Corresponding author: Gert-Peter den Hollander ( gp.denhollander@ziggo.nl ) Academic editor: Chris D. Knoops
© 2020 Gert-Peter den Hollander.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
den Hollander G-P (2020) Ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen: niet elimineren maar verwerken als minderheidsbelang. Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 94(9/10): 355-366. https://doi.org/10.5117/mab.94.50769
|
Verslaggevingsstelsels schrijven voor dat ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen moeten worden geëlimineerd. Dit artikel bespreekt de methodes in drie verslaggevingsstelsels (Titel 9, IFRS en US GAAP) voor de eliminatie van ongerealiseerde resultaten, en de bezwaren die daarbij kunnen worden onderkend. De thans voorgeschreven methodes geven de economische realiteit van dergelijke transacties slechts gefragmenteerd weer. Dit artikel stelt een alternatieve methode voor die tegemoetkomt aan de geïdentificeerde bezwaren, en de economische realiteit beter weergeeft, door ongerealiseerde resultaten niet te elimineren, maar te beschouwen als minderheidsbelang, en mutaties te verwerken via de bestemming van het resultaat.
Externe verslaggeving, intercompany-transacties, RJ 260 en IAS 28, minderheidsbelang
Transacties met deelnemingen komen veel voor, en eliminatie van ongerealiseerde resultaten zal in veel jaarrekeningen een relevant onderwerp zijn. Verslaggevingsstelsels kennen verschillende methodes voor de eliminatie van dergelijke resultaten, die tot wezenlijk andere uitkomsten leiden. Ondernemingen moeten alert zijn op de methode die deelnemingen gebruiken om dergelijke transacties te verwerken.
Het elimineren van ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen vloeit voort uit het toepassen van de equity methode. De equity methode wordt gebruikt voor de waardering van deelnemingen, en komt er – kort gezegd – op neer dat het belang in een deelneming initieel wordt gewaardeerd op kostprijs, en vervolgens wordt aangepast voor het aandeel in vermogensmutaties van de deelneming, waarin begrepen het resultaat. Het elimineren van ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen beoogt te vroege verantwoording van winsten te voorkomen, maar vertroebelt het inzicht in de resultaten op dergelijke transacties. Dit artikel onderzoekt de bestaande eliminatievoorschriften in drie verschillende verslaggevingsstelsels, de interpretaties van die voorschriften in de literatuur, en toetst die voorschriften en interpretaties aan de algemene uitgangspunten voor financiële verslaggeving, zoals o.a. opgenomen in het Conceptual Framework 2018. In paragraaf 2 wordt ingegaan op de historie en achtergrond van de equity methode, het research project van de International Accounting Standards Board (IASB) en het Conceptual Framework 2018. Richtlijn 260 ‘De verwerking van resultaten op intercompany-transacties in de jaarrekening’ van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) beschrijft een aantal methodes voor de eliminatie van ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen. Paragraaf 3 gaat in op de consequenties van deze methodes voor de verslaggeving in de praktijk en de tekortkomingen en bezwaren die daarbij kunnen worden onderkend. Dit artikel bespreekt in paragraaf 4 en 5 tevens de regelgeving onder IFRS en US GAAP (die minder gedetailleerd is dan RJ 260) en de nadelen die daaraan verbonden zijn. Paragraaf 6 doet een voorstel voor de verwerking van ongerealiseerde resultaten op transacties met geassocieerde en geconsolideerde deelnemingen als minderheidsbelang. Paragraaf 7 bespreekt de definitie van minderheidsbelangen in de drie verslaggevingsstelsels. Het stuk sluit af met een conclusie.
De systematiek en de geschiedenis van de equity methode zijn door Camfferman en Eeftink (2010) uitgebreid beschreven, zodat in paragraaf 2.1 en 2.2 wordt volstaan met een samenvatting van hun analyse. Deze paragraaf bespreekt de wijzigingen in IAS 28 ‘Investments in Associates and Joint Ventures’ sinds 2010 tot heden (par. 2.3) en conflicten met andere standaarden (par. 2.4). Het research project van de IASB naar de equity methode en enkele aspecten van het Conceptual Framework 2018 worden behandeld in par. 2.5 en 2.6. Deze paragraaf sluit af met de uitwerking van een transactie met een deelneming die als uitgangspunt is gehanteerd voor de analyses in dit artikel.
