Corresponding author: Eva Eijkelenboom ( eijkelenboom@law.eur.nl ) Academic editor: Barbara Majoor
© 2019 Eva Eijkelenboom.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Eijkelenboom E (2019) Over kwaliteit, materialiteit en het materiële belang van de uitgebreide accountantsverklaring voor gebruikers van de jaarrekening. Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 37-46. https://doi.org/10.5117/mab.93.29449
|
Sinds de uitbreiding van de controleverklaring verschaft de accountant meer inzicht aan de gebruikers van de jaarrekening over de door hem uitgevoerde controlewerkzaamheden. In de uitgebreide controleverklaring verstrekt de accountant onder meer informatie over de door hem gehanteerde materialiteit.
Dit artikel bevat een eerste verkenning van materialiteitsgegevens uit controleverklaringen bij de jaarrekeningen van 56 beursvennootschappen in de boekjaren 2014 tot en met 2017. Uit de resultaten van dit onderzoek volgt dat er door de Big 4-accountantsorganisaties sinds boekjaar 2014 een meer uniforme materialiteit gehanteerd wordt. Voorts blijkt dat de materialiteit gedurende de onderzoeksperiode na wisseling van accountantsorganisatie en/of extern accountant lager is dan indien er geen wisseling plaatsvond.
Kwaliteitsbevorderende maatregelen, controleverklaring, materialiteit
Het onderzoek in dit artikel draagt bij aan het inzicht in de ontwikkeling van materialiteit en biedt aanknopingspunten voor gesprek tussen bestuurders, commissarissen, gebruikers van de jaarrekening en accountants over de controlewerkzaamheden.
‘Boekhoudschandalen’ en de financiële crisis hebben wereldwijd geleid tot maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke discussies over de rol van de accountant, de kwaliteit van de door hem uitgevoerde controle en de toekomst van het accountantsberoep (
Sinds de invoering van de uitgebreide controleverklaring zijn er diverse onderzoeken verschenen naar de uitgebreide controleverklaring in de Nederlandse praktijk (zie onder meer
In dit artikel staan de materialiteitgegevens uit de controleverklaringen van beursvennootschappen uit de boekjaren 2014 t/m 2017 centraal.
Berichtgeving over accountantsorganisaties en de bij haar werkzame accountants in de media, onderzoeksuitkomsten van de toezichthouder en uitingen van accountants zelf beïnvloeden de perceptie van gebruikers van de jaarrekening over accountants. Door de (beperkte) (wettelijke) mogelijkheden die accountants hebben om te communiceren over de controlewerkzaamheden die zij uitvoeren, is het niet verwonderlijk dat de impact van publieke uitingen over accountants en accountantsorganisaties groot is. Negatieve berichtgeving heeft een drukkende werking op het vertrouwen in de accountant en de werkzaamheden die hij verricht (
“Ten opzichte van personen die direct betrokken zijn bij een organisatie (zoals bestuurders en commissarissen), hebben andere belanghebbenden een informatieachterstand. De accountantsverklaring kan een verbetering brengen in hun informatiepositie door een redelijke mate van zekerheid over de door de organisatie verstrekte informatie te geven. Waar de kernfunctie van de accountant ligt in het verstrekken van zekerheid aan het maatschappelijk verkeer, verliest deze functie haar waarde door het wegvallen van het in de accountantsverklaring gestelde vertrouwen. Dit is een probleem voor de accountant die zelf in diskrediet kan raken, voor het vertrouwen in de beroepsgroep als geheel, maar nadrukkelijk ook voor het maatschappelijk verkeer (bedrijfsleven, overheid, financiële markten, werknemers, crediteuren en beleggers) ten behoeve waarvan de accountant zijn verklaringen afgeeft”.
