Corresponding author: Peter Eimers ( p.w.a.eimers@vu.nl ) Academic editor: Barbara Majoor
© 2019 Peter Eimers, Arjan Brouwer, Henk Langendijk.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Eimers P, Brouwer A, Langendijk H (2019) Ontwikkelingen in de kernpunten van de uitgebreide controleverklaring. Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 15-25. https://doi.org/10.5117/mab.93.31468
|
Na de introductie van de uitgebreide controleverklaring in 2014 hebben wij twee jaar geleden een onderzoek uitgevoerd naar de uitgebreide controleverklaring bij de Nederlandse AEX- en Midkapfondsen over 2015 (
In het huidige vervolgonderzoek hebben wij ons gericht op de ontwikkeling van de kernpunten in de tijd ten opzichte van 2015. De uitgebreide controleverklaring is door stakeholders positief ontvangen, maar zij hebben ook specifieke wensen geuit ten aanzien van de inhoud. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan resultaten, observaties en conclusies per kernpunt, alsook een introductie van kernpunten waarin de accountant uiteenzet waarom kernpunten van voorgaand jaar niet meer als kernpunt worden gezien (
Uit ons empirisch onderzoek blijkt dat de (formulering van) kernpunten verder ontwikkeld is en accountants responsief zijn geweest op signalen van beleggers over de informatiewaarde van hun controleverklaringen. Van de onderzochte controleverklaringen heeft 90% inmiddels bijvoorbeeld observaties en conclusies per kernpunt gegeven en wordt uitgelegd waarom kernpunten van vorig boekjaar niet meer van toepassing zijn. Opvallend is dat de belastingpositie als kernpunt fors in frequentie is gedaald tussen 2015 en 2017. Dit geldt ook voor de eerstejaarscontrole. Voor het overige zijn de gekozen kernpunten qua frequentie relatief stabiel tussen 2015 en 2017.
Uitgebreide controleverklaring, kernpunten, materialiteit
Met de uitgebreide controleverklaring beoogt de accountant de lezer van de jaarrekening meer inzicht te geven over de belangrijkste elementen van zijn jaarrekeningcontrole. De leesbaarheid via structurering van de kernpunten (risico’s, controlebenadering en conclusies/observaties) van en de specifiek op de onderneming betrekking hebbende kernpunten geven invulling aan de maatschappelijke verantwoording van de accountant.
Na een pilot in 2014 (
Dat is enerzijds ingegeven door veranderingen in de kernpunten zoals accountants die hebben onderkend bij de gecontroleerde ondernemingen. Anderzijds hebben stakeholders input gegeven over hun verwachtingen ten aanzien van de in de uitgebreide controleverklaring op te nemen informatie.
Zo gaf de Vereniging voor Effectenbezitters (VEB) in haar accountantsbrief 2017 (
In haar accountantsbrief 2018 (
De VEB schrijft in haar accountantsbrief 2018 (
Doelstelling van deze bijdrage is het descriptief onderzoeken van de ontwikkeling van de inhoud van de controleverklaringen met als meetpunten 2015 en 2017. Hierbij worden de volgende specifieke zaken onderzocht:
Daarnaast is een doelstelling van het artikel om te onderzoeken op welke wijze accountantsorganisaties via de inhoud en structurering van de controleverklaring hebben gereageerd op de wensen van stakeholders. Dit deel van het onderzoek heeft alleen betrekking op 2017. Hierbij is onderzocht of er observaties en/of conclusies bij kernpunten worden verschaft en op welke wijze de tekst van de kernpunten wordt gestructureerd via kopjes en de verwoording van de conclusies van de kernpunten. Tevens zijn de verwoordingen van de conclusies van de meest voorkomende kernpunten kort samengevat waarbij wordt aangegeven hoe vaak ze voorkomen (incidenteel of regelmatig).
Voorts is de uitleg van wijziging van kernpunten ten opzichte van vorig jaar onderzocht, alsook of er wel of niet kwalitatieve informatie is opgenomen in welke mate de groepscontrole de activiteiten van de onderneming afdekt (‘coverage percentage’) . Ten slotte is onderzocht of de controleverklaringen ingaan op controleverschillen en of er een kwalitatieve uitleg wordt verschaft over materialiteitsbepaling.
