Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 78(4): 160-168, doi: 10.5117/mab.78.16301
Concurrentie en efficiëntie in het bankwezen
expand article infoJ. W. B. Bos
Open Access
Abstract
Dit artikel gaat in op de aard en mate van concurrentie op de Nederlandse bankenmarkt en de efficiëntie van Nederlandse banken. Vervolgens worden de uitkomsten voor Nederland vergeleken met bancaire concurrentie en efficiëntie in andere landen, in het bijzonder die in Europa. Op vrijwel alle bankenmarkten van industriële landen is sprake van relatief sterke concurrentie, maar in de meeste gevallen wordt geen volledige mededinging gevonden. Overigens blijkt de mate van concurrentie minder sterk op lokale, op retail georiënteerde markten en veel sterker op internationale, op ‘wholesale’ gerichte markten. De bancaire deelmarkten in Nederland zijn niet minder concurrerend dan gemiddeld genomen elders het geval is. De uitkomsten lijken te duiden op een mate van concurrentie die bankklanten voldoende zekerheid geeft op redelijke prijzen en dienstverlening, terwijl banken in staat zijn voldoende winst te genereren om hun financiële gezondheid te kunnen handhaven, zodat geen direct gevaar voor financiële stabiliteit dreigt. Schattingen van kostenefficiënties van Nederlandse banken suggereren dat op kosten gemiddeld nog circa 5% kan worden bespaard. Berekening van winstefficiënties laat zien dat daar nog forse vooruitgang mogelijk is, die deels door relatief kleine kostenreducties kan worden gerealiseerd. Grote Nederlandse banken steken gemiddeld genomen in termen van efficiëntie goed af bij hun grote concurrenten uit andere landen. De efficiëntie van banken in Nederland en elders is in het afgelopen decennium significant verbeterd. Daarbij dient te worden aangetekend dat het voor een bank moeilijk is om een hoge efficiëntie ook over de grens te realiseren. Het is aannemelijk dat deregulering en financiële en monetaire integratie in de Europese Unie verder aan concurrentieverbetering en efficiëntiewinst hebben bijgedragen. Dit artikel richt zich met name op bankiers alsmede op beleidsmakers, toezichthouders en wetenschappers die zich bezighouden met de financiële sector.