Bij toepassing van de equity methode is de initiële boekwaarde van een deelneming gelijk aan de kostprijs (inclusief direct toerekenbare kosten). Op acquisitiedatum wordt de reële waarde (‘fair value’) bepaald van geïdentificeerde activa en passiva van de deelneming (in overeenstemming met IFRS 3 ‘Business Combinations’). Indien het aandeel in de fair value hoger is dan de kostprijs, wordt het meerdere verantwoord als winst. De aldus bepaalde boekwaarde wordt vervolgens verhoogd of verlaagd op basis van het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van de deelneming (rekening houdend met afschrijving/amortisatie van geïdentificeerde fair value-aanpassingen op acquisitiedatum en eventuele eliminatie van resultaten uit hoofde van transacties met deelnemingen), de gedeclareerde dividenden en eventuele rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen van de deelneming.
Rechtstreekse wijzigingen in het eigen vermogen (‘other comprehensive income’, of OCI) kunnen bijvoorbeeld voortkomen uit de herwaardering van materiële vaste activa, valuta-omrekeningsverschillen, herwaardering van verplichtingen inzake toegezegd-pensioenregelingen en cashflow hedge accounting. Het aandeel van de investeerder in deze wijzigingen wordt eveneens opgenomen in OCI binnen het vermogen van de investeerder.
De equity methode wordt vanaf het begin van de twintigste eeuw gebruikt in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten (
Het gebruik van de equity methode voor associates in de geconsolideerde jaarrekening lijkt internationaal pas in de zestiger jaren te zijn ontstaan. Minderheidsbelangen in ondernemingen, zonder beslissende zeggenschap, werden in veel landen tegen kostprijs opgenomen. Baten uit deze belangen werden verwerkt op basis van gedeclareerd dividend. In toenemende mate hadden dergelijke investeringen niet tot doel het genereren van beleggingsinkomsten (dividend), maar waren meer strategisch georiënteerd: bijvoorbeeld verbetering van de eigen marktpositie, groei of versterking van de positie binnen de bedrijfskolom. Doorgaans wordt actief invloed uitgeoefend op het beleid van de deelneming om voordelen te genereren die (mede) aan de investeerder toekomen.
Ondanks de brede toepassing is er weinig theoretische onderbouwing voor de equity methode. De literatuur uit de ontstaansperiode gaat vooral in op de voordelen ten opzichte van het kostprijs/dividendmodel. De basisgedachte lijkt te zijn: als het resultaat van een deelneming mede voortkomt uit de actieve bemoeienis van een investeerder, dan zorgt verantwoording van het aandeel in het resultaat van de deelneming naar analogie van de consolidatiemethode tot een betere weergave van de performance van de deelneming dan op basis van gedeclareerd dividend. Naarmate de invloed van de investeerder op het beleid van de deelneming groter is, winnen de argumenten vóór toepassing van de equity methode aan kracht. Deze interpretatie beschouwt de equity methode dus als een variant van consolidatie – maar dan gecomprimeerd in één regel in de financiële overzichten, vandaar de omschrijving ‘one-line consolidation’.
In de literatuur is de nodige kritiek geuit op de equity methode.
De kritiek start een andere discussie dan de traditionele vraag of de equity methode te prefereren is boven het kostprijs/dividendmodel. Men kan de equity methode niet alleen zien als een consolidatievariant, maar ook als een waarderingsmethode. Wellicht dat waardering tegen fair value de economische effecten van een investering beter weergeeft. Anderzijds is vanwege de strategische en langetermijnrelatie een mogelijke verkoop en informatie over fair value van minder belang. Niet duidelijk is in hoeverre gebruikers van financiële informatie geïnteresseerd zijn in de fair value van associates door het ontbreken van empirisch onderzoek. De IASB wil dit in 2020 onderdeel laten uitmaken van de evaluatie van IFRS 10 ‘Consolidated Financial Statements’, IFRS 11 ‘Joint Arrangements’ en IFRS 12 ‘Disclosure of Interests in Other Entities’ (zie par. 2.5).