Bezien vanuit het perspectief van de accountant en in het licht van het concept van de verwachtingskloof is inzetten op het vergroten van de informatiewaarde van de controleverklaring om bij te dragen aan het inzicht in de (kwaliteit van de) accountantswerkzaamheden en zo het vertrouwen in de accountant te verstevigen dan ook een logische gevolgtrekking. Het is in onze maatschappij waarin het vertrouwen in de accountant onder druk staat nauwelijks voorstelbaar dat de controleverklaring die vandaag de dag meerdere pagina’s beslaat rond het jaar 1900 in zijn meest eloquente vorm uit niet meer dan een handtekening van de accountant bestond (
De aandacht van (inter)nationale wet- en regelgevers voor vergroting van de informatiewaarde van de controleverklaring ontstond in de nasleep van de ‘boekhoudschandalen’ en de financiële crisis (
Als gevolg van de invoering van de uitgebreide controleverklaring bij, onder meer, beursgenoteerde ondernemingen zijn gegevens over de door de accountant gehanteerde materialiteit publiekelijk beschikbaar gekomen. “Informatie is materieel indien het weglaten of het onjuist weergeven daarvan de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden. De materialiteit van de post of fout is afhankelijk van de omvang daarvan, beoordeeld onder de bijzondere omstandigheden waaronder het weglaten of onjuist weergeven plaatsvindt. Het begrip materialiteit verschaft dus meer een drempel of kritische grens, dan dat het een primair kwalitatief kenmerk is dat informatie moet bezitten om nuttig te zijn” (Raad voor de Jaarverslaggeving 2018/930.30). Uit Standaard 320 van de NV COS volgt dat de accountant de materialiteit van de controle vaststelt op basis van gedegen onderzoek en zijn professionele oordeelsvorming, waarin hij onder meer (zijn perceptie van) de informatiebehoeften van de gebruiker van de jaarrekening betrekt. Het vaststellen van de materialiteit gaat derhalve gepaard met een zekere mate van professionele oordeelsvorming. Doordat professionele oordeelsvorming van de accountant nodig is bij het vaststellen van de materialiteit, kan de beoordeling van gelijke informatie door verschillende accountants leiden tot van elkaar afwijkende materialiteitswaarden (
Er zijn verschillende factoren die de totstandkoming en hoogte van de materialiteit kunnen beïnvloeden. Zo kunnen verschillen in informatiebehoeften van de diverse typen gebruikers van de jaarrekening van invloed zijn op de vaststelling van de materialiteit door de accountant (
Dit onderzoek naar materialiteit bij Nederlandse beursvennootschappen is het eerste onderzoek dat op basis van publiek beschikbare informatie inzicht geeft in de gehanteerde materialiteit over meerdere boekjaren en daardoor de mogelijkheid biedt vergelijkingen te maken tussen verschillende accountantsorganisaties, controleverklaringen en de in de controle gehanteerde materialiteit. Voor dit onderzoek zijn de controleverklaringen bestudeerd van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen waarvan (certificaten van) aandelen zijn toegelaten tot de handel op de gereglementeerde markt van Euronext Amsterdam en die zijn opgenomen in de indexen AEX, AMX en AScX gedurende de boekjaren 2014 t/m 2017. De jaarverslaggeving is gedownload van de website van de vennootschap of van de database company.info. In totaal zijn 56 beursvennootschappen in het onderzoek betrokken. Bijlage
“Het begrip materialiteit wordt door de accountant toegepast zowel bij het plannen en uitvoeren van de controle, als bij het evalueren van het effect van de geïdentificeerde afwijkingen op de controle en van eventuele niet-gecorrigeerde afwijkingen op de financiële overzichten, alsmede bij het vormen van het oordeel in de controleverklaring” (Standaard 320 NV COS). In de controleverklaring licht de accountant op grond van Standaard 700 NV COS par. 41A in een op de onderneming toegespitste uitleg toe hoe hij het concept materialiteit heeft toegepast bij het plannen en uitvoeren van de controle. In de controleverklaring bij de jaarrekening van organisaties van openbaar belang neemt de accountant op grond van Standaard 700 NV COS par. 29A de in de controle gehanteerde materialiteit van de financiële overzichten als geheel op.
