Corresponding author: Arco van de Ven ( acn@xs4all.nl ) Academic editor: Chris D. Knoops
© 2021 Rosalie van Zetten-Donkersloot, Arco van de Ven.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
van Zetten-Donkersloot R, van de Ven A (2021) Integrated reporting in het MKB: een casestudy. Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 95(3/4): 107-116. https://doi.org/10.5117/mab.95.50681
|
Zowel in de praktijk als in de wetenschap wordt in toenemende mate aandacht besteed aan het verstrekken van niet-financiële informatie aan stakeholders. Beursgenoteerde organisaties hanteren hiervoor de beschikbare raamwerken van de International Integrated Reporting Council (IIRC) en het Global Reporting Initiatief (GRI). Adoptie van Integrated Reporting (IR) in het Midden en Kleinbedrijf (MKB) is echter nog beperkt. In dit artikel wordt voor een bouwbedrijf in het MKB besproken hoe op een gestructureerde manier is bepaald welke niet-financiële informatie moet worden opgenomen in het jaarverslag.
Integrated Reporting, MKB, materialiteit, niet-financiële informatie
Financiële informatie alleen voldoet niet aan de veranderende informatiebehoefte van belanghebbenden van organisaties om de prestaties van organisaties in het verleden en in de toekomst te beoordelen (
Een literatuuroverzicht van
MKB-organisaties zijn op IR-gebied een interessant domein van onderzoek. Er is beperkt wetenschappelijk onderzoek over IR in het MKB aanwezig. Zo heeft bijvoorbeeld geen van de door
Een belangrijk onderdeel in het proces van opstellen van het Integrated Report is het bepalen welke niet-financiële informatie moet worden opgenomen. In de IR-literatuur wordt hierbij het begrip ‘materialiteitsinschatting’ gebruikt, waarmee wordt bepaald welke informatie voor stakeholders van materieel belang is. De materiële onderwerpen zijn, vanwege de verschillende contexten, businessmodellen en stakeholders die organisaties hebben, voor elke organisatie anders (
De wijze waarop een materialiteitsinschatting uitgevoerd kan worden, wordt beschreven in het raamwerk van de
identificatie van stakeholders;
bepalen van de methode van engagement;
bepalen van de methode van engagement;
bepalen relevante onderwerpen;
prioritering van onderwerpen.
In het raamwerk gericht op SMEs (GRI 2016) wordt verwezen naar het raamwerk van de
Bij het bepalen van relevante onderwerpen wordt het belang van de betrokkenheid van stakeholders in zowel de algemene raamwerken als het raamwerk voor SMEs (GRI 2016) onderkend. De raamwerken gaan echter zeer beperkt in op de stappen die in de praktijk genomen moeten worden om de wijze van selectie en benadering van de belangrijke stakeholders te bepalen. Het literatuuronderzoek gericht op wetenschappelijke IR-publicaties en de beschikbare raamwerken over IR, geven hierbij maar beperkt inzicht in de selectie en wijze van benadering van de stakeholders. De wijze waarop de stakeholders worden benaderd, is gegeven de gevoeligheid van de relatie in het MKB van extra belang. Om een handreiking te bieden over hoe de stakeholders betrokken kunnen worden bij het bepalen van relevante niet-financiële informatie heeft allereerst literatuuronderzoek plaatsgevonden over de wijze waarop stakeholders het beste geselecteerd en benaderd kunnen worden. Voor het identificeren en het komen tot een long-list van relevante onderwerpen en deze te prioriteren is aangesloten bij de werkwijze beschreven in de bestaande raamwerken van het
In de GRI-richtlijnen (
a) Subjects
Deze stakeholders zijn van geringe invloed op de organisatie, maar zij hebben echter wel een groot belang bij de organisatie. Deze stakeholders dienen alleen geïnformeerd te worden in bijzondere omstandigheden.
