Print
Controleverklaring in opmars
expand article infoBarbara Majoor
‡ Nyenrode Business Universiteit, Breukelen, Netherlands
Open Access

De Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) heeft de leden opgeroepen zelf meer werk te maken van transparantie1.

“‘De maatschappij verwacht van ons dat wij een poortwachtersrol spelen in het economisch verkeer.’ Dat punt is wel vaker aangekaart door de sector, maar het is aan de sector zelf om de kloof te dichten door zichtbaarder te zijn en open te zijn over dingen die fout gaan”.

Dat is een recente oproep van de voorzitter van de NBA Marco van der Vegte die pleit dat accountants meer lef hebben om zaken als fraudedetectie, continuïteit inzichtelijk te maken voor de maatschappij. Deze oproep sluit goed aan op de kwaliteitsslag die accountantsorganisaties doormaken. Een belangrijk resultaat voor de maatschappij is bereikt als de accountant in het publieke verkeer zich durft uit te spreken over zijn bevindingen in de controle, publiekelijk rapporteert als belangrijke bouwstenen voor de soliditeit van de gecontroleerde onderneming niet op orde zijn, zoals de interne beheersing en de governance. De resultaten van de kwaliteitsslag in de relatie met de gecontroleerde onderneming zouden zichtbaar moeten worden in onder andere de communicatie met de auditcommissie, in het accountantsverslag maar voor een belangrijk deel ook in de controleverklaring.

Sinds 2015 verstrekken accountants de zogenoemde nieuwestijl- uitgebreide controleverklaring bij de jaarrekening van Organisaties van Openbaar Belang (OOB’s)2 waarin onder andere ‘Key Audit Matters’ (KAM’s) en de materialiteit zijn opgenomen. Stakeholders zoals Eumedion en de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) tonen zich warm voorstander van deze vergrote transparantie aan de maatschappij en stimuleren daarmee ook de accountantsorganisaties om echt stappen te maken. Dat doen ze door de mate van transparantie die wordt gegeven in de controleverklaringen op de voet te volgen en daar kritisch op te zijn. In oktober 2017 riep Eumedion in haar jaarlijkse speerpuntenbrief3 bijvoorbeeld op om te beschrijven hoe de accountant aankijkt tegen de opvolging die de onderneming heeft gegeven aan de KAM’s uit de controleverklaring van het voorgaande jaar. Ook spoorde ze de sector aan om meer gestructureerde informatie over de kernpunten te geven. De VEB kondigde in haar accountantsbrief (2018)4 aan dat zij kritischer gingen kijken naar de KAM’s in de uitgebreide controleverklaring bij beursvennootschappen, vooral of de accountant ook toelicht waarom bijvoorbeeld de waardering van subjectieve posten adequaat is en welke risico’s hieraan zijn verbonden. Ook vroeg de VEB aandacht om de reden voor aanpassingen in de materialiteit expliciet toe te lichten.

Dit geeft aan dat stakeholders voor hun besluitvorming waarde hechten aan informatie van de accountant over belangrijke posten in de jaarrekening en dat voor hen de controleverklaring daarvoor een belangrijk medium is. Tegelijkertijd blijkt dat stakeholders nog kritisch zijn op de verstrekte informatie zowel qua inhoud, diepgang als volledigheid. Daarom is het interessant om meer inzicht te krijgen in hoe de nieuwestijlcontroleverklaring zich heeft ontwikkeld sinds 2015 en hoe deze door stakeholders wordt ervaren. In dit nummer zijn zes artikelen opgenomen die vanuit verschillende perspectieven bijdragen aan dit inzicht.

Het onderwerp is door de wetenschap direct opgepakt als onderzoeksobject, waarbij de meeste studies verkennend van karakter zijn en inzicht geven in de potentiële mogelijkheden en gevolgen. Gold and Heilmann (2019) hebben hiervan een overzichtsartikel (metastudie) gemaakt. Deze studie geeft interessante inzichten in de potenties van KAM’s, maar tegelijkertijd in de mogelijke valkuilen, zoals vergroting van het aansprakelijkheidsrisico.