De in de controle gehanteerde materialiteit van de financiële overzichten als geheel zoals opgenomen door de accountant in de controleverklaring vormt het uitgangspunt van dit onderzoek. De materialiteit wordt door de accountant in de controleverklaring uitgedrukt in een bedrag en is veelal gebaseerd op een percentage van een benchmark. Deze benchmark is een grootheid uit de jaarrekening zoals het eigen vermogen of het balanstotaal ten opzichte waarvan de accountant beoordeelt of informatie materieel is (
Uit Standaard 320 NV COS volgt dat een accountant gebruik maakt van zijn professionele oordeelsvorming bij het bepalen van de materialiteit. Deze professionele oordeelsvorming wordt beïnvloed door de perceptie van de accountant over de informatiebehoeften van de gebruikers van de jaarrekening. Het ligt dan ook in de verwachting dat verschillende accountants tot een verschillende materialiteit komen. Mogelijk oefent ook de organisatie waarbinnen de accountant werkzaam is invloed uit op de totstandkoming van de materialiteit, bijvoorbeeld door het verstrekken van interne instructies. Om inzicht te verkrijgen in de verschillen tussen accountantsorganisaties en accountants zijn tevens de accountantsorganisatie en de naam van de extern accountant in het onderzoek betrokken en is gekeken naar de toelichting op de materialiteit. Door de beperkte omvang van de in het onderzoek betrokken beursvennootschappen is ervoor gekozen geen uitsplitsing te maken naar omvang of sector.
Tabel
Verdeling controles van beursvennootschappen over accountantsorganisaties in periode boekjaar 2014 t/m 2017.
Verdeling controles beursvennootschappen over accountantsorganisaties in periode boekjaar 2014 t/m 2017 | ||||||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |||||
n | % | n | % | n | % | n | % | |
Deloitte | 14 | 25 % | 18 | 32 % | 15 | 27 % | 13 | 23 % |
EY | 12 | 21 % | 12 | 21 % | 13 | 23 % | 14 | 25 % |
KPMG | 13 | 23 % | 11 | 20 % | 14 | 25 % | 14 | 25 % |
PwC | 16 | 29 % | 14 | 25 % | 13 | 23 % | 14 | 25 % |
Next 5 | 1 | 2 % | 1 | 2 % | 1 | 2 % | 1 | 2 % |
Gegevens over de accountant en accountantsorganisatie zijn nodig om inzicht te krijgen in het aantal wisselingen van accountants en accountantsorganisaties. In Tabel
In deze bijdrage staat de materialiteit centraal. De materialiteit van de verschillende groepsonderdelen en afspraken die door de accountant met de raad van commissarissen gemaakt zijn om tijdens de controle door de accountant geconstateerde afwijkingen te rapporteren die mogelijk om kwalitatieve redenen relevant zijn, worden niet in het onderzoek betrokken.
Roulaties bij beursvennootschappen.
Roulaties bij beursvennootschappen | ||||
Accountantsorganisatie | Extern accountant | |||
n | % | n | % | |
2015 | 17 | 30.4 % | 8 | 14.3 % |
2016 | 20 | 35.7 % | 5 | 8.9 % |
2017 | 3 | 5.4 % | 15 | 26.8 % |
Tabel
Gehanteerde benchmark bij de materialiteit van beursvennootschappen gedurende boekjaar 2014 t/m 2017.
Gehanteerde benchmark bij de materialiteit van beursvennootschappen gedurende boekjaar 2014 t/m 2017 | ||||||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |||||
n | % | n | % | n | % | n | % | |
Eigen vermogen | 4 | 7 % | 4 | 7 % | 2 | 4 % | 3 | 5 % |
Omzet | 9 | 16 % | 5 | 9 % | 7 | 13 % | 9 | 16 % |
Winst | 37 | 66 % | 40 | 71 % | 42 | 75 % | 38 | 68 % |
Overig | 6 | 11 % | 7 | 13 % | 5 | 9 % | 6 | 11 % |
Tabel
Ontwikkeling materialiteit over de boekjaren 2014 t/m 2017.
