningen (best practices) besproken en geven we aanbevelingen in de slotparagraaf van deze bijdrage.
De Raad voor de Jaarverslaggeving (
Veel zorginstellingen verwerken kosten van groot onderhoud van oudsher in een onderhoudsvoorziening dan wel ten laste van het resultaat. Door een wijziging in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (
Indien een rechtspersoon overgaat naar een andere verwerkingswijze voor de kosten van groot onderhoud is sprake van een stelselwijziging in de zin van artikel 2:384 lid 6 BW. De
Het artikel is als volgt opgebouwd. In paragraaf 2 wordt het relevante wetgevende kader besproken en wordt kort ingegaan op de wijze waarop de zorgsector wordt gefinancierd. In paragraaf 3 gaan we in op de opzet van het empirisch onderzoek en op de onderzoekspopulatie. In paragraaf 4 onderzoeken we volgens welke verwerkingswijze zorginstellingen kosten van groot onderhoud in de jaarrekeningen over 2018 en 2019 hebben verwerkt. Hier wordt de verschuiving naar de componentenbenadering zichtbaar. In paragraaf 5 wordt de kwaliteit van toelichtingen van de stelselwijzigingen in algemene zin besproken. In paragraaf 6 respectievelijk 7 gaan we in op twee onderscheiden specifieke stelselwijzigingen en wordt een drietal
Sinds 2006 is in Nederland de Wet Toelating Zorginstellingen (
Door de wijze van bekostiging van de zorgsector werden de kosten van groot onderhoud van oudsher vooral verwerkt in een onderhoudsvoorziening dan wel direct ten laste van het resultaat gebracht. De zorgsector is lange tijd bekostigd op basis van gegarandeerde vergoeding op nacalculatiebasis van kapitaallasten. Dit betekent dat kapitaallasten (afschrijving, rente en huur) werden vergoed in het wettelijk budget. Als gevolg van de deregulering heeft een geleidelijke afschaffing plaatsgevonden van de gegarandeerde integrale vergoeding van de kapitaallasten van vastgoed. De geleidelijke invoering van de integrale tarieven voor zorgprestaties leidde ertoe dat de gegarandeerde vergoeding van kapitaallasten van vastgoed over een periode van 6 jaar volledig is vervallen. Vastgoed wordt vanaf 2017 (ziekenhuizen) respectievelijk 2018 (overige sectoren) bekostigd door middel van een vastgesteld integraal tarief per gerealiseerde zorgprestatie. In dit tarief was een vergoeding voor kapitaallasten begrepen, de zogenaamde normatieve huisvestingscomponent in het integrale tarief. Inmiddels is ook de normatieve huisvestingscomponent als afzonderlijk zichtbaar tarief verdwenen en is er sprake van een volledig integraal tarief waarmee de zorgexploitatie moet worden bekostigd. Zorginstellingen dragen dus inmiddels het volledige vastgoedrisico.
Het onderzoek richt zich op de jaarrekeningen 2019 van 100 zorginstellingen waarvan de totale bedrijfsopbrengsten € 30 miljoen of meer bedragen. Om te bepalen welke zorginstellingen aan dit criterium voldoen, zijn de gepubliceerde jaarrekeningdata over 2018 als basis gebruikt (DigiMV 2018, bijgewerkt tot en met 10 september 2019). In 2018 hadden volgens deze data 397 zorginstellingen totale bedrijfsopbrengsten hoger dan € 30 miljoen. Vanwege de COVID-19 pandemie is de uiterste datum van deponering van de jaarrekening 2019 van zorginstellingen opgeschoven van 1 juni 2020 naar 1 oktober 2020 (Staatscourant, 2020) waardoor tijdens het uitvoeren van ons onderzoek nog niet alle zorginstellingen hun jaarrekening hadden gedeponeerd. Wij hebben aselect 100 zorginstellingen geselecteerd waarvan de jaarrekening op 7 juli 2020 was gedeponeerd op
De lijst met onderzochte zorginstellingen is opgenomen in de bijlage.