b) Players
Dit zijn invloedrijke stakeholders die van essentieel belang zijn voor het succes of falen van de organisatie. Het is dus belangrijk dat de informatiebehoeften van deze stakeholders in kaart worden gebracht en dat zij ook in deze behoefte worden voorzien.
c) Crowd
Deze stakeholders hebben een geringe informatiebehoefte en invloed op de organisatie. Deze dienen wel geïnformeerd te worden maar hebben hierbij geen specifieke behoefte. Het specifiek identificeren van onderwerpen die relevant zijn voor deze stakeholders is van ondergeschikt belang.
d) Context Setters
Hoewel deze stakeholders een grote mate van invloed hebben op de organisatie is hun belang gering. Hierbij is het echter wel van belang dat aan hun wensen wordt voldaan, dit omdat zij voldoende invloed hebben om significante impact te hebben op de activiteiten van de organisatie.
Literatuur met betrekking tot ‘stakeholdersengagement’ geeft aan dat er verband bestaat tussen de duur van de relatie, de intensiviteit waarmee de stakeholder betrokken is bij de organisatie en de informatiebehoefte van de stakeholder. Op basis van deze variabelen heeft
Different levels to engagement (AccountAbility 2015, p. 21) https://www.accountability.org/static/aa1000ses_2015-940dc017198458fed647f73ad5d47a95.pdf
De wijze van benadering is door
Detailoverzicht methoden van stakeholderengagement (Different levels and approaches to engagement) (AccountAbility 2015, p. 22). https://www.accountability.org/static/aa1000ses_2015-940dc017198458fed647f73ad5d47a95.pdf
Level of engagement | Stakeholder (Eden and Ackermann) | Method of engagement |
Remain passive | Subject | • Stakeholder concern expressed through protest |
No active communication | • Letters | |
• Media | ||
• Websites etc. | ||
Monitor | Subject | • Media and internet tracking |
One-way communication: stakeholder to organization | • Second-hand reports from other stakeholders possibly via targeted interviews | |
Advocate | Context setters | • Pressure on regulatory bodies |
One-way communication: organization to stakeholder | • Other advocacy efforts through social media | |
• Lobbying efforts | ||
Inform | Crowd | • Bulletins and letters |
One-way communication: organization to stakeholder, there is no invitation to reply | • Brochures | |
• Reports and websites | ||
• Speeches, conference and public presentation | ||
Transact | Crowd | • ‘Public-Private partnerships’ |
Limited two-way engagement: setting and monitoring performance according to terms of contract | • Private Finance Initiatives | |
• Grant-making | ||
• Cause-related marketing | ||
Consult | Context setters | • Surveys |
Limited two-way engagement: organization asks questions, stakeholders answer | • Focus groups | |
• Meetings with selected stakeholder(s) | ||
• Workshops | ||
Negotiate | Crowd | • Collective bargaining with workers through their trade unions |
Limited two-way engagement: discuss a specific issue or range of issues with the objective of reaching consensus | ||
Involve | Players | • Multi-stakeholder forums |
Two-way or multi-way engagement: learning on all sides but stakeholders and organization act independently | • Advisory panels | |
• Consensus building processes | ||
• Participatory decision-making processes | ||
• Focus groups | ||
• Online engagement tools | ||
Collaborate | Players | • Joint projects |
Two-way or multi-way engagement: joint learning, decision making and actions | • Joint ventures | |
• Partnerships | ||
• Multi-stakeholder initiatives | ||
• Online collaborative platforms | ||
Empower | Players | • Integration of stakeholders into governance, strategy and operations of the organization |
New forms of accountability: decisions delegated to stakeholders; stakeholders play in a role in shaping organizational agendas |
Voor het bepalen van relevante onderwerpen biedt de IR-literatuur duidelijke aanknopingspunten. Relevante onderwerpen zijn volgens de
De
Het
Categories and aspects in the guidelines (
Naast generieke onderwerpen zijn er ook relevante onderwerpen per branche waarin de organisatie werkzaam is. Voor diverse branches zijn door de
Disclosure topics (
Om vergelijking tussen organisaties te vergroten kan de veelgebruikte indeling van onderwerpen van de International Integrated Reporting Council (IIRC) worden gehanteerd. De
Financial Capital
Intellectual Capital
Natural Capital
Social and relationships Capital
Manufactured Capital
Human Capital
Voor een verdere gedetailleerde beschrijving van de categorieën wordt verwezen naar
Na het vervaardigen van een lijst van mogelijke onderwerpen, de long-list, dient een prioritering te worden gemaakt van onderwerpen die voor de stakeholders van de organisatie van belang worden geacht. Op basis van de long-list kan aan de stakeholders zicht worden geboden op de variëteit van zaken waarop de organisatie zich zou kunnen richten. De stakeholders kunnen op basis hiervan een keuze maken welke onderwerpen voor hen relevant zijn.
