Column
Print
Column
Taaie maatschappelijke problemen kloppen aan de ondernemingsdeur
expand article infoRené Orij, Annemarie Oord§
‡ Nyenrode Business Universiteit, Breukelen, Netherlands
§ Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, Almelo, Netherlands
Open Access

Voor duurzaamheidsverslaggeving geldt dat het niet alleen interessant is om over financiële neveneffecten van duurzaamheid te rapporteren, want er zijn meer stakeholders dan financiële stakeholders. De maatschappij komt immers meer naar binnen dan ooit (en de onderneming komt ook meer naar buiten). De maatschappij kan worden bezien als een systeem van onderlinge verbanden tussen deelnemers, en veel verbanden tussen ondernemingen en andere deelnemers zijn daarbij belangrijk(er) aan het worden.

Stakeholders

Sommige deelnemers aan onze maatschappij zijn niet-financiële stakeholders van ondernemingen. Zij vertegenwoordigen daarbij de maatschappij ten opzichte van ondernemingen. Via de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) zijn deze stakeholders betrokken bij het verslaggevingsproces van ondernemingen in het kader van het belang voor maatschappij en milieu. Dat is duidelijk een ander proces dan bij financiële verslaggeving. De CSRD schrijft voor dat stakeholders betrokken moeten worden bij het vaststellingsproces van de impactmaterialiteit; een onderdeel van de analyse van de dubbele materialiteit. Dubbel staat hier voor twee soorten materiële duurzaamheidsinformatie: ten eerste informatie over het effect van duurzaamheid op de financiën van de onderneming, en ten tweede informatie over het effect van de onderneming op aan de onderneming gerelateerde aspecten van duurzaamheid (Van Nieuw Amerongen et al. 2023). Dit laatste is de impactmaterialiteit, waarmee de maatschappij aan de deur van de onderneming klopt.

Affected stakeholders

De stakeholders van een onderneming kunnen bekende partijen zijn, zoals werknemers, klanten en overheid. Maar de totale groep stakeholders is uitgebreider – en wellicht ook onoverzichtelijker – dan die bij zuiver financiële informatievertrekking, waarbij vooral aandeelhouders, banken en leveranciers belang hebben. Binnen de groep meepratende stakeholders zijn er zogenoemde ‘affected’ of getroffen stakeholders. Dat zijn bijvoorbeeld omwonenden die worden getroffen door stankoverlast of andere vervuiling, of partijen die door toedoen van een onderneming hun inkomstenbronnen verliezen. Maar zij niet alleen; het gaat ook om allerlei andere stakeholders uit de waardeketen die negatieve gevolgen ervaren van bedrijfsactiviteiten. Ook de natuur (de factor environment uit ESG) mag daarbij als een belangrijke stakeholder worden gezien. Zo kreeg bijvoorbeeld de Whanganui-rivier in Aotearoa (Nieuw-Zeeland) in 2017 als eerste rivier officieel de status van rechtspersoon. En er zijn wereldwijd steeds meer van dit soort initiatieven, waarmee deze categorie stemloze stakeholders een stem krijgt.

Belangrijkheid stakeholders bepalen

Het is een pittige klus om vast te stellen welke stakeholders belangrijk zijn, want er bestaan wat dat betreft geen absolute zekerheden en keuzes zijn doorgaans subjectief. Vanuit de wetenschap zijn er wel handvatten te geven. Een tip om de belangrijkheid van stakeholders en hun belang te bepalen is het model van Mitchell et al. (1997). Daarin worden drie kenmerken van belangen beschreven: macht, legitimiteit en urgentie. Een combinatie van kenmerken typeert een stakeholder, enkelvoudig dan wel in samenhang. De stakeholder die alle en macht heeft, is een slapende stakeholder. Een stakeholder die doordrongen is van urgentie, classificeert als een veeleisende stakeholder. Ligt het zwaartepunt van de stakeholder bij legitimiteit, dan is het een eigenzinnige stakeholder. Er zijn uiteraard meerdere combinaties van twee kenmerken mogelijk, en bij de combinatie van drie kenmerken hebben we te maken met een ultieme stakeholder met het belangrijkste belang.

Wicked problems, ofwel taaie problemen

Ondernemingen worden – door het via de CSRD verplicht binnenhalen van allerlei stakeholders – geconfronteerd met andere problemen dan tot nu toe, in een wereld waarin zij eerder vooral oog hadden voor het financieel gedreven primaire proces. Met het in ogenschouw nemen van niet monetaire belangen, haalt de onderneming bepaalde dilemma’s naar binnen die lastig te wegen zijn. In de maatschappelijke of milieucontext zijn sommige problemen dikwijls niet eenvoudig op te lossen. Deze problemen worden ‘wicked problems’ genoemd, letterlijk vertaald als ‘gemene’ of taaie problemen, en komen relatief vaak voor bij maatschappelijke uitdagingen (Dumay 2022). In 1973 definieerden Rittel and Webber (1973) wicked problems al als problemen:

  • die op meerdere manieren kunnen worden gedefinieerd;
  • die niet deelbaar zijn in kleinere problemen;
  • waarbij meerdere betrokkenen zijn en meerdere belangen spelen;
  • waarvoor zeer verschillende oplossingen worden bedacht;
  • waarbij elke oplossing een volgend probleem triggert; en
  • die zich onvoorspelbaar ontwikkelen.

