Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 81(5): 174-185, doi: 10.5117/mab.81.16909
Wet toezicht accountantsorganisaties; een beschouwing
expand article infoRoger Dassen, A. R. Roos
Open Access
Abstract
De Wet Toezicht Accountantsorganisaties (WTA) vormt de kroon op de Nederlandse evaluatie van accountantswetgeving. Wij menen dat deze wet zal bijdragen aan een gerechtvaardigd vertrouwen in het openbaar accountantsberoep. De hoofdlijnen van de WTA sluiten inhoudelijk prima aan bij internationale ontwikkelingen. Winst dus voor multinationale ondernemingen en hun accountants. Met de komst van onafhankelijk extern toezicht ontstaat een evenwichtige balans tussen overheidstoezicht en zelfregulering. Wij pleiten ervoor te voorkomen dat onnodige administratieve lastenverzwaring ontstaat vanwege dubbele toetsingen door verscheidene toezichthouders. Dat kan door bij het handhavingsbeleid te streven naar internationale convergentie. De zelfregulering die ook na de WTA blijft bestaan bij de opstelling van gedrags- en beroepsregels doet naar onze mening geen afbreuk aan publieke belangen. Wij illustreren dat met waarborgen in de WTA en recente ontwikkelingen binnen de governance structuur van de International Federation of Accountants (IFAC). De specifi eke bepalingen in de WTA voor onafhankelijkheid en opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling vinden wij in de kern gezond. Wel verdienen zij op een aantal facetten nadere uitwerking. Ook signaleren wij enkele bijverschijnselen van de WTA. Verschil in de reikwijdte en diepgang van de WTA ten opzichte van IFAC-voorschriften heeft geleid tot een complex stelsel van verordeningen en nadere voorschriften van de beroepsorganisaties. Het laat zich moeizaam onderhouden en vergroot het risico van onbedoelde overtredingen.