Deze prioritering van topics vindt allereerst plaats door het bepalen van de invloed van deze topics op beslissingen van en relatie met stakeholders. Vervolgens is de (mogelijke) impact van de door de stakeholders genoemde relevante onderwerpen op de economische, duurzaamheids- en sociale aspecten van de organisatie van belang (GRI 2013). Dit laatste aspect is de verantwoordelijkheid van het management van de organisatie. Dit geschiedt middels een kwalitatieve evaluatie waarbij de impact wordt bepaald aan de hand van een viertal factoren, namelijk (IIRC 3.27):
quantitative and qualitative factors;
financial, operational, strategic, reputational and regulatory perspectives;
area of the effect, be it internal or external;
timeframe.
Met het evalueren van de invloed op stakeholdersbeslissingen en de impact op de organisatie is het identificeren van de onderwerpen afgerond. Door alle variabelen met elkaar te combineren kan de materialiteitsmatrix uit Figuur
Materialiteitsmatrix (
Om inzicht te verkrijgen in de problematiek van toepasbaarheid van IR binnen een MKB-onderneming is een MKB-organisatie geselecteerd waarbij één van auteurs goed toegang kon krijgen voor het bestuderen van documentatie, interviewen van medewerkers en directie en het benaderen van stakeholders. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van een afstudeerscriptie van een RC-opleiding. Het artikel is gebaseerd op een empirisch onderzoek in een MKB-organisatie waarbij één van de auteurs ondersteuning heeft geboden aan een MKB-onderneming bij de start van het opstellen van een Integrated Report. De MKB-organisatie is, een voor dit artikel geanonimiseerde, bouwonderneming. De organisatie is volgens BW 2, Titel 9 verplicht een jaarrekening te publiceren en bestaat uit een holding met diverse werkmaatschappijen en een jaaromzet tussen 5 en 10 miljoen euro en een balanstotaal van meer dan 15 miljoen euro.
Het onderzoek richt zich op het bepalen van welke niet-financiële informatie moet worden opgenomen in het geïntegreerde verslag.
Het onderzoek is gestart op basis van een literatuuronderzoek waarbij het proces van opstellen van een integrated report in kaart is gebracht. Een samenvatting van dit onderzoek is reeds behandeld in paragraaf 2. Bij het uitvoeren van het literatuuronderzoek is geconstateerd dat in de door grote organisaties gehanteerde raamwerken van de International Integrated Reporting Council (IIRC) en het Global Reporting Initiatief (GRI) de processtappen van identificatie, selectie van en engagement met stakeholders en prioritering van niet-financiële onderwerpen onvoldoende praktische handvatten voor MKB-organisaties bood. Daarom is voor deze stappen gezocht naar literatuur om invulling te geven aan IR bij een MKB-organisatie.