Tot 2018 gaf de
– verwerken in de boekwaarde van het actief (de zogenoemde componentenbenadering);
– verwerken via een onderhoudsvoorziening; of
– verwerken in de winst-en-verliesrekening op het moment dat het groot onderhoud wordt uitgevoerd.
De componentenmethode houdt in dat een actief bij aanvang van het gebruik wordt onderverdeeld in afzonderlijke bestanddelen of componenten. Een component kan zijn een bestanddeel dat gedurende de gebruiksduur van het actief wordt vervangen, of het gedurende de gebruiksduur uitvoeren van groot onderhoud aan het actief. Elke component van het actief wordt dan afgeschreven in de periode tot aan het moment van vervanging van die component of tot het moment van het uitvoeren van het betreffende groot onderhoud. Bij de vervanging of het uitvoeren van het groot onderhoud worden de kosten hiervan opnieuw als afzonderlijke component geactiveerd. Vervolgens wordt opnieuw over de gebruiksduur van de component afgeschreven. Het kan zijn dat op dat moment nog een boekwaarde van de vervangen component of het eerdere groot onderhoud resteert. Dit resterend gedeelte van de oude component wordt dan (als desinvestering) ten laste van het resultaat verwerkt.
De onderhoudsvoorziening wordt opgenomen voor uitgaven die in volgende boekjaren zullen worden gedaan, voor zover het doen van die uitgaven zijn oorsprong mede vindt voor het einde van het boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren. Toevoegingen aan de voorziening worden bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt. De daadwerkelijke kosten van uitgevoerd groot onderhoud worden verwerkt ten laste van een onderhoudsvoorziening voor zover deze is gevormd voor de beoogde kosten.
De laatstgenoemde mogelijkheid om kosten van groot onderhoud te verwerken in de winst-en-verliesrekening op het moment dat het groot onderhoud wordt uitgevoerd, is met ingang van het boekjaar 2019 vervallen. De
Tegelijk met het vervallen van de mogelijkheid om kosten van groot onderhoud te verwerken in de winst-en-verliesrekening heeft de
Enerzijds biedt de
Anderzijds bepaalt de
De
In Tabel
Verwerkingswijze kosten van groot onderhoud in 2018 en 2019 (n = 100).
Stelsel | 2018 | 2019 | ||
---|---|---|---|---|
aantal | % | aantal | % | |
Componentenbenadering | 54 | 54% | 81 | 81% |
Onderhoudsvoorziening | 30 | 30% | 19 | 19% |
Ineens ten laste van het resultaat | 16 | 16% | 0 | 0% |
Totaal | 100 | 100% | 100 | 100% |
Achtentachtig zorginstellingen (88%) hebben in de toelichting vermeld op welke wijze zij kosten van groot onderhoud in de jaarrekening hebben verwerkt. Twaalf zorginstellingen (12%) hebben deze toelichting niet opgenomen. Wij merken op dat van de twaalf zorginstellingen die in 2019 in de waarderingsgrondslagen geen expliciete informatie in de jaarrekening hebben opgenomen over de verwerkingswijze van kosten van groot onderhoud, in Tabel
De verwerking van kosten van groot onderhoud dient voor alle soortgelijke materiële vaste activa op dezelfde wijze plaats te vinden. Er is één zorginstelling die vermeldt welke verwerkingswijze voor groot onderhoud wordt toegepast voor gebouwen die worden verhuurd aan derden. Deze zorginstelling heeft echter verzuimd te vermelden welke verwerkingswijze wordt toegepast voor de materiële vaste activa voor eigen gebruik.
In Tabel
Verwerkingswijze kosten van groot onderhoud in 2019 en 2018 naar sectoren.
