Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 83(10): 368-377, doi: 10.5117/mab.83.11863
Best practices voor de commissaris in het familiebedrijf wenselijk?
P. Van Leersum,
Mijntje Lückerath-Rovers,
N. Van Zijl
Corresponding author:
P. Van Leersum © P. Van Leersum, Mijntje Lückerath-Rovers, N. Van Zijl. This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Van Leersum P, Lückerath-Rovers M, Van Zijl N (2009) Best practices voor de commissaris in het familiebedrijf wenselijk? Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 83(10): 368-377. https://doi.org/10.5117/mab.83.11863 |  |
Abstract De rol van de commissaris eist in het huidige corporate governance debat een steeds prominentere plaats op. In tegenstelling tot de publieke beursgenoteerde ondernemingen, is er in Nederland voor ondernemingen in het private domein waar familiebedrijven de overhand hebben nog geen corporate governance code ontwikkeld. In dit artikel is onderzocht of een governance code voor het familiebedrijf zinvol is. Daarnaast is aan de hand van het Nationaal Commissarissen Onderzoek 2008 (De Bos en Lückerath, 2009) onderzocht wat de commissarissen bij familiebedrijven zelf vinden van hun taak en werkwijze. Zo ervaart een overgrote meerderheid van commissarissen bij familiebedrijven veranderingen in werkzaamheden en aansprakelijkheid in de afgelopen tien jaar, blijkt uit het Nationaal Commissarissen Onderzoek. In het artikel wordt betoogd dat er geen dwingende code moet komen, maar dat het ondernemingsbestuur van familiebedrijven wel degelijk op een hoger plan kan worden gebracht en dat een onafhankelijk toezichthoudend college als belangrijke waarborg kan gelden voor de overige stakeholders van het familiebedrijf. Het inrichten van een onafhankelijk toezichthoudend college kan een redelijk antwoord bieden op de toegenomen roep om meer verantwoordelijkheid en transparantie, zonder dat familiebedrijven volledig transparant hoeven te zijn over hun doen en laten. Het besloten karakter van deze ondernemingsvorm kan op deze manier gekoesterd worden.