In het empirische gedeelte van dit onderzoek is de uit de literatuur gedistilleerde aanpak toegepast binnen de casusorganisatie. Hierbij lag het zwaartepunt op de selectie van stakeholders en het uitvoeren van stakeholdersengagement. Voor de identificatie en selectie van stakeholders zijn interviews met de groepscontroller en de directie van de organisatie gehouden, is het jaarverslag geanalyseerd en zijn contractuele relaties in kaart gebracht. De onderzoeker heeft de uit de literatuur voortgekomen stakeholderanalyse met de groepscontroller en directie uitgevoerd om tot een selectie van stakeholders te komen. Met de belangrijke stakeholders uit de categorieën ‘players’ en ‘context setters’ hebben ongestructureerde interviews plaatsgevonden ter voorbereiding op een enquête die bij deze stakeholders is uitgezet. Op basis van de uitkomsten van de enquête zijn de onderwerpen die door 60% of meer van de stakeholders van overwegend tot zeer groot belang werden geacht opgenomen in een short-list van onderwerpen. Tot slot is met de directie een keuze gemaakt van onderwerpen door de impact op de organisatie hierbij te betrekken en de mate waarin de informatie in de organisatie verkrijgbaar is.
Het empirisch onderzoek laat zien hoe de handvatten vanuit de theorie zijn toegepast in de casusorganisatie. De resultaten uit het onderzoek zijn beschreven aan de hand van de processtappen zoals opgenomen in paragraaf 2.1.
Op basis van bestudering van het jaarverslag en semigestructureerde interviews met de groepscontroller en directie van de organisatie zijn de verschillende categorieën stakeholders van de organisatie, die werden onderscheiden door
Binnen de organisatie van onderzoek is gezocht naar personen die het meeste inzicht hadden in de stakeholders. Hierbij is vastgesteld dat de directie een grote rol heeft bij de uitvoering van de dagelijkse activiteiten. Hierdoor hebben zij veel inzicht in stakeholders en hun behoeften en invloed. Naast de directie is ook de controller geraadpleegd.
Ten aanzien van stakeholdersengagement is het vooral van belang om inzicht te hebben welke stakeholders van waarde zijn voor de organisatie. De waarde kan gemeten worden door de invloed van stakeholders op de organisatie af te zetten tegen de informatiebehoefte van de desbetreffende stakeholders.
Om dit te bepalen is een vragenlijst voorgelegd aan directie en controller, waarbij de vragen werden beantwoord aan de hand van de Likert-schaal. De volgende vragen zijn beantwoord om de invloed van de stakeholders en de daaraan gerelateerde betrokkenheid in te schatten:
Hoeveel invloed heeft een beslissing van de stakeholder op de continuïteit van de onderneming?
Hoeveel invloed heeft een beslissing van de stakeholder op de uitvoering van operationele activiteiten?
Hoeveel invloed heeft een beslissing van de stakeholder op de omvang van de orderportefeuille?
Hoeveel invloed heeft een beslissing van de stakeholder op de liquiditeit van de onderneming?
Hoeveel invloed heeft een beslissing van de stakeholder op het imago van de onderneming?
Bij de beantwoording van bovenstaande vragen is de volgende schaalverdeling gehanteerd; 1) geen, 2) beperkt, 3) normaal, 4) sterk, 5) onmiskenbaar.
Daarnaast zijn de volgende vragen beantwoord ter beoordeling van de informatiebehoefte:
Hoe vaak wordt door de stakeholder informatie opgevraagd inzake prestaties van de onderneming?
Worden er door stakeholders aanvullende vragen gesteld naar aanleiding van het jaarverslag?
Hoe vaak wordt door stakeholders niet-financiële informatie opgevraagd?
Hoe vaak worden sancties gesteld bij niet voldoen aan informatiebehoeften?
Bij de beantwoording van bovenstaande vragen is de volgende schaalverdeling gehanteerd; 1) nooit, 2) vrijwel nooit, 3) soms, 4) vaak, 5) zeer vaak.