Sector | Aantal stelsel-wijzigingen | in % van aantal zorginstellingen in de sector | Componenten-benadering | in % | Onderhouds-voorziening | in % | Ineens ten laste van resultaat | in % | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
2018 | 17 | 53% | 5 | 16% | 10 | 31% | 32 | ||
2019 | 28 | 88% | 4 | 13% | 0% | 32 | ||||
11 | 34% | mutatie | 11 | -1 | -10 | |||||
|
2018 | 18 | 72% | 6 | 24% | 1 | 4% | 25 | ||
2019 | 22 | 88% | 3 | 12% | 0% | 25 | ||||
4 | 16% | mutatie | 4 | -3 | -1 | |||||
|
2018 | 10 | 56% | 5 | 28% | 3 | 17% | 18 | ||
2019 | 14 | 78% | 4 | 22% | 0% | 18 | ||||
4 | 22% | mutatie | 4 | -1 | -3 | |||||
|
2018 | 6 | 43% | 7 | 50% | 1 | 7% | 14 | ||
2019 | 11 | 79% | 3 | 21% | 0% | 14 | ||||
5 | 36% | mutatie | 5 | -4 | -1 | |||||
|
2018 | 3 | 50% | 3 | 50% | 0 | 0% | 6 | ||
2019 | 4 | 67% | 2 | 33% | 0% | 6 | ||||
1 | 17% | mutatie | 1 | -1 | 0 | |||||
|
2018 | 0 | 0% | 4 | 80% | 1 | 20% | 5 | ||
2019 | 2 | 40% | 3 | 60% | 0% | 5 | ||||
2 | 40% | mutatie | 2 | -1 | -1 | |||||
|
2018 | 54 | 54% | 30 | 30% | 16 | 16% | 100 | ||
2019 | 81 | 81% | 19 | 19% | 0 | 0% | 100 | |||
27 | mutatie | 27 | -11 | -16 |
Uit Tabel
Uit Tabel
Uit Tabel
In de volgende paragrafen gaan we nader in op de verwerking van deze stelselwijzigingen.
Indien een stelselwijziging wordt toegepast, dient een zorginstelling onder meer in de toelichting te vermelden (
– dat een stelselwijziging heeft plaatsgevonden;
– hoe het nieuwe en het oude stelsel van elkaar verschillen;
– welke de redenen zijn die tot stelselwijziging hebben geleid.
Tabel
– 23 (van de 27) zorginstellingen (85%) in de jaarrekening 2019 vermelden dat een stelselwijziging heeft plaatsgevonden. Vier zorginstellingen (15%) vermelden niet expliciet dat een stelselwijziging heeft plaatsgevonden. Deze vier zorginstellingen verwerkten de kosten van groot onderhoud in 2018 ineens in het resultaat. Eén van deze zorginstellingen heeft de stelselwijziging toegelicht als een schattingswijziging, de andere drie zorginstellingen vermelden dat vanaf 1 januari 2019 de componentenbenadering wordt toegepast. Zij vermelden echter niet dat sprake is van een stelselwijziging.
– 21 zorginstellingen (78%) vermelden de nieuwe en de oude verwerkingswijze voor de kosten van groot onderhoud, zes zorginstellingen (22%) vermelden alleen de nieuwe verwerkingswijze.
– 19 zorginstellingen (70%) vermelden wat de reden is voor de stelselwijziging; acht zorginstellingen (30%) doen hierover geen mededeling.
In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de verwerkingswijze van de stelselwijzigingen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de overgang van ‘ineens ten laste van resultaat’ naar de componentenbenadering (paragraaf 6) en de overgang van de onderhoudsvoorziening naar de componentenbenadering (paragraaf 7). In deze paragrafen worden tevens
Toelichting van de stelselwijziging.