In paragraaf 2 wordt de onderzoeksopzet geformuleerd. Paragraaf 3 bevat de resultaten van ons descriptief onderzoek. De bijdrage wordt in paragraaf 4 afgesloten met conclusies en een beschouwing.
Vanwege het longitudinaal karakter van ons onderzoek hebben wij de bestuursverslagen, jaarrekeningen en controleverklaringen over boekjaar 2017 onderzocht van de 50 ondernemingen die deel uitmaakten van de AEX- en Midkap-index in 2015 en zijn betrokken in het onderzoek van
Van deze 44 fondsen over 2015 zijn er in 2017 nog 41 over: TNT Express, USG en Delta Lloyd zijn overgenomen en niet meer beursgenoteerd. In bijlage
Dit onderzoek is descriptief qua karakter en geeft geen statistische analyse van de empirische bevindingen. Dit is een beperking van ons onderzoek en de conclusies ervan.
Wij hebben de uitgebreide controleverklaringen onderzocht met behulp van inhoudsanalyse, waarbij een aantal aspecten is belicht. Het eerste deel van het empirisch onderzoek is een tijdsanalyse waarbij 2015 wordt vergeleken met 2017. Het tweede deel van het onderzoek is gericht op 2017 waarbij het zwaartepunt is, of en in welke mate accountantsorganisaties tegemoet zijn gekomen aan wensen van stakeholders, in het bijzonder de VEB en Eumedion. We hebben gekozen voor een uitsplitsing per accountantsorganisatie bij de opzet van het onderzoek om te beoordelen in welke mate en op welke wijze de verschillende accountantsorganisaties de wensen van stakeholders hebben geïncorporeerd in de structuur en tekst van de kernpunten van de uitgebreide controleverklaringen, hetzij als kantoorpolicy hetzij keuzes die door individuele accountants worden gemaakt.
De onderzochte attributen van de uitgebreide controleverklaring zijn gebaseerd op de uitgesproken wensen van de stakeholders (zie par. 1). Roulatie van accountantsorganisatie is onderzocht omdat dit de basis is voor het kernpunt ‘initial audit engagement’ in 2015 en aanleiding kan zijn voor wijzigingen in kernpunten.
De citaten zijn best practices waarbij we als beslispunt hebben genomen of op deze wijze goed tegemoet wordt gekomen aan de wensen van de stakeholders en er naar onze inzichten sprake is van nuttige informatie voor gebruikers van de uitgebreide controleverklaringen.
Ten opzichte van 2015 is met 19 van de door ons onderzochte 41 ondernemingen bijna de helft van accountant gewisseld. Een aantal andere ondernemingen was al voor 2015 van accountant gewisseld. Met name KPMG en EY hebben te maken gehad met veel voor hen nieuwe controlecliënten. Tabel
Verdeling controles over de accountantsorganisaties.
2017 | 2015 | Af | Af | Bij | Bij | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Deloitte | 9 | 12 | 4 | ASML, RELX Group, Corbion, Vastned | 1 | IMCD | |
EY | 13 | 7 | 3 | ING, NN, Eurocommerce | 9 | ABN Amro, Shell, BAM, Post NL, Philips, Flow Traders, Fugro, RELX Group, Vastned | |
KPMG | 12 | 12 | 7 | ABN Amro, Akzo Nobel, Philips, Flow Traders, Fugro, IMCD, NSI | 7 | ASML, Corbion, ING, NN, Eurocommerce, Gemalto, Wereldhave | |
PwC | 7 | 10 | 5 | Post NL, Shell, BAM, Gemalto, Wereldhave | 2 | NSI, Akzo Nobel | |
Totaal in populatie | 41 | 41 | 19 | 19 | |||
Afgevallen | 3 | TNT, USG, Delta Lloyd | |||||
Geen uitgebreide controleverklaring | 6 | ||||||
Totaal AEX/AMX in 2015 | 50 |
Het gemiddeld aantal kernpunten per controleverklaring is de twee tussenliggende jaren licht gedaald van 4,1 naar 3,8. Deze daling is specifiek zichtbaar bij controles van dezelfde accountantsorganisatie in beide jaren (van 4,3 naar 3,8). Als er sprake was van een accountantswissel, dan is er een lichte stijging. Dit blijkt uit Tabel
In de groep van ondernemingen met dezelfde accountantsorganisatie zaten in 2015 9 ondernemingen waarbij de accountant een kernpunt had aangemaakt over de ‘first year audit’. Wordt dit specifieke kernpunt buitenbeschouwing gelaten, dan is het gemiddeld aantal kernpunten in deze groep in 2015 ook 3,9.
