Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 88(1/2): 7-25, doi: 10.5117/mab.88.31230
De invloed van een verandering in de IAS 19-disconteringsvoet op de jaarrekening
expand article infoCoen Arnold
Open Access
Abstract
In deze bijdrage wordt verslag gedaan van een onderzoek naar (a) de bepalingen van IAS 19 Employee Benefits inzake de te hanteren disconteringsvoet voor de waardering van toegezegde-pensioenverplichtingen (‘defined-benefit plans’, DB), (b) de verschillen in benaderingen waarmee in de actuariële praktijk de disconteringsvoet wordt bepaald en (c) de gevolgen van een wijziging in de disconteringsvoet voor de jaarrekening. Geconcludeerd wordt dat IAS 19 ruimte biedt om de disconteringsvoet op diverse wijzen vast te stellen. In de actuariële praktijk worden methoden gehanteerd die tot aanzienlijke verschillen in de op basis van IAS 19 toegepaste disconteringsvoet (kunnen) leiden. Om inzicht te verschaffen in hoeverre ondernemingen door de keuze van de te hanteren disconteringsvoet (of actuarieel adviesbureau) het eigen vermogen en/of resultaat (kunnen) beïnvloeden, is onderzoek gedaan naar de jaarrekening van ondernemingen die per ultimo 2012 aan de Amsterdam Stock Exchange (AEX) waren genoteerd. Uit het onderzoek blijkt dat bijna alle AEX-fondsen die informatie verstrekken over gevoeligheid van de pensioenverplichting voor wijzigingen in de disconteringsvoet, een disconteringsvoet hanteren die zich bevindt op of aan de bovenkant van de range die ultimo 2012 werd geadviseerd door actuariële bureaus. Dat kan wijzen op een tendentie bij die ondernemingen om het effect van DB-regelingen op de jaarrekening te beperken. Aan de hand van deze jaarrekeningen is vervolgens het (maximale) effect van het gebruik van een andere (i.c. laagste) disconteringsvoet onderzocht. Geconcludeerd wordt dat het hanteren van de laagste disconteringsvoet in de markt bij deze ondernemingen tot een toename van de pensioenverplichting van in totaal 25 miljard euro zou leiden -voor alle AEX-fondsen wordt dit geschat op een kleine 35 miljard- en dientengevolge tot een verlaging van het eigen vermogen met gemiddeld circa 16%. Het effect op de pensioenlasten wordt geschat op een toename van gemiddeld 30%. Een eventueel belastingeffect is hierbij buiten beschouwing gelaten. Gebruikers van jaarrekeningen dienen zich te realiseren dat de disconteringsvoet door ondernemingen als mogelijk ‘sturingsinstrument’ van solvabiliteit en resultaat kan worden gehanteerd. In dat kader is het positief dat de nieuwe IAS 19 (2011) informatie vereist over de gevoeligheid van de pensioenverplichting voor wijzigingen in de disconteringsvoet. Om echter recht te doen aan de doelstelling van de International Financial Reporting Standards (IFRS) – het verstrekken van informatie op gelijke grondslagen om ondernemingen te kunnen vergelijken – is het wenselijk dat de IAS 19-bepalingen inzake de vaststelling van de disconteringsvoet nader worden verduidelijkt, bijvoorbeeld door de IFRS Interpretatie Committee (IFRS IC).