Vermelding | ja | nee | totaal | |||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | in % | aantal | in % | aantal | in % | |
Dat er een stelselwijziging heeft plaatsgevonden | 23 | 85% | 4 | 15% | 27 | 100% |
Hoe het nieuwe en oude stelsel van elkaar verschillen | 21 | 78% | 6 | 22% | 27 | 100% |
De reden voor de stelselwijziging | 19 | 70% | 8 | 30% | 27 | 100% |
Zoals eerder opgemerkt is de mogelijkheid om kosten van groot onderhoud ineens ten laste van het resultaat te verwerken met ingang van het boekjaar 2019 vervallen. Voor rechtspersonen die kosten van groot onderhoud ineens ten laste van het resultaat verwerkten, betekent dit dat in het boekjaar 2019 een stelselwijziging moest plaatsvinden naar één van de toegestane methoden voor het verwerken van kosten van groot onderhoud, te weten de componentenbenadering of de onderhoudsvoorziening.
De stelselwijziging van het verwerken van kosten van groot onderhoud ‘ineens ten laste van het resultaat’ naar verwerking ‘in de boekwaarde van het actief’ (componentenbenadering) kan op één van de volgende wijzen worden verwerkt (
– op retrospectieve wijze conform
– op retrospectieve wijze vanaf het voorgaand boekjaar; of
– op prospectieve wijze.
Ad a. Bij retrospectieve verwerking wordt de stelselwijziging met terugwerkende kracht doorgevoerd alsof de rechtspersoon de componentenbenadering altijd al heeft toegepast. Het eigen vermogen aan het begin en eind van boekjaar 2018 wordt herrekend op basis van de gewijzigde grondslagen. Het verschil tussen het eigen vermogen aan het begin en eind van boekjaar 2018 voor en na herrekening (het cumulatieve effect van de stelselwijziging) wordt als een rechtstreekse mutatie in het beginvermogen van boekjaar 2018 respectievelijk 2019 verwerkt.
Vanwege het feit dat het stelsel met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd, worden de vergelijkende cijfers van het voorafgaande boekjaar 2018 aangepast waarbij de verschillen met de oorspronkelijke cijfers in de toelichting worden vermeld.
Ad b. Bij retrospectieve verwerking vanaf voorgaand boekjaar (2018) wordt het verrichte groot onderhoud dat aan de activeringsvereisten voldoet, vanaf het boekjaar 2018 in de boekwaarde van het actief verwerkt. De componentenbenadering wordt dus toegepast vanaf het boekjaar 2018. De componentenbenadering wordt niet met terugwerkende kracht toegepast voor reeds vóór 2018 verwerkte activa.
Ad c. Bij prospectieve verwerking worden de kosten van het verrichte groot onderhoud die aan de activeringsvereisten voldoen, vanaf het boekjaar 2019 in de boekwaarde van het actief verwerkt.
Bij alle drie verwerkingswijzen dient de toepassing van de overgangsbepaling te worden toegelicht in het boekjaar waarin de overgang is verwerkt.
Indien een stelselwijziging wordt toegepast, dient een zorginstelling – naast de reeds in paragraaf 5 genoemde informatie – de volgende informatie in de toelichting te vermelden (
– informatie over de toegepaste wijze van verwerken van de effecten van de stelselwijziging;
– informatie over de betekenis van de stelselwijziging voor vermogen en resultaat;
– informatie over de betekenis van de stelselwijziging voor individuele posten;
– als een betrouwbare berekening of schatting van de betekenis van de stelselwijziging voor vermogen en resultaat niet mogelijk is, dient in de toelichting de reden hiervoor te worden vermeld;
– in het geval dat kan worden verwacht dat een stelselwijziging belangrijke kwantitatieve invloed zal hebben op één of meer volgende boekjaren, dient een cijfermatige indicatie van deze invloed gegeven te worden. Indien deze indicatie niet kan worden bepaald, dient dit in de toelichting te worden vermeld.
In 2019 zijn zestien zorginstellingen overgegaan van het verwerken van kosten van groot onderhoud ‘ineens ten laste van resultaat’ naar de componentenbenadering (Tabel
Uit Tabel
Verwerkingswijze stelselwijziging en toelichting toepassing overgangsbepaling
Verwerkingswijze stelselwijziging | Is daarbij de toepassing van de overgangsbepaling van |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
ja | nee | |||||
aantal | % | aantal | % | aantal | % | |
Prospectief | 11 | 69% | 4 | 25% | 7 | 44% |
Niet toegelicht | 5 | 31% | 0 | 0% | 5 | 31% |
Totaal | 16 | 100% | 4 | 25% | 12 | 75% |
Uit Tabel
Toelichting betekenis van de stelselwijziging.