De wijzigingen in IAS 28 na 2010 kunnen als volgt worden samengevat:
Verder is in september 2014 een aanpassing goedgekeurd van (IFRS 10 en) IAS 28 ‘Sale or Contribution of Assets between an Investor and its Associate or Joint Venture’, inhoudende dat resultaten op transacties die betrekking hebben op de verkoop van een onderneming als gedefinieerd in IFRS 3 aan een associate of joint venture volledig moeten worden verantwoord (consistent met de wijze van verwerking volgens IFRS 10.25), en niet geheel of gedeeltelijk moeten worden geëlimineerd, omdat er sprake is van verlies van ‘control’. Drie leden van de IASB hebben een ‘Dissenting Opinion’ uitgesproken
De invoeringsdatum van deze aanpassing is in december 2015 oneindig uitgesteld, naar aanleiding van diverse vragen die aan het IFRS Interpretations Committee (IFRIC) waren gesteld. Na afronding van het research project inzake de equity methode zal worden besloten over eventuele herziening van IAS 28
In de periode 2010–2019 zijn er door IFRIC twee Agenda Decisions uitgegeven inzake IAS 28:
IAS 28 is een oude standaard (de eliminatieparagraaf is overgenomen uit SIC
Ook in andere opzichten is de benadering van een investering in een associate/joint venture in IAS 28 niet altijd consistent met de uitgangspunten die in andere standaarden worden gehanteerd:
Door stafleden van de IASB is in de periode 2014–2016 met verschillende betrokkenen gesproken over de equity methode, in het kader van de bepaling van de scope van het research project.
De inventarisatie
Daarnaast wordt de toepassing van de equity methode als complex ervaren, ook omdat bepalingen op meerdere manieren kunnen worden geïnterpreteerd en niet consistent zijn met andere standaarden.
In mei 2016
Het research project zal naar verwachting niet eerder dan 2021 starten: de ‘Request for Information’ voor deze PIRs staat gepland voor het vierde kwartaal van 2020.
In maart 2018 is door de IASB het Conceptual Framework for Financial Reporting 2018 (CF 2018, of CF) gepubliceerd. Daarin wordt o.a. het volgende gezegd:
Bij transacties met geassocieerde deelnemingen zijn een paar specifieke aspecten van belang:
In formele (juridische) zin is het standpunt van
Het CF 2018 maakt geen deel uit van IFRS, en kan dus ook niet worden gebruikt om af te wijken van IFRS (CF SP1.2). De IASB houdt zich het recht voor om voor specifieke standaarden af te wijken van het CF 2018, als dat nodig is om de doelstelling van financiële verslaggeving te bereiken (CF SP1.3). Bestaande conflicten tussen IFRS en het CF 2018 leiden niet automatisch tot een wijziging van IFRS (CF SP1.4), en kunnen nog wel enige jaren blijven bestaan.
In dit artikel is de volgende (gestyleerde) transactie tussen onderneming A en 40%-deelneming B als uitgangspunt gehanteerd voor de analyse van de verschillende verslaggevingsstelsels (in par. 3 tot en met 5) en de voorgestelde alternatieve methode (in par. 6).
Onderneming A produceert een activum voor 40%-deelneming B. In januari van jaar 1 start A met de productie, het activum wordt afgerond in december van jaar 1 en overgedragen aan B. De bestede kosten bedragen 100, en de overeengekomen opbrengst is 130. In de winst-en-verliesrekening van A over jaar 1 is een omzet van 130 opgenomen, en bestede kosten van 100. B neemt de materiële vaste activa voor 130 in haar balans ultimo jaar 1 op en schrijft af met ingang van 1 januari van jaar 2 over de levensduur van 10 jaar. Vanuit het perspectief van A is ultimo jaar 1 van de winst van 30 een bedrag van 12 nog niet gerealiseerd, zijnde 40% (het belang van A in B) van 30.
Volgens de bijlage bij RJ 260 zijn er drie manieren om de ongerealiseerde winst van 12 in de jaarrekening van jaar 1 van A te verwerken (exclusief het effect van belastingen):
Met ingang van jaar 2 wordt jaarlijks 1.2 (10% van 12) van de ongerealiseerde winst alsnog in de winst-en-verliesrekening verantwoord, als omzet of als resultaat deelneming.
Indien het saldo van de boekwaarde van de deelneming en de eliminatie van de ongerealiseerde winst negatief is, dan wordt het saldo gepresenteerd als overlopende passiva.
Een aantal kanttekeningen bij de alternatieven van RJ 260:
De bijlage bij RJ 260 behandelt ook de situatie dat B aan A levert (een zogenoemde upstream transactie): A verantwoordt in die situatie geen resultaat deelneming voor zover dat betrekking heeft op leveringen van B aan A. Wanneer de winst van B geheel bestaat uit leveringen aan A, dan moet A een resultaat deelneming van nihil verantwoorden. Ook hier wordt de economische realiteit niet goed weergegeven, omdat het aandeel van A in de nettovermogenswaarde van B niet in de balans is opgenomen. Als er sprake is van een marktconforme prijs voor de leveringen van B aan A, dan is het onjuist om die leveringen bij de waardering van het belang in B buiten beschouwing te laten.