Winst | Omzet | Eigen vermogen | |||||||||||
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | ||
Totaal | Aantal | 37 | 40 | 42 | 37 | 9 | 5 | 7 | 9 | 3 | 4 | 2 | 3 |
Gem. | 5.7 % | 5.3 % | 5.2 % | 5.1 % | 0.5 % | 0.5 % | 0.7 % | 0.8 % | 3.0 % | 1.5 % | 0.8 % | 1.3 % | |
Mediaan | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 0.5 % | 0.5 % | 0.5 % | 0.7 % | 3.0 % | 1.0 % | 0.8 % | 1.0 % | |
Laagste | 1.0 % | 1.5 % | 2.0 % | 2.0 % | 0.1 % | 0.2 % | 0.4 % | 0.4 % | 1.0 % | 1.0 % | 0.5 % | 0.5 % | |
Hoogste | 10.0 % | 10.0% | 10.0% | 7.5 % | 1.1 % | 0.8 % | 1.3 % | 1.4 % | 5.0 % | 3.0 % | 1.0 % | 2.5 % | |
Deloitte | Aantal | 10 | 16 | 13 | 11 | 3 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 |
Gem. | 7.7 % | 6.5 % | 6.5 % | 6.0 % | 0.8 % | 0.6 % | 0.8 % | 1.4 % | 3.0 % | 3.0 % | – | – | |
Mediaan | 7.3 % | 6.3 % | 6.2 % | 6.0 % | 0.8 % | 0.6 % | 0.8 % | 1.4 % | 3.0 % | 3.0 % | – | – | |
Laagste | 5.0 % | 4.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 0.6 % | 0.6 % | 0.8 % | 1.4 % | 3.0 % | 3.0 % | – | – | |
Hoogste | 10.0 % | 10.0 % | 10.0 % | 7.5 % | 1.1 % | 0.6 % | 0.8 % | 1.4 % | 3.0 % | 3.0 % | – | – | |
EY | Aantal | 5 | 5 | 7 | 6 | 3 | 2 | 4 | 5 | 0 | 2 | 0 | 0 |
Gem. | 3.8 % | 3.9 % | 4.6 % | 4.5 % | 0.4 % | 0.4 % | 0.5 % | 0.6 % | – | 1.0 % | – | – | |
Mediaan | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 0.5 % | 0.4 % | 0.5 % | 0.5 % | – | 1.0 % | – | – | |
Laagste | 1.0 % | 1.5 % | 2.0 % | 2.0 % | 0.1 % | 0.3 % | 0.4 % | 0.4 % | – | 1.0 % | – | – | |
Hoogste | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 0.5 % | 0.5 % | 0.5 % | 0.8 % | – | 1.0 % | – | – | |
KPMG | Aantal | 10 | 7 | 10 | 10 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 |
Gem. | 5.9 % | 4.3 % | 4.7 % | 5.0 % | – | – | – | 0.5 % | 1.0 % | 1.0 % | 0.8 % | 0.8 % | |
Mediaan | 6.2 % | 4.8 % | 5.0 % | 4.7 % | – | – | – | 0.5 % | 1.0 % | 1.0 % | 0.8 % | 0.8 % | |
Laagste | 1.3 % | 3.0 % | 3.6 % | 3.0 % | – | – | – | 0.5 % | 1.0 % | 1.0 % | 0.5 % | 0.5 % | |
Hoogste | 10.0 % | 5.2 % | 5.5 % | 5.8 % | – | – | – | 0.5 % | 1.0 % | 1.0 % | 1.0 % | 1.0 % | |
PwC | Aantal | 12 | 12 | 12 | 11 | 3 | 2 | 1 | 2 | 1 | 0 | 0 | 0 |
Gem. | 4.7 % | 4.8 % | 4.8 % | 5.0 % | 0.4 % | 0.5 % | 1.0 % | 1.0 % | 5.0 % | – | – | – | |
Mediaan | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 0.5 % | 0.5 % | 1.0 % | 1.0 % | 5.0 % | – | – | – | |
Laagste | 3.0 % | 3.5 % | 3.5 % | 4.5 % | 0.2 % | 0.2 % | 1.0 % | 1.0 % | 5.0 % | – | – | – | |
Hoogste | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 0.5 % | 0.8 % | 1.0 % | 1.0 % | 5.0 % | – | – | – |
Gedurende de gehele onderzoeksperiode is de gemiddelde materialiteit bij de in het onderzoek betrokken beursvennootschappen na roulatie van de accountantsorganisatie lager dan wanneer er geen roulatie van accountantsorganisatie plaatsvindt. Eenzelfde beeld rijst bij roulatie van de extern accountant bij een gelijkblijvende accountantsorganisatie. Ook bij roulatie van de extern accountant is de gemiddelde materialiteit gedurende de gehele onderzoeksperiode bij de in het onderzoek betrokken beursvennootschappen lager dan wanneer er geen roulatie plaatsvindt. Zie nader Tabel