Gemiddeld aantal kernpunten per uitgebreide controleverklaring.
Zelfde accountantsorganisatie | Andere accountantsorganisatie | Totaal | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
n =22 | n = 19 | n = 41 | ||||
2017 | 2015 | 2017 | 2015 | 2017 | 2015 | |
Gemiddeld aantal kernpunten | 3,9 | 4,3 | 3,8 | 3,9 | 3,9 | 4,1 |
Tabel
Overzicht frequentie aantal kernpunten per uitgebreide controleverklaring.
Zelfde accountantsorganisatie | Andere accountantsorganisatie | Totaal | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2015 | 2017 | 2015 | 2017 | 2015 | |
n = 22 | n = 19 | n = 41 | ||||
Aantal kernpunten | ||||||
1 | 1 | – | 1 | – | 2 | – |
2 | 3 | 1 | 5 | 2 | 9 | 3 |
3 | 6 | 5 | 1 | 7 | 6 | 12 |
4 | 6 | 5 | 5 | 3 | 11 | 8 |
5 | 3 | 8 | 5 | 4 | 8 | 12 |
6 | – | 3 | 1 | 3 | 1 | 6 |
7 | 3 | – | – | – | 3 | – |
8 | – | – | 1 | – | 1 | – |
Uit Tabel
Overzicht kernpunten vergelijking 2017 versus 2015.
Onderwerp kernpunt | 2017 | 2015 | Nieuw | Nieuwe key estimate | Nieuw risico | Vervallen | Vervallen key estimate | Vervallen risico |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
n = 41 | n = 41 | |||||||
Jaarrekening – balansposten | ||||||||
Belastingpositie | 18 | 25 | 2 | – | – | 9 | 1 | 1 |
Goodwillwaardering (incl. impairment) | 23 | 24 | 3 | – | – | 4 | – | – |
Waardering overige immateriële en materiële vaste activa | 19 | 17 | 5 | 3 | 1 | 3 | – | 1 |
Voorzieningen voor claims en geschillen | 7 | 8 | 1 | – | – | 2 | 1 | – |
Reorganisatievoorziening | 5 | 6 | 3 | – | 1 | 4 | 1 | 1 |
Pensioenvoorzieningen | 3 | 4 | 0 | – | – | 1 | – | – |
Overige voorzieningen | 5 | 4 | 2 | 2 | – | 1 | – | – |
Complexe financiële instrumenten | 5 | 5 | 2 | – | – | 2 | – | – |
Deelnemingen en joint ventures | 6 | 4 | 5 | 2 | 1 | 3 | – | – |
Overige balansposten | 5 | 8 | 0 | – | – | 3 | – | – |
– | – | |||||||
Totaal balansposten | 96 | 105 | 23 | 7 | 3 | 32 | 3 | 3 |
Jaarrekening – winst-en-verliesrekening | ||||||||
Omzetverantwoording (incl. frauderisico) | 21 | 21 | 2 | 1 | – | 2 | – | – |
Totaal winst-en-verliesrekening | 21 | 21 | 2 | 1 | – | 2 | – | – |
Jaarrekening – ondernemingsspecifiek | ||||||||
Acquisities | 13 | 10 | 8 | 2 | 1 | 5 | 1 | – |
Verkoop activiteiten | 5 | 6 | 3 | – | – | 4 | 2 | 1 |
Effecten beursgang/overname (delisting) | 0 | 1 | 0 | – | – | 1 | 1 | 1 |
Financiering/going concern | 3 | 3 | 0 | – | – | 0 | – | – |
Overig | 2 | 3 | 1 | – | – | 2 | 1 | 1 |
Totaal jaarrekening- ondernemingsspecifiek | 23 | 23 | 12 | 2 | 1 | 12 | 5 | 3 |
Interne beheersing | ||||||||
Betrouwbaarheid en continuïteit IT | 6 | 5 | 4 | – | – | 3 | – | 1 |
Overig interne beheersing | 4 | 4 | 2 | 1 | – | 2 | – | 1 |
Totaal interne beheersing | 10 | 9 | 6 | 1 | – | 5 | – | 2 |
Overige onderwerpen | ||||||||
Eerstejaarscontrole | 0 | 9 | 0 | – | – | 9 | – | – |
Overig | 8 | 3 | 6 | 5 | 1 | 1 | – | – |
Totaal overige onderwerpen | 8 | 12 | 6 | 5 | 1 | 10 | – | – |
Totaal | 158 | 170 | 49 | 16 | 5 | 61 | 8 | 8 |
In de restcategorie ‘Overige’ zijn opgenomen:
In het onderzoek van