Anders gezegd: wicked problems zijn dus hardnekkig en blijven steeds opnieuw en in andere vormen opduiken, aldus Van Berkel and Manickam (2019). Ze zijn in die zin vooral lastig oplosbaar, omdat: a) de oplossing voor het ene probleem meestal weer een nieuw, ander probleem creëert; en b) het niet duidelijk is hoe die reeks van problemen kan worden opgelost. Ondernemingen rapporteren steeds vaker over dit soort problemen. Dat brengt met zich mee dat zij beleid over de betreffende thema’s moeten opstellen en actie moeten ondernemen om de problemen op te lossen.

Voorbeeld

Een voorbeeld uit de praktijk: een grote onderneming met Nederlandse wortels heeft een nultolerantiebeleid als het gaat om kinderarbeid in de toeleveringsketen. Dat schrijven ze in hun duurzaamheidsverslag. Vanuit Nederlandse perspectief bezien is dat beleid logisch. In Nederland is kinderarbeid namelijk honderdvijftig jaar geleden onwettig verklaard met het ‘kinderwetje’ van Van Houten uit 1874 (Nationaal Archief 2024). Maar in sommige delen van de wereld is kinderarbeid nog niet uitgebannen, zoals bij het verbouwen van cacao in West-Afrika (Perkiss et al. 2020). De onderneming uit het voorbeeld heeft bedrijfsactiviteiten in dat gebied, want zij koopt bij lokale organisaties cacao die naar Nederland wordt verscheept.

Vanaf hier wordt het voorbeeld hypothetisch. De onderneming stelt vast dat er in bepaalde productieketens kinderarbeid voorkomt. Vanwege het nultolerantiebeleid is de samenwerking met een zakenpartner in West-Afrika gestopt. Die partner in de toeleveringsketen kan een lokale boerencoöperatie zijn, een tussenhandelaar, of een individuele cacaoboer. Wat kan het gevolg zijn van het stoppen met de samenwerking? Als het gaat om een coöperatie van kleine boeren in een dorp in Ivoorkust, kan het dorp in één keer de hele afzetmarkt van cacaobonen verliezen. Met honger in het dorp als resultaat. Dit is een ‘wicked problem’. De zogenoemde oplossing van het eerste probleem leidt hier tot een ander probleem. In het kader van de CSRD is deze gemeenschap een zogenoemde ‘affected community’, een getroffen gemeenschap. De mensen in deze gemeenschap zijn ook getroffen stakeholders. Als het goed is, zullen ondernemingen verslag doen van de kinderarbeid en van de ‘oplossing’ hiervoor. Daarmee halen ondernemingen dilemma’s naar binnen, die eerder niet zo transparant zijn gemaakt.

Getroffen stakeholders en verslaggeving

Een uitdaging is het betrekken van deze getroffen stakeholders uit het West-Afrikaanse dorp bij het verslaggevingsproces. Dat zou kunnen gebeuren via een non-gouvernementele organisatie (ngo) (Perkiss et al. 2021). Een ngo, die bij machte is om een urgent legitiem probleem aan te kaarten bij de onderneming en eventueel bij handhavende overheden. Als nu weer het model van Mitchell et al. (1997) langskomt met de weging van macht, legitimiteit en urgentie, dan is deze groep getroffen stakeholders met hulp van de ngo een echte ultieme stakeholder van de onderneming.

Met het steeds groter wordende belang van duurzaamheidsverslaggeving en de komst van de CSRD zullen dit soort dilemma’s naar verwachting de komende jaren vaker langskomen in het MAB. Misschien een reden om het MAB op enig moment om te dopen in Maandblad voor Accountancy, Bedrijfseconomie en Taaie Maatschappelijke Problemen?

Prof. dr. R.P. Orij – René is hoogleraar Corporate Sustainability Reporting bij het Center for Corporate Reporting, Finance & Tax van Nyenrode Business Universiteit.

Drs. J.M. Oord – Annemarie is managing editor van het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie.

Literatuur

  • Mitchell RK, Agle BR, Wood DJ (1997) Toward a theory of stakeholder identification and salience: Defining the principle of who and what really counts. Academy of Management Review 22(4): 853–886. https://doi.org/10.2307/259247
  • Perkiss S, Bernardi C, Dumay J, Haslam J (2021) A sticky chocolate problem: Impression management and counter accounts in the shaping of corporate image. Critical Perspectives on Accounting 81: 102229. https://doi.org/10.1016/j.cpa.2020.102229
  • Van Nieuw Amerongen N, Renes R, De Bos A (2023) Dubbele materialiteit: de toekomst van duurzaamheidsverslaggeving volgens ESRS en experts. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 97(3/4): 101–113. https://doi.org/10.5117/mab.97.101191
login to comment