Ontwikkeling gemiddelde materialiteit met benchmark ‘winst’ bij beursvennootschappen na roulatie.
Accountantsorganisatie | Extern accountant | ||||||||||||
2015 | 2016 | 2017 | 2015 | 2016 | 2017 | ||||||||
Wel wissel | Geen wissel | Wel wissel | Geen wissel | Wel wissel | Geen wissel | Wel wissel | Geen wissel | Wel wissel | Geen wissel | Wel wissel | Geen wissel | ||
Totaal | Aantal | 14 | 26 | 15 | 27 | 0 | 37 | 6 | 20 | 2 | 25 | 8 | 29 |
Gem. | 4.9 % | 5.5 % | 4.9 % | 5.4 % | – | 5.1 % | 4.8 % | 5.7 % | 4.3 % | 5.5 % | 4.8 % | 5.0 % | |
Mediaan | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | – | 5.0 % | 4.5 % | 5.0 % | 4.3 % | 5.0 % | 5.0 % | 5.0 % | |
Laagste | 1.5 % | 3.0 % | 4.1 % | 2.0 % | – | 2.0 % | 3.0 % | 3.0 % | 3.5 % | 2.0 % | 2.0 % | 3.0 % | |
Hoogste | 8.5 % | 10.0 % | 5.5 % | 10.0 % | – | 7.5 % | 7.0 % | 10.0 % | 5.0 % | 10.0 % | 6.0 % | 7.5 % |
In de in dit onderzoek betrokken controleverklaringen viel op dat de materialiteit in alle gevallen uitgedrukt werd in een bedrag maar dat het percentage van de benchmark dat aan dat bedrag ten grondslag ligt in drie controleverklaringen ontbreekt.
Toelichting materialiteit: BAM, Integrated report 2016. Combined independent auditor’s report on the 2016 financial statements and Sustainability Information, p. 219 (Ernst & Young Accountants LLP). https://www.bam.com/en/investor-relations/annual-reports.
“Based on our analyses of the common information needs of users of the financial statements, we consider profit before tax the most appropriate benchmark to determine materiality. However, profit before tax has been volatile in recent years and is not yet at a representative level, given the size of the business. For this reason we considered revenues to be a more appropriate benchmark to determine the materiality. The percentage applied is 0.5 per cent, which is at the lower end of an acceptable range. This materiality is subsequently allocated to and used in the audits of the local operating companies. Since this is our first year as auditors of BAM, we also compared these actual materiality levels used in the audits of local operating companies to the materiality used by the predecessor auditor at local operating company level and noted that materiality levels are not materially different.” |
In de controleverklaringen wordt ook aandacht besteed aan wijzigingen in materialiteit ten opzichte van het voorgaande boekjaar. De controleverklaring bij de jaarrekening van DSM in 2015 bevat een voorbeeld van aandacht voor verandering van de materialiteit na wisseling van de accountantsorganisatie. Zie figuur 2.