De mate waarin dit verband al dan niet bestaat hebben we opnieuw onderzocht door voor ieder kernpunt dat nieuw is opgenomen of is vervallen te onderzoeken of we eenzelfde ontwikkeling zien in de door de onderneming gerapporteerde risico’s respectievelijk schattingen en oordelen. Uit Tabel
In
Omgekeerd zijn er ook controleverklaringen die bij elk kernpunt de expliciete verwijzing maken naar het verslag van de audit committee en de toelichtingen in de jaarrekening. Een voorbeeld hiervan is een kernpunt bij Unilever.
Voorbeeld van expliciete verwijzingen naar audit committee-verslag en naar de jaarrekening. Unilever Annual report and accounts 2017, Independent auditor’s report, p. 80 (KPMG). https://www.unilever.com/Images/unilever-annual-report-and-accounts-2017_tcm244-516456_en.pdf
Direct tax provisions Refer to page 41 (Report of the Audit Committee), page 105 (accounting policy) and pages 105 to 107 (financial disclosures). |
In verslag audit committee verwijzing naar de kernpunten (2017).
n | % | |
Expliciete verwijzing opgenomen | 4 | 10 |
Geen expliciete verwijzing opgenomen | 37 | 90 |
Totaal | 41 | 100 |
Zowel de
Observaties/conclusies bij ieder kernpunt (2017).
wel | niet | totaal | |
---|---|---|---|
Deloitte | 5 | 4 | 9 |
EY | 13 | - | 13 |
KPMG | 12 | - | 12 |
PwC | 7 | - | 7 |
Totaal | 37 | 4 | 41 |
Indeling per kernpunt
Alvorens de strekking van de conclusies per meest voorkomend kernpunt te behandelen wordt hier kort ingegaan op de structuur van de kernpunten zoals onderzocht per accountantsorganisatie in onze populatie.
Twee accountantsorganisaties (EY en KPMG) structureren consistent de tekst van de kernpunten via de opbouw met drie kopjes te weten:
Ook treffen we de volgende indeling aan:
Indien geen observaties/conclusies worden opgenomen zien we als indeling van de kernpunten:
Het meest duidelijk is de eerstgenoemde indeling waarbij met kopjes een onderscheid wordt gemaakt in description/risk, audit approach en key observations. De stelligheid waarmee wordt geconcludeerd, varieert per kernpunt en de mate waarin dit kernpunt complex is, judgemental is voor het management en afhankelijk is van schattingen, aannames en veronderstellingen dan wel of het sterk de onzekere toekomst betreft. Ook varieert de stelligheid soms voor hetzelfde soort kernpunt per accountantsorganisatie en accountant.
Inhoud conclusies/observaties kernpunten
Omdat stakeholders hebben gevraagd om conclusies per kernpunt (zie
Waardering goodwill inclusief impairment
Bij de post Waardering goodwill inclusief impairment worden de volgende bewoordingen gebruikt voor de observatie/conclusie:
Door de sensitiviteit van de post Waardering goodwill inclusief impairment zijn de conclusies veelal geclausuleerd. Wel wordt in bepaalde gevallen krachtiger geconcludeerd dat een impairment niet benodigd is.
Belastingpositie
Bij het kernpunt Belastingpositie (deferred tax assets, uncertain tax position, tax exempt) worden de volgende formuleringen gebruikt:
Veelal zijn de conclusies positief geformuleerd en krachtig. Incidenteel is er een negatief geformuleerde conclusie.
