Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 84(4): 189-199, doi: 10.5117/mab.84.16344
Resultaatsturing bij eerste beursnotering
Jasper Seger
Corresponding author:
Jasper Seger © Jasper Seger. This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Seger J (2010) Resultaatsturing bij eerste beursnotering. Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 84(4): 189-199. https://doi.org/10.5117/mab.84.16344 | ![Open Access](/i/open_access_icon_colour.svg) |
Abstract Bestaande literatuur geeft grotendeels aan dat bedrijven bij hun eerste beursgang (initial public offerings, oftewel IPO’s) resultaatsturing toepassen om beleggers te beïnvloeden. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor resultaatsturing. Resultaatsturing kan worden verklaard vanuit opportunistisch perspectief, dat wil zeggen dat het management eigenbelang nastreeft en probeert het resultaat zo positief mogelijk voor te stellen om een hoge prijs te krijgen voor de te emitteren aandelen. Een alternatieve verklaring wordt geboden door het informatieperspectief, waarbij het management probeert een signaal af te geven omtrent de toekomstige winstgevendheid. Met een onderzoeksgroep van 512 IPO’s uit 24 verschillende landen vind ik dat 10 procent van de IPO-bedrijven verdacht zijn van opportunistisch gedrag. Ik vind echter meer aanwijzingen voor het informatieperspectief, zodat resultaatsturing beter kan worden verklaard doordat bedrijven proberen een indicatie te geven van hun toekomstige winsten.