Introduction to special issue |
Corresponding author: Anna Gold ( anna.gold@vu.nl ) Academic editor: Annemarie Oord
© 2024 Anna Gold, Barbara Majoor.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Gold A, Majoor B (2024) De nieuwe accountant in de steigers. In: Majoor B, Gold A, Oord A (Eds) De controle verklaard. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 98(1/2): 1-2. https://doi.org/10.5117/mab.98.125455
|
Welkom bij het themanummer ‘De nieuwe accountant in de steigers’. In de dynamische wereld van de accountancy is verandering een constante metgezel. Het accountantsberoep evolueert dan ook voortdurend, aangedreven door een complex samenspel van veranderende verwachtingen van de maatschappij en haar stakeholders, technologische innovaties, aanpassingen in werkmethoden, maar bovenal door een nieuwe generatie professionals. Deze professionals zijn de accountants van de toekomst, die de opdracht hebben om te voldoen aan de veranderende verwachtingen van de maatschappij. In dialoog met de stakeholders zullen zij ‘de accountant van de toekomst’ moeten vormgeven, waarbij de persoonlijke kwaliteiten, eigenschappen en vaardigheden van de accountant van cruciale betekenis zullen zijn in de zoektocht naar die toekomstige accountant. Oftewel, de nieuwe accountant staat al in de steigers, het benodigde ‘metselwerk’ wordt nu voorbereid.
Wij hebben dit themanummer gewijd aan het onderzoeken en belichten van enkele aspecten die een handvat kunnen bieden in dit veranderende landschap.
Om te beginnen gaan Van Brenk en Karssing in hun bijdrage in op het belang van filosofie voor een goede accountantscontrole. Een cruciaal onderdeel van een goede controle is het kritisch doorvragen over feiten, cijfers en informatie die door het management worden aangeleverd. Met andere woorden: hoe kun je professioneel-kritisch zijn, als je niet opmerkt en je verwondert (precies de essentie van filosoferen)? Daarom pleiten Van Brenk en Karssing ervoor om in de opleiding meer aandacht te besteden aan filosofie. Zij menen dat accountants hiermee beter worden voorbereid op reflectie op belangrijke vraagstukken in het vak, bijvoorbeeld ten aanzien van het continue spanningsveld tussen maatschappelijk belang en ondernemingsbelang. Een vraagstuk dat in het licht van het veranderende landschap met meer en diverse stakeholders van essentieel belang is.
Hoewel technologische ontwikkelingen in de accountancy voortschrijden, blijft het werk van een accountant fundamenteel mensenwerk. Daarom is het van belang om aandacht te besteden aan de persoonlijkheidskenmerken van accountants. In dit kader vatten Kerckhofs, Vandenhaute en Hardies in hun literatuurreview onderzoek van 34 studies samen over de ‘heldere’ en ‘duistere’ karaktereigenschappen van accountants. Hun artikel biedt inzicht in de wijze waarop persoonlijkheidskenmerken van accountants de auditkwaliteit en professioneel gedrag beïnvloeden. Het onderzoek onderstreept het belang om de persoonlijkheidskenmerken van accountants te begrijpen, zowel tijdens het wervingsproces als gedurende hun loopbaan. De uitkomsten van het onderzoek kunnen accountantskantoren helpen om weloverwogen beslissingen te nemen over talentwerving, personeelstoewijzing en professionele ontwikkeling.
Accountants doorlopen een uitgebreide opleiding alvorens zij hun beroep kunnen uitoefenen, wat effectief bijdraagt aan de sterke reputatie van het accountancyonderwijs in Nederland. Desondanks wordt er door de voortdurende ontwikkelingen en veranderingen binnen het vakgebied behoefte gevoeld aan vernieuwing. Dit is benadrukt in het rapport ‚Stip aan de Horizon‘ van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) en de Raad voor de Praktijkopleidingen van de NBA (RPO). Centraal uitgangspunt hierbij is het vermijden van de onnodige heruitvinding van een (opleidings)wiel. Grohnert en Gijselaers pleiten in hun bijdrage dan ook voor het benutten van lessen uit andere disciplines, zoals de gezondheidszorg, rechtsgeleerdheid en de luchtvaart, waar vergelijkbare uitdagingen worden aangepakt. Zij belichten bijvoorbeeld hoe de gezondheidszorg omgaat met de toenemende kennis die jonge professionals moeten beheersen, en hoe het onderwijs in de rechtsgeleerdheid een geïntegreerde aanpak van theorie en praktijk hanteert. Ook bespreken zij hoe luchtvaarttraining competentieontwikkeling bevordert zónder het curriculum te overbelasten. Door uit te leggen hoe vergelijkbare uitdagingen vanuit andere disciplines worden aangepakt, reiken de auteurs concrete inzichten aan die bijdragen aan de lopende inspanningen om een toekomstbestendig Nederlands accountancyonderwijs te waarborgen.