Opbrengstverantwoording
Het kernpunt (Improper) Revenue recognition and project accounting (and management override of controls) geeft de volgende voorkomende conclusies waarbij soms ook unbilled revenue en debiteuren worden meegenomen:
Ook hier treffen we nogal verschillende observaties/conclusies aan. Zowel positief en soms stellig geformuleerde conclusies als negatief geformuleerde conclusies. Ook wordt er soms geëxpliciteerd dat er geen sprake van management override. Ook wordt enkele malen gemeld dat de impact van IFRS 15 adequaat is toegelicht.
Acquisities
Voor het kernpunt Acquisities (Business combinations) worden de volgende bewoordingen gebruikt:
Deze conclusies verschillen nogal in stelligheid van elkaar. ‘De PPA voldoet aan IFRS 3’, ‘ is appropriate’, ‘acceptable’ tot aan ‘the assumptions used are within a reasonable range’.
Het meest stellig wordt geconcludeerd met betrekking tot het controleren of bepaalde vereiste toelichtingen in de jaarrekening zijn opgenomen. Ter illustratie volgt in Figuur
Voorbeeld van rapportage of bepaalde vereiste toelichtingen zijn opgenomen. IMCD, Annual report, Independent auditor’s report, p. 160 (Deloitte). https://www.imcdgroup.com/imcd-annual-report-2017.
“Based on our materiality and procedures performed, we are in the opinion that the recognition of assets from the acquisition of L.V. Lomas is in line with the requirements of IFRS 3, and that this acquisition is adequately disclosed in note 7 of the financial statements.” |
Interne beheersing
De conclusies worden in het licht gesteld van de jaarrekeningcontrole. Ze variëren nogal in stelligheid hetgeen als reden kan hebben dat de mate en diepgang van de controle van de systemen in het licht van de jaarrekeningcontrole kan verschillen.
In 23 van de 41 controleverklaringen (56%) geeft de accountant weer of er een wijziging is (of meerdere) in de kernpunten in vergelijking met vorig jaar met een motivering (indien van toepassing). Dit kan betekenen dat er kernpunten bijgekomen zijn of dat er kernpunten zijn vervallen of beide. Zie Tabel
Uitleg wijziging in kernpunten ten opzichte van vorig jaar (2017).
wel | niet | totaal | |
Deloitte | 3 | 6 | 9 |
EY | 9 | 4 | 13 |
KPMG | 4 | 8 | 12 |
PwC | 7 | – | 7 |
Totaal | 23 | 18 | 41 |
Wij hebben de uitleg van de wijzigingen in grote meerderheid aangetroffen vlak voordat de kernpunten worden behandeld. In enkele gevallen zijn deze wijzigingen weergegeven na de behandeling van kernpunten hetgeen niet logisch is. Om consistentie te bevorderen, is het inzichtelijker om ook in het geval de kernpunten hetzelfde gebleven zijn in vergelijking met vorig jaar en er geen wijzigingen zijn, dit te melden in de uitgebreide controleverklaring. Het voorbeeld in Figuur
Voorbeeld van wijziging in key audit matters. KPN, Integrated annual report 2017, Combined independent auditor’s report, p. 134 (EY). https://annualreport2017.kpn/app/uploads/KPN_IR-2017_Single_navigation.pdf
In previous year ‘Sale of BASE Company N.V.’ has been identified as key audit matter. Since KPN finalized the sale of BASE Company N.V. in 2016 and we completed our audit thereon, this is no longer a key audit matter. Following the adoption of IFRS 15 by KPN retrospectively and the related restatement of 2017 financial information, a new key audit matter ‘IFRS 15’ has been included. |
Een ander voorbeeld van een wijziging is ontleend aan de controleverklaring van Deloitte bij de jaarrekening 2017 van BE Semiconductor Industries N.V., p. 134 (Figuur
Voorbeeld van wijziging in key audit matters. BE Semiconductor Industries, Independent auditor’s report, p. 134 (Deloitte). https://www.besi.com/fileadmin/data/Investor_Relations/AGM/2018/Annual_Report_2017.pdf
Changes in key audit matters In prior years we reported the valuation of deferred taxes as key audit matter. Per balance sheet date all tax losses carried forward are recognized and amount Euro 7.6 million in aggregate. Based on the Company’s 2017 profit, as well as the financial outlook for the relevant tax jurisdictions, we consider the valuation of these tax losses carried forward no longer a key audit matter. |
Bij het bepalen van de controleaanpak houdt de accountant rekening met de structuur van de onderneming, de geografische spreiding en de relatieve omvang van de groepsonderdelen. Conform Standaard 600 uit de NVCOS onderscheidt de accountant de significante componenten binnen de groep. Dat zijn groepsonderdelen die afzonderlijk of in combinatie significant zijn qua relatieve omvang in relatie tot het balanstotaal, totale omzet en winstbijdrage. Op deze componenten is de accountant verplicht een controle uit te voeren in de context van de groepscontrole. Op andere componenten kan de accountant besluiten om een controle uit te voeren op specifieke jaarrekeningposten, een review ter plaatse of een desk review. Voor het bepalen van deze aanpak van de groepscontrole heeft de accountant een bepaalde mate van vrijheid op basis van zijn inschattingen. De uitgebreide controleverklaring is het platform waarop de accountant kan uitleggen hoe hij tot zijn keuze is gekomen.