Vermelding | ja | nee | totaal | |||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | % | aantal | % | aantal | % | |
Betekenis voor het vermogen | 4 | 25% | 12 | 75% | 16 | 100% |
Betekenis voor het resultaat | 3 | 19% | 13 | 81% | 16 | 100% |
Betekenis voor individuele posten | 0 | 0% | 16 | 100% | 16 | 100% |
Cijfermatige indicatie van de (belangrijke) kwantitatieve invloed van de stelselwijziging op één of meer volgende boekjaren | 1 | 6% | 15 | 94% | 16 | 100% |
In Figuur 1 is een deel van de toelichting van de betekenis van de stelselwijziging voor het vermogen en resultaat van Stichting Rivierduinen opgenomen. Wij beschouwen de toelichting van Stichting Rivierduinen als
De
– retrospectieve verwerking conform de voorschriften van
– retrospectieve verwerking vanaf het voorgaande boekjaar;
– retrospectieve verwerking vanaf het boekjaar.
De
De toepassing van de overgangsbepaling dient te worden toegelicht in het boekjaar waarin de overgang is verwerkt.
In 2019 zijn elf zorginstellingen overgegaan van de onderhoudsvoorziening naar de componentenbenadering. Alle geselecteerde zorginstellingen (100%) hebben de stelselwijziging op retrospectieve wijze vanaf het huidig boekjaar verwerkt. Zes zorginstellingen (55%) hebben de toepassing van de overgangsbepaling van
De verwerking van de stelselwijziging – vrijval van de onderhoudsvoorziening – heeft niet in alle gevallen juist plaatsgevonden. Uit Tabel
Verwerkingswijze stelselwijziging.
Verwerkingswijze stelselwijziging | aantal | % |
---|---|---|
Als rechtstreekse mutatie van het eigen vermogen aan het begin van 2019 | 6 | 55% |
Als mutatie van het eigen vermogen in 2019 | 2 | 18% |
Vrijval voorziening ten gunste van het resultaat | 2 | 18% |
Anders | 1 | 9% |
Totaal | 11 | 100% |
Uit Tabel
Toelichting betekenis van de stelselwijziging.
|
|
|
|
|||
|
% |
|
% |
|
% | |
Betekenis voor het vermogen | 10 | 91% | 1 | 9% | 11 | 100% |
Betekenis voor het resultaat | 6 | 55% | 5 | 45% | 11 | 100% |
Betekenis voor individuele posten | 3 | 27% | 8 | 73% | 11 | 100% |
Cijfermatige indicatie van de (belangrijke) kwantitatieve invloed van de stelselwijziging op één of meer volgende boekjaren | 2 | 18% | 9 | 82% | 11 | 100% |
In Figuur
Best practice Toelichting betekenis stelselwijziging voor vermogen en resultaat. Stichting Interakt Contour Groep, jaarrekening 2019, p. 4.
Wij beschouwen de toelichting van Stichting Livio als een
Best practice Toelichting betekenis stelselwijziging voor vermogen en resultaat. Stichting Livio, jaarrekening 2019, pp. 69–70.