Bij het beantwoorden van de vragen zijn ook overeenkomsten doorgenomen die afgesloten zijn met stakeholders. Onder andere uit de hierin opgenomen voorwaarden c.q. rapporteringsvereisten is de mate van informatiebehoefte bepaald.
Op basis van de resultaten van deze vragenlijst is een matrix opgesteld waarin de stakeholders werden geplot naar de mate van informatiebehoefte en de mate van invloed op de organisatie. Deze matrix is opgenomen in Figuur
Gelijktijdig met de identificatie van de stakeholders is gestart met het opstellen van de long-list van mogelijk relevante onderwerpen. De totstandkoming van deze long-list was een iteratief proces. Voor de stakeholders met een hoge mate van invloed is bij het doornemen van de overeenkomsten in het kader van de identificatie van stakeholders ook naar belangrijke onderwerpen voor op de long-list gekeken. Voor stakeholders die minder invloed hadden en als ‘subjects’ en ‘crowd’ werden gekwalificeerd, zijn na de identificatie van stakeholders in geringe mate aanvullende werkzaamheden om onderwerpen te selecteren verricht.
De long-list is verder aangevuld met onderwerpen uit de lijst aanbevolen onderwerpen voor de bouwbranche van
Financieel [F] | Intellectueel [I] | Milieu & Klimaat [MK] |
Projecten onderhanden werk | Vakmanschap | Reductie van afval |
Transparantie | Kwaliteit van geleverde werken | Aandacht voor duurzaam bouwen |
Financiële prestaties | Klanttevredenheid | Hergebruik van materialen |
Betaalde salarissen | Naamsbekendheid | Reductie gebruik chemische producten |
Betalingen aan kapitaalverstrekkers | Marktdekking | |
Betalingen aan overheid | Relatie met marktpartijen | |
Hoogte operationele kosten | Toepassen innovatieve bouwconstructies | |
Omvang orderportefeuille | ||
Gerealiseerde marges | ||
Resources & Materialen [R] | Netwerken [N] | Medewerkers [M] |
Status wagenpark | Mogelijkheid tot indienen van klachten | Studie/opleidingsniveau |
Status gereedschappen | Beoordeling externe partijen inzake bedrijfsvoering | Gezondheid medewerkers |
Toepassing innovatieve bouw-concepten | Wijze van concurrentievoering | Veiligheid medewerkers |
Ontwikkeling innovatieve bouw-toepassingen | Gebruik lokale ondernemingen | Geschillenregeling/ |
Invloed van activiteiten op maatschappij | Medezeggenschapsraad | |
Opbouw personeelsbestand naar specialisme | ||
Personeelsverloop |
Tot slot is de lijst voorgelegd aan de Raad van Commissarissen en directie. In een overleg is besproken of de onderwerpen werden herkend. Bij de organisatie van onderzoek heeft dit niet geleid tot wijziging van de opgenomen onderwerpen.
Na het verkrijgen van consensus over de long-list is gestart met stakeholdersengagement. De wijze waarop dit is gebeurd, is gebaseerd op de tabel van
Na deze eerste identificatie van relevante onderwerpen is een enquête uitgezet onder de stakeholdersgroepen die geïdentificeerd zijn in een eerdere fase van het onderzoek en die op basis van het model van Eden and Ackermann (1989) getypeerd kunnen worden als ‘player’ of ‘context setter’, conform Figuur
Alvorens de enquête is verstrekt aan de stakeholder heeft eerst telefonisch of live-contact plaatsgevonden. Hierbij is uiteengezet wat het doel is van de enquête, hoe de enquête is opgebouwd en wat er verwacht wordt van de desbetreffende stakeholder. In dit gesprek was er ook ruimte voor de stakeholder om zijn op- en aanmerkingen te geven over de organisatie en haar sleutelfunctionarissen. Omdat stakeholders in deze mate worden betrokken wordt de betrouwbaarheid van de resultaten uit de enquête verhoogd.