Uit ons onderzoek blijkt dat in 32 van de 41 (78%) controleverklaringen de accountant kwalitatief uitlegt hoe hij tot zijn keuze is gekomen voor de selectie van componenten in de groepscontrole (zie Tabel
Kwalitatieve informatie opgenomen inzake de % coverage van de group audit (2017).
wel | niet | totaal | |
Deloitte | 5 | 4 | 9 |
EY | 10 | 3 | 13 |
KPMG | 11 | 1 | 12 |
PwC | 6 | 1 | 7 |
Totaal | 32 | 9 | 41 |
Een voorbeeld van informatie over de dekking van de groepscontrole ten opzichte van de totale ondernemingsactiviteiten is ontleend aan de controleverklaring van PwC bij de jaarrekening 2017 van Koninklijke AholdDelhaize N.V., p. 244.
Voorbeeld van informatie over de coverage van de groepscontrole. AholdDelhaize. Annual report 2017, Independent auditor’s report, p. 244 (PwC). https://www.aholddelhaize.com/media/6530/2017_aholddelhaize-annual-report_interactive.pdf
The scope of our group audit
(……) Six components were subject to audits of their complete financial information, four of which were individually significant to the Group. These components include the retail operations at Ahold USA, Delhaize America, and the Netherlands as well as the Global Support Office activities in the Netherlands (which includes financing activities in Switzerland). The other two components, the Belgian and Greek retail operations, were selected to achieve appropriate audit coverage over the consolidated financial statements. Additionally, four components were selected for audit procedures to achieve appropriate coverage on specific financial line items in the consolidated financial statements. These components included the Global Support Office activities in the United States and the insurance captives located in the U.S., Ireland and Curacao. In total, in performing these procedures, we achieved the following coverage on the financial line items: Net sales 88% Total assets 88% Income before income taxes 92% None of the remaining components represented more than 3% of total Group net sales or 3% of total Group assets. For those remaining components we attended internal quarterly closing meetings with local and Group management and performed, among other things, analytical procedures to corroborate our assessment that there were no significant risks of material misstatements within those components. |
Een van de wensen van de VEB was het vermelden van de gecorrigeerde en ongecorrigeerde controleverschillen. Uit de onderzochte populatie blijkt dat geen enkele controleverklaring informatie over de gecorrigeerde of niet-gecorrigeerde controleverschillen bevat.
Tenslotte gaf de VEB aan het op prijs te stellen als de accountant een kwalitatieve uitleg zou geven bij de gekozen benchmark voor materialiteit. Uit Tabel
Kwalitatieve uitleg bij gekozen benchmark inzake materialiteit (2017).