Toelichting materialiteit: DSM, Royal DSM Integrated Annual Report 2015, p. 199 (KPMG Accountants N.V.). https://annualreport.dsm.com/ar2015/en_US/downloads.html
“Based on our professional judgment we determined the materiality for the financial statements as a whole at € 25 million (2014 EY: € 44 million). The materiality is determined with reference to profit before tax from continuing operations, before exceptional items, of which it represents 5.2%. In addition, the appropriateness of the materiality was assessed by comparing the amount to consolidated net sales from continuing operations of which it represents 0.3% (2014 EY: 0.5%). We have also taken into account misstatements and/or possible misstatements that in our opinion are material for qualitative reasons for the users of the financial statements.” |
Met name bij wijzigingen van de materialiteit kan een entiteitspecifieke toelichting voor de gebruiker van de jaarrekening een belangrijke informatiebron vormen voor de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden heeft verricht. Een voorbeeld van een toelichting op de verandering van de materialiteit is de toelichting in de controleverklaring bij de jaarrekening van Randstad in 2017. Een entiteitspecifieke toelichting in de controleverklaring op een wijziging van de materialiteit is naar mijn mening aanbevelenswaardig. Wel dient de accountant ervoor te waken dat een toelichting verhelderend werkt. Zo kan bij de toelichting op de wijziging van de materialiteit in de controleverklaring bij de jaarrekening van Randstad mogelijk onduidelijkheid bestaan over of de accountant verwijst naar de algehele materialiteit of uitvoeringsmaterialiteit. Zie figuur 3.
Toelichting materialiteit: Randstad, Annual report 2017, p. 190 (Deloitte Accountants B.V.). https://www.ir.randstad.com/results-and-reports/annual-reports
“Based on our professional judgement we determined the materiality for the financial statements as a whole at € 50 million. The materiality is based on 6% of Income before taxes. We have also taken into account misstatements and/or possible misstatements that in our opinion are material for the users of the financial statements for qualitative reasons. In the previous year materiality was determined for the financial statements as a whole at € 30 million, based on 4% of Income before taxes. Generally, when using Income before taxes as a benchmark, a percentage is applied towards the lower end in the range of 5% to 10%. In the first two years, we worked with a reduced materiality level as we had been recently appointed. As this is our third year, we believe that current materiality level reflects what is considered important for the users of the financial statements and reflects the level of activity of the company.” |
Beursvennootschappen hebben inmiddels vier boekjaren een uitgebreide controleverklaring in hun jaarlijkse financiële verslaggeving moeten opnemen. Voor gebruikers van de jaarrekening is daardoor meer informatie publiekelijk beschikbaar gekomen over de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden uitvoert. Uit de in de controleverklaringen opgenomen materialiteitsgegevens blijkt dat de gemiddelde materialiteit sinds boekjaar 2014 elk boekjaar lager is dan het voorgaande boekjaar. Ook is de materialiteit lager na wisseling van de accountantsorganisaties en/of accountant. Uit de controleverklaringen blijkt voorts een meer uniforme toepassing van materialiteit in boekjaar 2017 dan in boekjaar 2014 bij de in het onderzoek betrokken beursvennootschappen. Zo hanteerden de Big 4-accountantsorganisaties in boekjaar 2014 een gemiddelde materialiteit tussen de 7.7 % en 3.8 % terwijl dit in boekjaar 2017 dichter bij elkaar lag met een gemiddelde materialiteit tussen de 6.0 % en 4.5 %.