Omdat het voor het boekjaar 2019 niet langer is toegestaan kosten van groot onderhoud ineens ten laste van het resultaat te verwerken hebben zestien zorginstellingen (16%) in 2019 een stelselwijziging doorgevoerd naar de componentenbenadering. Daarnaast hebben elf zorginstellingen (11%) gebruik gemaakt van de door de
Verder blijkt dat de zorginstellingen die in 2019 een stelselwijziging hebben doorgevoerd dat allemaal doen met gebruikmaking van de overgangsbepaling ‘verwerking vanaf het boekjaar’. Dit is naar onze mening opmerkelijk. Uiteraard is ‘verwerking vanaf het boekjaar’ de meest eenvoudige verwerkingswijze omdat het eigen vermogen niet behoeft te worden herrekend alsof de nieuwe verwerkingswijze altijd al was toegepast. Echter, deze verwerkingswijze leidt er toe dat de resultaten en het eigen vermogen in de komende jaren sterk kunnen worden beïnvloed door de nu gekozen vereenvoudigde verwerkingswijze, zeker omdat de meeste zorginstellingen relatief veel vastgoed op de balans hebben staan. Dit doet zich in het bijzonder voor bij de stelselwijziging van onderhoudsvoorziening naar componentenbenadering. Deze stelselwijziging houdt immers in dat de dotaties aan de onderhoudsvoorziening niet meer worden gevormd. Daarvoor komen afschrijvingen op het geactiveerde groot onderhoud in de plaats. Deze afschrijvingen zijn in de eerste jaren laag in relatie tot (het wegvallen van) de dotatie aan de onderhoudsvoorziening omdat pas vanaf boekjaar 2019 wordt gestart met activeren en afschrijven over de te activeren kosten van groot onderhoud. Er is dus één onderhoudscyclus nodig om de afschrijvingskosten op gelijk niveau te laten komen met de dotatie aan de onderhoudsvoorziening. Een ander effect van de overgang op de componentenbenadering (anders dan het effect van de geleidelijk stijgende kosten als gevolg van verwerking ‘vanaf het boekjaar’) is toenemende fluctuatie in de resultaten bij het uitvoeren van groot onderhoud vanwege de afboekingen van de boekwaarde van vervangen bestanddelen. Daar zorginstellingen gezien hun aard over het algemeen een laag resultaat hebben, kan daardoor een klein positief resultaat omslaan in een negatief resultaat. De vraag kan derhalve worden gesteld of de toegepaste ‘verwerking vanaf het boekjaar’ leidt tot het vereiste wettelijke inzicht (artikel 2:362 lid 1 BW) respectievelijk tot nuttige informatie voor het nemen van economische beslissingen conform de doelstelling van het Stramien van de
Uit het onderzoek blijkt dat zorginstellingen die zijn overgegaan van de onderhoudsvoorziening naar de componentenbenadering slechts in de helft van de gevallen de stelselwijziging juist hebben verwerkt in het beginvermogen. Verder blijken niet alle zorginstellingen te voldoen aan alle toelichtingsvereisten van de
– de vermelding van de verwerkingswijze van kosten van groot onderhoud;
– de vermelding van de betekenis van de stelselwijziging voor het vermogen, resultaat en individuele posten, of, wanneer een betrouwbare schatting niet mogelijk is, de reden daarvan;
– de cijfermatige indicatie van de kwantitatieve invloed van de stelselwijziging op één of meer volgende jaren;
– de vermelding dat de overgangsbepalingen van
Kortom, wij bevelen zorginstellingen en accountants aan zorg te dragen voor een verbetering van de verwerkingswijze en toelichting van stelselwijzigingen. Een stelselwijziging is een niet-frequent voorkomende gebeurtenis die het kwalitatieve kenmerk van de vergelijkbaarheid van informatie kan aantasten. Deze aantasting kan alleen worden gemitigeerd door een goede toelichting op de effecten van de stelselwijziging.
De auteurs hebben deze bijdrage geschreven op persoonlijke titel.
Dus verandering grondslag voor de verwerking van kosten van groot onderhoud van ineens verwerken in het resultaat naar de componentenbenadering en van onderhoudsvoorziening naar componentenbenadering.
Lijst met onderzochte jaarrekeningen van instellingen.