De ontwikkeling van de nieuwestijlcontroleverklaring is het onderwerp van drie van de bijdragen in dit themanummer. Deze bijdragen laten goed zien dat de nieuwestijlcontroleverklaring daadwerkelijk een communicatiemiddel is en geen standaardproduct. Dat is een belangrijk pluspunt ten opzichte van de oudestijlcontroleverklaring die tot een ‘boilerplate’-type tekst was verworden. Ik pleit er voor dat accountants deze dynamiek in inhoud bewaren en zich niet laten verleiden zich opnieuw te verschuilen achter gestandaardiseerde teksten.

Eimers et al. (2019) hebben hun onderzoek toegespitst op de Nederlandse ondernemingen. Zij hebben onderzocht de mate waarin accountants responsief zijn aan de kritiek van stakeholders over de informatiewaarde van hun controleverklaringen. Zij laten zien dat in 90% van de nieuwestijlcontroleverklaringen accountants observaties en conclusies per kernpunt geven en uitleggen waarom kernpunten van vorig boekjaar niet meer van toepassing zijn. De Waard et al. (2019) hebben in kaart gebracht wat de waarde van de KAM’s is en hoe deze zich heeft ontwikkeld in de periode van 2013 tot en met 2016. Zij hebben dat gedaan door de KAM’s te analyseren van de controleverklaringen die in de periode 2013 tot en met 2016 zijn afgegeven bij de jaarrekeningen van de 75 fondsen die zijn genoteerd aan de AEX, AMX en AScX en van de top250-fondsen die zijn genoteerd aan de London Stock Exchange. Zij laten daarin onder andere zien dat standaardisatie een beperkend effect heeft op de variëteit. Dit onderzoek geeft daarmee inzicht in factoren die tegendruk geven aan de oorspronkelijke gedachte van de nieuwestijlcontroleverklaring, namelijk het vergroten van transparantie. Zij tonen aan dat bestaande structuren, protocollen en ingebedde gewoontes hun effect hebben op initiatieven waarin de sector juist meer lef wil tonen om zichzelf uit te spreken. Dit effect wordt ook door Gold and Heilmann (2019) gesignaleerd als rode draad uit de metastudie.

Een tweede belangrijk onderdeel van de nieuwestijlcontroleverklaring betreft de uiteenzetting over de materialiteit. Stakeholders worden geïnformeerd over de door de accountant gehanteerde materialiteit. Dit geeft stakeholders een handvat voor de mate van nauwkeurigheid van de uitgevoerde controlewerkzaamheden. Eijkelenboom (2019) heeft de controleverklaring van 56 beursvennootschappen over de boekjaren 2014 tot en met 2017 onderzocht op de daarin verstrekte informatie over de materialiteit. Opvallend inzicht is dat de materialiteit die accountants hanteren naar elkaar beweegt en dat een proces zichtbaar is waarin de variatie in materialiteit afneemt. De Waard et al. (2019) bespreken ditzelfde effect voor de nieuwestijlcontroleverklaring. Zij noemen dit isomorfisme en ze bespreken verschillende vormen.

Enerzijds is dit ook een te verwachten effect van transparantie, dat een correctiemechanisme in werking komt, doordat accountantsorganisaties deze informatie ook gebruiken om hun eigen kantoorbeleid over het vaststellen van de materialiteit te evalueren. Anderzijds roept dit effect ook een vraag op of daarmee de eigen professionele oordeelsvorming van de accountant onder druk komt als deze zich aanpast aan wat andere kantoren doen die in dezelfde branche actief zijn. Voor standaardsetters is het zinvol om daarvan kennis te nemen en te evalueren of door dit effect het begrip materialiteit aan betekenis voor de controle verliest.