wel | niet | totaal | |
Deloitte | 3 | 6 | 9 |
EY | 12 | 1 | 13 |
KPMG | 7 | 5 | 12 |
PwC | 7 | – | 7 |
Totaal | 29 | 12 | 41 |
Een voorbeeld van een kwalitatieve uitleg bij de gekozen benchmark inzake materialiteit ontlenen wij aan de controleverklaring van EY bij de jaarrekening van Post NL (Figuur
Voorbeeld van een kwalitatieve uitleg bij de gekozen benchmark inzake materialiteit. PostNL, Annual report 2017, Independent auditor’s report, p. 187 (EY). https://www.postnl.nl/over-postnl/beleggers/jaarverslagen/
Materiality | € 12,6 million (2016: € 14 million) |
Benchmark applied | 5% of operating income |
Explanation | We consider an earnings-based measure as the most appropriate basis to determine materia lity. We consider operating income to be the most appropriate earnings-based benchmark, as it provides us with a consistent year on year basis for determining materiality and is one of the key performance measures for the users of the financial statements. The benchmark applied is in line with last year’s audit. |
Uit dit onderzoek naar de ontwikkeling van de kernpunten in de uitgebreide controleverklaring over 2017 ten opzichte van 2015 blijkt dat de kernpunten zich verder ontwikkelen. Dit blijkt uit de breedte van thema’s die worden gerapporteerd en de wijze van formuleren. De vele accountantswisselingen zijn hier mogelijk op van invloed geweest omdat de opvolgend accountant opnieuw en met een frisse blijk eigen kernpunten moest formuleren. Accountants zijn responsief geweest naar signalen van investeerders om meer informatie te geven over de door hen geformuleerde kernpunten en specifieke aspecten van de controle. Daarnaast zijn accountants in toenemende mate transparant over de achtergronden waarom eerdere kernpunten inmiddels zijn vervallen.
Ook zien we dat bij bepaalde thema’s duidelijk een kantoorlijn wordt gehanteerd, zoals het wel of niet vermelden van de observaties en conclusies per kernpunt en het niet rapporteren over geconstateerde controleverschillen. Dat is niet het geval bij de uitleg over de wijziging van de kernpunten ten opzichte van vorig jaar. Tenslotte zien we ook kernpunten benoemd over andere zaken dan de jaarrekening zelf; deze kernpunten komen voort uit de voor die onderneming bredere controleopdracht met assurance op (onderdelen van) het bestuursverslag.
De ontwikkeling van de kernpunten komt hiermee niet tot een einde; beleggers vragen om meer informatie over interne beheersing en IT en ook (andere) maatschappelijke ontwikkelingen zullen in de toekomst mogelijk hun reflectie kunnen vinden in de uitgebreide controleverklaring. Te denken valt bijvoorbeeld aan integrated reporting, waardecreatie en ontwikkeling in business modellen door verdergaande technologische invloeden.
Prof. dr. P.W.A. Eimers RA is als hoogleraar Auditing verbonden aan de Vrije Universiteit en partner bij EY.
Prof. dr. A.J. Brouwer RA is als hoogleraar Externe verslaggeving verbonden aan de Vrije Universiteit en partner bij PwC.
Prof. dr. H.P.A.J. Langendijk is als hoogleraar Externe verslaggeving verbonden aan Nyenrode Business Universiteit en de Universiteit van Amsterdam en is tevens werkzaam als consultant op het gebied van externe verslaggeving.
De auteurs danken Jildit van Brenkelen en Abdel Kintou voor hun assistentie bij het onderzoek.
Lijst van onderzochte ondernemingen
AEX (2015)
1 Aalberts
2 ABN AMRO
3 AEGON
4 Ahold
5 Akzo Nobel
6 Altice
7 ASM Litho
8 Boskalis
9 DSM
10 Gemalto
11 Heineken
12 ING
13 KPN
14 NN Group
15 Philips
16 Randstad
17 RD Shell-A
18 RELX Group
19 SBM Offshore
20 TNT Express (niet in 2017)
21 Unilever
22 Vopak
23 Wolters Kluwer
Midkap (2015)
24 Arcadis
25 ASM Int. (in 2017 in AEX)
26 BAM Groep
27 BE Semiconductors.
28 Corbion
29 Delta Lloyd (niet in 2017)
30 Eurocommerce Properties (in 2017 in AEX)
31 Flow Traders
32 Fugro
33 GrandVision
34 IMCD
35 Intertrust
36 NSI
37 OCI
38 PostNL
39 Sligro
40 TKH Group
41 TomTom
42 USG People (niet in 2017)
43 VastNed Retail
44 Wereldhave