Zoals ik in de inleiding aanstipte, is het doel van de uitgebreide controleverklaring het bevorderen van het inzicht in de controlewerkzaamheden en de kwaliteit ervan om het vertrouwen in de accountant te verstevigen.
De gebruiker van de jaarrekening is niet in staat te bepalen of de kwaliteit van de controleverklaring overeenkomt met de kwaliteit die hij op grond van de wet mag verwachten. De controlewerkzaamheden en de controleverklaring zijn daardoor te kwalificeren als ‘vertrouwensgoed’. Om de kwaliteit in te kunnen schatten, moet de gebruiker van de jaarrekening dus gebruik maken van publiek beschikbare bronnen. Met de uitbreiding van de controleverklaring heeft de accountant een handvat gekregen om meer informatie over de controlewerkzaamheden aan de gebruiker van de jaarrekening te verstrekken. Door het verstrekken van de informatie draagt de accountant mogelijk bij aan verkleining van de verwachtingskloof. De materialiteitsgegevens van de in dit onderzoek betrokken controleverklaringen bevatten een indicatie dat de toegenomen transparantie ook tot een grotere uniformering van de gehanteerde materialiteit door de Big 4-accountantsorganisaties heeft geleid. Meer uniformiteit bij het uitvoeren van de controlewerkzaamheden door accountants draagt bij aan het verkleinen van de verwachtingskloof. Tegelijk neemt de toegevoegde waarde van materialiteitsgegevens in de controleverklaring voor gebruikers van de jaarrekening die verschillende accountantsorganisaties willen vergelijken door de uniformering af.
In de toelichting op de totstandkoming van de materialiteit in de controleverklaring wordt gebruik gemaakt standaardformuleringen die worden aangevuld met entiteitspecifieke toelichtingen. Voor de gebruiker van de jaarrekening zou de waarde van deze informatie in de controleverklaring mogelijk nog verder verhoogd kunnen worden door in aanvulling op een verwijzing naar een materialiteitswijziging ten opzichte van het voorgaande boekjaar ook de toelichting op de wijziging verder uit te werken. Een mogelijk nadeel van verdere uitbreiding van de controleverklaring is dat meer informatie leidt tot een omvangrijker controleverklaring waardoor het inzicht dat de gebruiker van de jaarrekening krijgt in de controlewerkzaamheden bemoeilijkt kan worden. Ook kan uitbreiding van de wettelijke prestatie- en communicatieverplichtingen van de accountant een risico op vergroting van de verwachtingskloof in zich bergen (
Mr. drs. E.V.A. Eijkelenboom is als docent verbonden aan Erasmus School of Law van de Erasmus Universiteit Rotterdam, verbonden aan het Instituut voor Ondernemingsrecht (‘IvO’) en het IvO Center for Financial Law & Governance (‘ICFG’) en is werkzaam bij KPMG. Zij heeft een proefschrift in voorbereiding over kwaliteitsbevorderende maatregelen voor accountantsorganisaties. Zij schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel.
Met dank aan L.J. (Lester) Hartelust MSc LLM en J.M. (Jenny) Eikelboom BSc LLB voor hun hulp bij het verzamelen van de controleverklaringen en het selecteren van de data.
Kamerstukken II, 2015–2016, 34469, 3, p. 2.
Kamerstukken II, 2013–2014, 33632, 15, p. 10. Tweede Kamerlid Nijboer diende vervolgens een motie in voor uitbreiding van de vereisten van art. 2:393 lid 5 BW, Kamerstukken II, 2012–2013, 33632, 11.
Dit betrof de controleverklaringen bij jaarrekeningen van NN Group en Eurocommercial uit 2014 en Van Lanschot uit 2017.
Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen, PbEU 2014, L 330.
Art. 2:391 lid 5 BW.