Het proces van het identificeren van onderwerpen, prioriteren van relevante onderwerpen voor de organisatie en het uiteindelijk vaststellen van de niet-financiële onderwerpen die worden opgenomen in het jaarverslag is weergegeven in Figuur
Op basis van de resultaten van de enquête zijn de onderwerpen uit de long-list gereduceerd tot een short-list. De onderwerpen die in de enquête door meer dan 60% van de stakeholders van overwegend belang of zeer groot belang werden genoemd, zijn opgenomen in de short-list van belangrijke onderwerpen. Voor de casusorganisatie heeft dit geleid tot 11 onderwerpen.
Voor het komen tot een definitieve set van onderwerpen zijn deze 11 onderwerpen in een rondetafelgesprek besproken met de directie en de leden van de Raad van Commissarissen. De selectie van de onderwerpen voor de definitieve lijst van onderwerpen heeft plaatsgevonden door middel van inschatting van de kans waarop een risico ten aanzien van het desbetreffende onderwerp wordt verwacht en de verwachte impact die het openbaren van het risico heeft of kan hebben op de organisatie. Voor elk onderwerp is aangegeven wat de mogelijke positieve of negatieve gevolgen zijn van dit onderwerp. Daarnaast is hier een waarde aan toegekend tussen 1 en 5 waarbij 1 impliceert dat er geen impact is op de organisatie en 5 impliceert dat er significante impact is op de organisatie.
Na uitvoering van deze analyse was per onderwerp duidelijk wat het belang was van zowel stakeholders als de organisatie. Op basis van deze twee variabelen is de in Figuur
De laatste stap in het proces betrof de validatie van de geïdentificeerde onderwerpen. Dit is gedaan ter afsluiting van het rondetafelgesprek met het management. Dit heeft geleid tot het opnemen van vijf van de elf onderwerpen van de onderwerpen die zowel voor de organisatie als voor de stakeholders van groot belang waren. Dit is gemeten aan de hand van de impact die deze onderwerpen hadden. Bij de selectie van het aantal onderwerpen is tevens rekening gehouden met de praktische haalbaarheid van het opnemen van deze onderwerpen.
Bestaand onderzoek (
Gegeven de persoonlijke relatie met stakeholders in het MKB is de wijze waarop, binnen een MKB-organisatie stakeholders kunnen worden geselecteerd en betrokken worden bij de bepaling van niet-financiële informatie van groot belang. Een belangrijk onderdeel van de handreiking is dan ook de identificatie en het categoriseren van stakeholders op basis van documentenstudie en interviews geweest.
Het uitvoeren van dit onderzoek heeft voornamelijk bijgedragen aan de concretisering van de te ondernemen stappen om te komen tot een Integrated Report. Zo zijn de stappen uit de frameworks van GRI en IIRC in meer detail uitgewerkt. Dit komt onder andere terug in de wijze van identificeren van stakeholders en het uitvoeren van stakeholderengagement. Bij de uitvoering van dit onderzoek zijn de frameworks gehanteerd uit 2013, inmiddels kent het framework van de GRI een update (2018). Echter, ook hierin is een toepassing specifiek voor SMEs niet opgenomen. De update van het framework heeft derhalve geen impact op de uitvoering en uitkomsten van dit onderzoek.
Stakeholders gaven na afloop van het onderzoek aan zich meer betrokken te voelen bij de organisatie en meer gewaardeerd door de organisatie. Het heeft tot een verbetering van de relatie met de stakeholders geleid. Hierdoor kan beter worden ingespeeld op de wensen en behoeften van de stakeholders waardoor de relatie verder kan worden versterkt. Versterking van vertrouwen door zakenpartners is ook door
Aanvullend zijn de auteurs, gedurende de uitvoering van het onderzoek met betrekking tot het invoeren van IR in deze MKB-organisatie de volgende zaken opgevallen die van invloed zijn op het toepassen van IR bij andere MKB-organisaties:
De betrokkenheid en inzet van het management van de case-organisatie was van groot belang tijdens het proces van opstellen van IR. Gedurende het onderzoek bleek dat het management, hoewel voorheen nooit impliciet benoemd, een groot belang hecht aan de mening over het opnemen van niet-financiële informatie van de stakeholders.