IAS 28 kent slechts een summiere bepaling voor de eliminatie van transacties met geassocieerde deelnemingen. IAS 28.28 stelt dat “gains and losses resulting from upstream and downstream transactions […] between an entity and its associate […] are recognised in the entity’s financial statements only to the extent of unrelated investor’s interest in the associate […]”, zonder verdere details te geven. Dat leidt ertoe dat IFRS ruimte laat voor andere verwerkingswijzen dan die genoemd in de bijlage bij RJ 260.
In journaalposten (exclusief het effect van belastingen) kunnen de alternatieven als volgt worden weergeven (linkerkolom = jaar 1, rechterkolom = jaar 2 t/m 11):
Ten aanzien van de ongerealiseerde winst van A die meer bedraagt dan de boekwaarde van het belang in B beschrijft KPMG twee mogelijke manieren van verwerking:
In journaalposten (stel dat boekwaarde deelneming B = 10):
Hier kunnen de volgende kanttekeningen bij worden geplaatst (in aanvulling op de bezwaren genoemd in par. 3):
Ongerealiseerde resultaten inzake upstream transacties kunnen volgens KPMG op twee manieren worden verwerkt: als correctie op de waardering van de deelneming, of als correctie op de waardering van de verkregen activa. KPMG gaat niet apart in op de behandeling van belastingen.
Accounting Standards Codification 323 ‘Investments – Equity Method and Joint Ventures’ schrijft evenmin voor hoe de eliminatie verwerkt moet worden. Voorbeeld 3 in ASC 323 (par. 10-55-28) zegt slechts: “The elimination of intra-entity profit might be reflected in the investor’s balance sheet in various ways. The income statement and balance sheet presentations will depend on what is the most meaningful in the circumstances”. Par. 10-35-7 van ASC 323 verplicht tot het elimineren van ongerealiseerde resultaten, ook als die hoger zijn dan de boekwaarde van de deelneming: “Specifically, intra-entity profits or losses on assets still remaining with an investor or investee shall be eliminated […].” Dat is conform de systematiek van IAS 28.28, zoals besproken in par. 4.
De ‘alternative approaches’ kunnen als volgt in journaalposten worden samengevat:
PwC acht het corrigeren van de boekwaarde van de deelneming acceptabel omdat de eliminatie van de ongerealiseerde winst wordt veroorzaakt door het minderheidsbelang in de deelneming. Alternatief ix wordt door PwC omschreven als een consolidatiemodel wat de ‘economics’ van de transactie het best weergeeft en conceptueel de meest juiste wijze van verwerken inhoudt.
Kanttekeningen bij de wijze van verwerking onder US GAAP (in aanvulling op de bezwaren genoemd in par. 3 en 4):
Ongerealiseerde resultaten inzake upstream transacties kunnen volgens PwC op twee manieren worden geëlimineerd: als correctie op de waardering van de deelneming, of als correctie op de waardering van de verkregen activa. Bij de bepaling van de correctie moet rekening worden gehouden met belastingen. Dat zorgt voor de vreemde situatie dat in de waardering van verkregen activa van een deelneming tevens latente belastingen zijn begrepen.
Het CF 2018 bevat de volgende aanknopingspunten die relevant zijn voor het verwerken van het transacties met deelnemingen:
Met inachtneming van de definities die in het CF 2018 zijn opgenomen, kunnen de geïdentificeerde tekortkomingen bij de verwerking van downstream transacties met geassocieerde deelnemingen in de verschillende verslaggevingsstelsels worden weggenomen door de ongerealiseerde winst van 12 − 3 (25% belasting) = 9 niet te elimineren in de winst-en-verliesrekening, maar via de bestemming van het resultaat als ‘minderheidsbelang’ te verwerken. Zie uitwerking in Tabel
Jaar 1 | A | Enkelv. | Jaar 2 | A | Enkelv. | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Balans | Balans | ||||||||||
Materiële vaste activa | 0.00 | 0.00 | Materiële vaste activa | 0.00 | 0.00 | ||||||
Deelneming B | 24.00 | 24.00 | Deelneming B | 30.00 | 30.00 | ||||||
Latente belastingen | 0.00 | 0.00 | Latente belastingen | 0.00 | 0.00 | ||||||
