Het participeren door particuliere beleggers in scheepvaartfondsen heeft in 2009 een nieuwe impuls gekregen door de toepassing van een regeling inzake vervroegde afschrijving (tijdelijke regeling willekeurige afschrijving). In dit artikel worden deze regeling en de bijbehorende juridische aspecten besproken, en de invloed ervan op rendement en risico van scheepsfondsbeleggingen onderzocht. Tevens wordt het effect van het onderhavige fiscaal-juridische regime vergeleken met dat van voorgaande, c.q. alternatieve regimes voor scheepsfondsen, zoals wij die in een eerdere bijdrage aan dit blad hebben onderzocht. Een conclusie is dat het sinds 2009 toepasbare regime ten opzichte van het regime van de voorafgaande jaren (sinds 2001) in beginsel tot een hoger verwacht rendement leidt, maar tevens tot een hoger rendementsrisico. Voorts geeft het recente fiscale regime aanleiding tot een aangepaste bepaling van de interne rentabiliteit voor scheepsfondsbeleggingen.