De onderzoeker heeft veel tijd in het proces kunnen stoppen om kennis op te doen van IR en om de niet-financiële informatie voor de casusorganisatie te bepalen. Met name het proces van stakeholderengagement was arbeidsintensief en voor andere MKB-ondernemingen kan het gebrek aan tijd en kennis als belemmerend worden ervaren omdat een MKB-onderneming niet altijd de ruimte heeft om een functionaris aan te stellen voor het inrichten en instandhouden van stakeholdersengagement.
Tijdens het onderzoek bleek dat, kenmerkend voor een MKB-onderneming, de mate van formalisatie van een aantal zaken beperkt was. De doelstellingen en de prestaties waren niet geconcretiseerd. Ook met betrekking tot de informatie over de onderwerpen, bleek dat de informatie wel in de organisatie beschikbaar was, maar niet gestructureerd was opgenomen in de informatievoorziening. Het proces van het opnemen van de niet-financiële informatie heeft geleid tot het expliciteren van het beleid en de formalisering van de informatievoorziening.
Met het in dit artikel opgenomen proces zal de meeste werklast liggen in het eerste jaar van het IR. Dit is echter een vrij generiek proces waarbij uitbesteding van, een deel van, het proces mogelijk is. Hierbij dient echter wel sprake te zijn van een nauwe verbondenheid tussen de uitvoerende partij en het bestuur. Dit om te voorkomen dat de relatie met de stakeholders in gevaar wordt gebracht.
De belangrijkste beperking van het onderzoek is dat het onderzoek bij één organisatie in een specifieke sector heeft plaatsgevonden. Er zijn in het onderzoek ook specifieke omstandigheden te onderkennen die zeker een rol hebben gespeeld in het proces. Zo had de casusorganisatie een controller die verantwoordelijk was voor het opstellen van het jaarverslag. Uitbesteding van het opstellen van het jaarverslag zal het proces van IR zeker bemoeilijken. Ook had de onderzoeker het vertrouwen van het management en toegang tot alle relevante documenten van de organisatie. Dit vertrouwen was belangrijk voor het uitvoeren van het onderzoek, gegeven de persoonlijke relatie van MKB-ondernemingen met hun stakeholders.
Reflecterend op het uitgevoerde onderzoek is dat door het selecteren van niet-financiële informatie meer inzicht is verkregen in het belang van duurzaamheid in de samenwerkingsrelatie met stakeholders. Het onderzoek is niet gestart met het expliciet maken van het businessmodel en de rol die duurzaamheid hierin speelt. Het onderzoek kende een bottom-up benadering waarbij gestart is met het selecteren en opnemen van niet-financiële informatie in een Integrated Report. Het proces heeft bij deze organisatie geleid tot benadrukken van het belang van duurzaamheid en tot een verhoogde mate van Integrated Thinking. Niet vanuit een wat abstractere werkwijze door het opstellen van een businessmodel, maar door het toepassen van Integrated Reporting werd de organisatie op natuurlijke wijze gestimuleerd zich meer te concentreren op het belang van duurzaamheid en de noodzaak tot het verdere formaliseren van haar doelstellingen en informatievoorziening.
A.C. van Zetten-Donkersloot MSc RC AA is werkzaam als Financial Accountant bij een bancaire instelling. Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel en is een voortvloeisel uit het onderzoek dat uitgevoerd is ter afsluiting van de Executive Master of Finance and Control (EMFC).
Prof. dr. A.C.N. van de Ven RA is hoogleraar Internal Control & Accounting Information Systems aan TIAS, School for Business and Society, Tilburg University.