De vennootschappen waarvan (certificaten van) aandelen genoteerd waren aan de gereglementeerde markt Euronext op 1 januari 2014 zijn in alfabetische volgorde opgenomen in onderstaande Tabel. De controleverklaringen bij de jaarrekening van de 56 dikgedrukte vennootschappen zijn meegenomen in het onderzoek. Bij de in het onderzoek betrokken vennootschap is de index vermeld waarin de vennootschap op 31 december 2017 opgenomen was.
Uitgesloten van het onderzoek zijn vennootschappen, waarvan in een of meerdere boekjaren gegevens ontbrakeni en/of waarbij sprake was van een fusie en of splitsing van de vennootschap waardoor het lastig zo niet onmogelijk is om de materialiteitsgegevens te vergelijken.
1 | 1NOMIJ | 26 | DSM KONINKLIJKE (AEX) | 51 | PHILIPS ELTN.KONINKLIJKE (AEX) |
2 | AALBERTS INDUSTRIES (AEX) | 27 | EUROCOMMERCIALii (AMX) | 52 | POSTNL (AMX) |
3 | ACCELL GROUP (AScX) | 28 | EXACT | 53 | RANDSTAD HOLDING (AEX) |
4 | AEGON (AEX) | 29 | FUGRO (AMX) | 54 | RELX (REED ELSEVIER) (AEX) |
5 | AHOLD DELHAIZEiii (AEX) | 30 | GEMALTO (AEX) | 55 | ROYAL DUTCH SHELL (AEX) |
6 | AKZO NOBEL (AEX) | 31 | GRONTMIJ | 56 | ROYAL IMTECH |
7 | AMG ADVD.METALLURGICAL GROUP (AScX) | 32 | HEIJMANS (AScX) | 57 | SBM OFFSHORE (AEX) |
8 | AMSTERDAM COMMODITIES (AScX) | 33 | HEINEKEN (AEX) | 58 | SIMAC |
9 | ARCADIS (AMX) | 34 | HES BEHEER | 59 | SLIGRO FOOD GROUP (AMX) |
10 | ASM INTERNATIONAL (AMX) | 35 | ICT GROEP NV (AScX) | 60 | STERN GROEP (AScX) |
11 | ASML HOLDING (AEX) | 36 | IMCD (AMX) | 61 | TELEGRAAF MEDIA GROEP (AScX) |
12 | BALLAST NEDAM | 37 | ING GROEP (AEX) | 62 | TEN CATE |
13 | BAM GROEP KON. (AMX) | 38 | KAS BANK (AScX) | 63 | TKH GROUP (AMX) |
14 | BE SEMICONDUCTOR (AMX) | 39 | KENDRION (AScX) | 64 | TOM TOM (AMX) |
15 | BETER BED HOLDING (AScX) | 40 | KPN KON (AEX) | 65 | UNILEVER (AEX) |
16 | BINCKBANK (AScX) | 41 | MACINTOSH RETAIL | 66 | UNIT4 |
17 | BOSKALIS WESTMINSTER (AEX) | 42 | MOTA-ENGIL AFRICA | 67 | VALUE8 (AScX) |
18 | BRILL KON. (AScX) | 43 | MTY HOLDINGS NV | 68 | VAN LANSCHOT (AScX) |
19 | BRUNEL INTL. (AScX) | 44 | NEDAP (AScX) | 69 | VASTNED RETAIL (AMX) |
20 | CORBION (AMX) | 45 | NEWAYS ELEC.INTL. (AScX) | 70 | VOPAK (AEX) |
21 | CORIO NV | 46 | NIEUWE STEEN INV. (AMX) | 71 | WERELDHAVE (AMX) |
22 | CROWN VAN GELDER | 47 | NN GROUP (AEX) | 72 | WESSANEN KON.CERTS. (AScX) |
23 | DELTA LLOYD GROUP | 48 | NUTRECO | 73 | WOLTERS KLUWER (AEX) |
24 | DICO INTERNATIONAL | 49 | OCI (AMX) | 74 | XEIKON |
25 | DPA GROUP (AScX) | 50 | ORDINA (AScX) | 75 | ZIGGO |