Zorginstelling | Sector | Opbrengsten zorgprestaties, jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning 2019 | Som der bedrijfs-opbrengsten 2019 |
---|---|---|---|
€ 000 | € 000 | ||
Erasmus MC | zkh | 1.281.264 | 1.872.682 |
Academisch Ziekenhuis Groningen | zkh | 958.746 | 1.459.148 |
Universitair Medisch Centrum Utrecht | zkh | 800.533 | 1.273.494 |
Stichting ‘s Heeren Loo Zorggroep | ghz | 798.681 | 827.497 |
Stichting Zuyderland Medisch Centrum | zkh | 769.202 | 829.332 |
Academisch Medisch Centrum bij de Universiteit van Amsterdam | zkh | 593.677 | 1.162.656 |
Academisch Ziekenhuis Maastricht | zkh | 568.811 | 758.262 |
Stichting Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis | zkh | 529.218 | 573.700 |
Stichting Sint Franciscus Vlietland Groep | zkh | 449.682 | 480.298 |
Stichting Haaglanden Medisch Centrum | zkh | 428.706 | 488.166 |
Stichting Spaarne Gasthuis | zkh | 423.710 | 482.427 |
Stichting Buurtzorg Nederland | vvt | 422.860 | 426.948 |
Stichting HagaZiekenhuis | zkh | 402.385 | 543.903 |
Protestants-Christelijke Stichting Philadelphia Zorg | ghz | 387.386 | 401.871 |
Stichting Algemeen Christelijk Ziekenhuis Groningen | zkh | 316.978 | 361.856 |
Stichting Máxima Medisch Centrum | zkh | 316.386 | 346.771 |
Stichting Dijklander Ziekenhuis | zkh | 307.197 | 331.448 |
Stichting Careyn | vvt | 305.972 | 331.999 |
Stichting ASVZ | ghz | 297.750 | 301.676 |
Stichting Het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis | zkh | 295.405 | 407.299 |
Stichting VieCuri Medisch Centrum voor Noord-Limburg | zkh | 265.286 | 300.321 |
Stichting Arkin | ggz | 250.036 | 290.508 |
Stichting BrabantZorg | vvt | 238.114 | 261.433 |
Stichting Dichterbij | ghz | 236.876 | 242.244 |
Stichting Altrecht | ggz | 203.995 | 228.230 |
Bernhoven B.V. | zkh | 201.754 | 208.634 |
Stichting Middin | conglomeraat | 196.628 | 201.457 |
Stichting Elkerliek Ziekenhuis | zkh | 190.341 | 201.207 |
Stichting Gemiva-SVG Groep | ghz | 178.139 | 185.112 |
Stichting Antonius Zorggroep | zkh | 171.643 | 180.492 |
Stichting Slingeland Ziekenhuis | zkh | 171.172 | 181.187 |
Stichting Rivierduinen | ggz | 165.189 | 191.549 |
Stichting De Zorgcirkel | vvt | 165.097 | 176.294 |
Stichting Envida | vvt | 160.105 | 169.484 |
Stichting Zorggroep Almere | vvt | 158.893 | 169.287 |
Stichting GGNet | ggz | 146.104 | 153.903 |
Stichting Zozijn Zorg | ghz | 140.890 | 143.181 |
Stichting Siza | ghz | 140.057 | 144.957 |
Stichting De Wever | vvt | 135.057 | 141.500 |
Stichting |
ggz | 133.678 | 145.412 |
Stichting Surplus | vvt | 132.615 | 160.398 |
Stichting Kentalis Zorg | ghz | 131.062 | 141.889 |
Ommelander Ziekenhuis Groningen B.V. | zkh | 127.074 | 132.207 |
Stichting Prisma | ghz | 124.589 | 127.510 |
Stichting Cello | ghz | 117.664 | 123.578 |
Stichting Groenhuysen | vvt | 115.555 | 124.302 |
Stichting Carinova Groep | vvt | 111.196 | 117.550 |
Stichting Lelie Zorggroep | conglomeraat | 107.607 | 113.125 |
Stichting Livio | conglomeraat | 106.372 | 114.667 |
Stichting Kwintes | ggz | 105.112 | 126.092 |