Naast de eerder besproken ontwikkelingen merken we ook een verandering in de werkwijze van accountants op. De opkomst van flexibel werken en remote samenwerking heeft de traditionele kantooromgeving doorbroken, waardoor controles in toenemende mate op afstand worden uitgevoerd en controleteams virtueel bijeenkomen in plaats van fysiek. Wiertz, Vanstraelen, Meuwissen, Grohnert en Gijselaers belichten in hun artikel de impact van virtueel teamwerk op de prestaties van controleteams. Daarvoor hebben zij zich zowel gebaseerd op kwalitatief als op kwantitatief onderzoek. De auteurs beschrijven zowel de voordelen als nadelen van deze werkwijze en laten bijvoorbeeld zien dat de voordelen vooral liggen op het gebied van een verbeterde balans tussen werk en privé en meer flexibiliteit voor invididuen, evenals kostenbesparing voor kantoren. Echter, de auteurs wijzen er ook op dat er op teamniveau juist uitdagingen zijn vanwege verminderde teamleerprocessen en een afnemende sociale dynamiek.
Tot slot resteert de vraag hoe al deze boeiende ontwikkelingen in de vernieuwde accountantsopleiding kunnen worden verwerkt. Majoor, Kloppenburg en Paape gaan in op de benodigde noodzakelijke veranderingen in de accountantsopleiding, op basis van vijf onderwerpen die relevant zijn voor het vertrouwen van stakeholders. Allereerst vinden zij dat de herziening nodig is, omdat het werkplezier van de professional dreigt onder te sneeuwen en het van groot belang is om meer aanmeldingen van jonge mensen te krijgen voor de opleiding. Daarom vinden zij dat de toekomstige accountant niet langer alle benodigde kennis tot in de finesses hoeft te beheersen. In hun pleidooi geven zij aan dat de toekomstige accountant zich moet specialiseren en deel uit moet maken van een multidisciplinair team. Ook benadrukken zij het elementaire belang om actuele praktijk continu te verweven in de opleiding. Zij zijn daarom voorstander van een volledige integratie van theorie en praktijk. Ten slotte roepen de auteurs de opleidingsdirecteuren op om de handen uit de mouwen te steken en voortvarend de regie op zich te nemen.
Het afronden van een themanummer luidt altijd een moment van reflectie in, zo ook nu. De bijdragen aan dit themanummer roepen daarom een aantal interessante vervolgvragen op, zoals:
Deze vragen, waarover de CEA zich ook buigt, zijn nu al gedeeltelijk aan de orde, maar zullen ongetwijfeld nog voor veel discussie in het beroep gaan zorgen. Wij hopen dat deze interne discussies niet de aandacht van het grotere doel afleiden, namelijk dat de accountant daadwerkelijk de vertrouwenspersoon is – en blijft – van de bredere groep stakeholders die hem of haar (of het team) ook als zodanig in die rol zien.
Tot slot menen wij dat de toekomstige accountant er niet alléén zorg voor kan dragen dat wordt voldaan aan de veranderende verwachtingen van de maatschappij en haar stakeholders. De basis ligt bij een goede, volledige en betrouwbare informatievoorziening door ondernemingen.
Wij wensen u veel leesplezier toe en danken alle auteurs voor hun waardevolle bijdrage aan dit themanummer.
Prof. dr. A. Gold – Anna is hoogleraar Auditing aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Prof. dr. B. Majoor RA – Barbara is hoogleraar Accountancy aan Nyenrode Business Universiteit en verbonden aan de AFM.