De nieuwestijlcontroleverklaring is een communicatiemiddel tussen accountant en gecontroleerde. Daarmee is de rol van het bestuur en de commissarissen uitermate belangrijk voor het effect op de kwaliteit van de verslaggeving; “It takes two to tango”. De Bos et al. (2019) laten zien dat hierin in Nederland nog stappen zijn te maken. Zij laten zien dat de kwaliteit van de rapportages van de audit committee in het Verenigd Koninkrijk aanzienlijk hoger is dan de kwaliteit van de Nederlandse verslagen van de raad van commissarissen. Zij doen een appèl op de ondernemingen om de transparantie in het bestuursverslag over de belangrijkste risico’s met een financiële impact op de jaarrekening te verbeteren.

De hamvraag die ten slotte moet worden gesteld is wat de impact is van de nieuwestijlcontroleverklaring op de oordeelsvorming van investeerders. Met andere woorden is er een effect zichtbaar in bijvoorbeeld de beurskoers van ondernemingen. Deze vraag is zeer relevant, het antwoord is echter nog niet zo eenvoudig te geven. In het artikel van Evers et al. (2019) is daartoe een poging gedaan om via een regressiemodel vast te stellen of een mogelijke invloed op de besluitvorming van investeerders in Nederland en Engeland zichtbaar is in de beurswaarde. De onderzoekers kunnen op basis van hun onderzoek nog geen antwoord geven op deze vraag. Uit de literatuurstudie van Gold and Heilmann (2019) blijkt ook dat onderzoek hiernaar nog beperkt is en dat de uitkomsten niet eensluidend zijn. Ik sluit daarbij aan en pleit ervoor dat dit onderwerp wordt opgepakt in wetenschappelijk onderzoek. Hiermee kan de wetenschap een belangrijke bijdrage leveren aan de bevestiging van de toegevoegde waarde van de controle en het doorbreken van de trend dat het vertrouwen van beleggers in de zekerheid van een controleverklaring onder druk staat door incidenten, waardoor zij dan hun zekerheid gaan baseren op andere informatiebronnen.

Ik wil alle auteurs en reviewers die aan dit themanummer hebben meegewerkt dank zeggen voor hun bijdrage en wens de lezer veel leesplezier.

Prof. dr. G.C.M. Majoor RA is hoogleraar accountancy bij Nyenrode Business Universiteit en werkzaam bij de Autoriteit Financiële Markten.

Noten

1

Nieuwjaarsreceptie NBA, 21 januari 2019.

2

Deze uitgebreide controleverklaring is sinds 2017 ook van toepassing voor niet-OOB’s.

3

Eumedion, Focus Letter 2018, 9 oktober 2017.

4

VEB, Accountantsbrief 2018, 15 januari 2018.

Literatuur

  • De Bos A, De Jong M, Strating H (2019) Kernpunten van de controle en de transparantie erover in bestuursverslag, verslag van de raad van commissarissen en de jaarrekening. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 47–56. https://doi.org/10.5117/mab.93.30077
  • De Waard D, Boven F, Bolk M (2019) De uitgebreide controleverklaring – een uniform maatkostuum. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 27–36. https://doi.org/10.5117/mab.93.30562
  • Eijkelenboom EVA (2019) Materialiteit in de uitgebreide controleverklaring bij beursvennootschappen. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 37–46. https://doi.org/10.5117/mab.93.29493
  • Eimers PWA, Brouwer AJ, Langendijk HPAJ (2019) Ontwikkelingen in de kernpunten van de uitgebreide controleverklaring. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 15–25. https://doi.org/10.5117/mab.93.31468
  • Evers E, Van Buuren JP, Van Nieuw Amerongen CM (2019) De waarderelevantie van kernpunten in de controleverklaring voor de kapitaalmarkten. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 57–68. https://doi.org/10.5117/mab.93.30585
  • Gold A, Heilmann M (2019) The consequences of disclosing key audit matters (KAMs): A review of the academic literature. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 93(1/2): 5–14. https://doi.org/10.5117/mab.93.29496
login to comment