Stichting Vincent van Gogh | ggz | 100.210 | 109.537 |
Stichting Driestroom | ghz | 99.063 | 107.816 |
Stichting voor Medische en Verpleegkundige Zorgverlening St. Jans Gasthuis | zkh | 96.188 | 100.791 |
Stichting Fokus Exploitatie | ghz | 95.993 | 96.549 |
Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Delfland | ggz | 94.982 | 98.812 |
Stichting Topaz | vvt | 94.207 | 98.526 |
Stichting De Forensische Zorgspecialisten | overig | 92.920 | 95.974 |
Stichting KennemerHart | vvt | 91.827 | 95.964 |
Stichting Zorggroep Elde | vvt | 89.342 | 93.921 |
Stichting ORO | ghz | 85.822 | 87.537 |
Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé | vvt | 84.173 | 88.685 |
Stichting Bartiméus Sonneheerdt | conglomeraat | 80.587 | 106.246 |
Stichting Zorggroep Noorderboog | vvt | 79.866 | 84.475 |
Stichting Interakt Contour Groep | ghz | 76.740 | 83.337 |
Stichting Pleyade | vvt | 72.164 | 73.997 |
Raphaëlstichting | conglomeraat | 69.122 | 72.918 |
Stichting Azora | vvt | 68.995 | 74.598 |
Stichting Verslavingszorg Noord Nederland | ggz | 64.941 | 73.673 |
Frankeland - Sint Liduinastichting | vvt | 61.419 | 66.091 |
Stichting Parlan | overig | 60.118 | 66.915 |
Stichting Thuiszorg Het Friese Land | vvt | 57.996 | 58.604 |
Stichting De Hoven | vvt | 56.277 | 57.973 |
Stichting HilverZorg | vvt | 53.382 | 56.195 |
Stichting RIBW Groep Overijssel | ggz | 51.159 | 54.205 |
Stichting Oogziekenhuis Rotterdam | zkh | 50.369 | 57.327 |
Stichting Zonnehuisgroep Vlaardingen | vvt | 50.329 | 52.176 |
Stichting Zorgstroom | vvt | 49.654 | 62.651 |
Spijkenisse Medisch Centrum B.V. | zkh | 49.234 | 51.818 |
Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag | overig | 48.695 | 50.902 |
Stichting Zorggroep Maas en Waal | vvt | 47.463 | 48.853 |
Stichting Zorggroep Solis | vvt | 46.280 | 52.695 |
Stichting Zorggroep Ter Weel | vvt | 46.208 | 49.272 |
Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel | overig | 45.749 | 46.454 |
Stichting Estinea | ghz | 45.299 | 46.229 |
Mutsaersstichting | ggz | 44.588 | 46.077 |
Stichting MET ggz | ggz | 43.397 | 45.505 |
Stichting Het Raamwerk | ghz | 41.034 | 43.042 |
Stichting Protestants Christelijke Woonzorg Unie Veluwe | vvt | 40.498 | 41.836 |
Stichting Nieuw Woelwijck | ghz | 38.957 | 39.321 |
Stichting Revalidatiecentrum “Roessingh” | overig | 38.807 | 58.530 |
Stichting RIBW Arnhem en Veluwe-Vallei | ggz | 38.644 | 39.129 |
Stichting Riwis Zorg & Welzijn | conglomeraat | 37.987 | 40.348 |
Stichting S&L Zorg | ghz | 37.120 | 37.505 |
Stichting Zorgcentra uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten in Zeeland en Zuid-Holland en de Christelijke Gereformeerde Kerken in de regio Rotterdam | vvt | 37.047 | 41.097 |
Stichting RIBW Brabant | ggz | 35.767 | 37.506 |
Stichting Dr. Bernard Verbeeten Instituut | zkh | 33.745 | 34.874 |
Stichting Het Parkhuis | vvt | 33.194 | 34.883 |
Stichting Inovum | vvt | 30.728 | 31.584 |
Stichting Mosae Zorggroep | vvt | 29.423 | 31.411 |
Stichting Vecht en IJssel | vvt | 29.251 | 34.171 |