Overige activa | 66.00 | 66.00 | Overige activa | 66.00 | 66.00 | ||||||
90.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 90.00 | 96.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 96.00 | ||
Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | ||||||
Reserves | 13.50 | 13.50 | Reserves | 20.40 | 20.40 | ||||||
Minderheidsbelang | 9.00 | 9.00 | Minderheidsbelang | 8.10 | 8.10 | ||||||
Te betalen belasting | 7.50 | 7.50 | Te betalen belasting | 7.50 | 7.50 | ||||||
Schulden | 0.00 | 0.00 | Schulden | 0.00 | 0.00 | ||||||
90.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 90.00 | 96.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 96.00 | ||
Winst-en-verliesrekening | Winst-en-verliesrekening | ||||||||||
Omzet | 130.00 | 130.00 | Omzet | 0.00 | 0.00 | ||||||
Kostprijs | -100.00 | -100.00 | Kostprijs | 0.00 | 0.00 | ||||||
Winst voor belastingen | 30.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 30.00 | Winst voor belastingen | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 |
Belastingen | -7.50 | -7.50 | Belastingen | 0.00 | 0.00 | ||||||
Res. deelneming | 0.00 | 0.00 | Res. deelneming | 6.00 | 6.00 | ||||||
Netto | 22.50 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 22.50 | Netto | 6.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 6.00 |
Aandeelhouders | 13.50 | 13.50 | Aandeelhouders | 6.90 | 6.90 | ||||||
Minderheidsbelang | 9.00 | 9.00 | Minderheidsbelang | -0.90 | -0.90 | ||||||
Netto | 22.50 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 22.50 | Netto | 6.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 6.00 |
Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | ||||
100% | 40% | Reserves | Minderh | Totaal | 100% | 40% | Reserves | Minderh | Totaal | ||
Begin | 60.00 | 24.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | Begin | 60.00 | 24.00 | 13.50 | 9.00 | 22.50 |
Resultaat | 0.00 | 0.00 | 13.50 | 9.00 | 22.50 | Resultaat | 15.00 | 6.00 | 6.90 | -0.90 | 6.00 |
Eind | 60.00 | 24.00 | 13.50 | 9.00 | 22.50 | Eind | 75.00 | 30.00 | 20.40 | 8.10 | 28.50 |
De winst van 30 − 7.5 (belastingen) = 22.5 wordt in jaar 1 dan als volgt bestemd:
In jaar 2 wordt de realisatie van 10% van 9 = 0.9 (door middel van afschrijvingen die ten laste komen van het resultaat van B, en daarmee deel uitmaken van het resultaat deelneming dat door A is verantwoord) als volgt verwerkt in de bestemming van het resultaat:
Ultimo jaar 2 is de winst van 22.5 op de transactie met de deelneming als volgt in de enkelvoudige balans verwerkt:
Ongerealiseerde winsten op transacties met geconsolideerde deelnemingen (zowel upstream als downstream) kunnen op soortgelijke wijze worden behandeld in de enkelvoudige jaarrekening (zie uitwerking in Tabel
Verwerking van downstream transactie met geconsolideerde 100%-deelneming.
Jaar 1 | A | B | Elim. B | Elim. afschr. | Gecons. | Jaar 2 | A | B | Elim. B | Elim. afschr. | Gecons. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Balans | Balans | ||||||||||
Materiële vaste activa | 0.00 | 130.00 | -30.00 | 100.00 | Materiële vaste activa | 0.00 | 117.00 | -27.00 | 90.00 | ||
Deelneming B | 60.00 | -60.00 | 0.00 | Deelneming B | 75.00 | -75.00 | 0.00 | ||||
Latente belastingen | 0.00 | 7.50 | 7.50 | Latente belastingen | 0.00 | 6.75 | 6.75 | ||||
Overige activa | 30.00 | 30.00 | Overige activa | 30.00 | 33.00 | 63.00 | |||||
90.00 | 130.00 | -60.00 | -22.50 | 137.50 | 105.00 | 150.00 | -75.00 | -20.25 | 159.75 | ||
Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | -60.00 | 60.00 | Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | -60.00 | 60.00 | ||
Reserves | 0.00 | 0.00 | Reserves | 17.25 | 15.00 | -15.00 | 17.25 | ||||
Minderheidsbelang | 22.50 | -22.50 | 0.00 | Minderheidsbelang | 20.25 | -20.25 | 0.00 | ||||
Te betalen belasting | 7.50 | 7.50 | Te betalen belasting | 7.50 | 5.00 | 12.50 | |||||
Schulden | 0.00 | 70.00 | 70.00 | Schulden | 0.00 | 70.00 | 70.00 | ||||
90.00 | 130.00 | -60.00 | -22.50 | 137.50 | 105.00 | 150.00 | -75.00 | -20.25 | 159.75 | ||
Winst-en-verliesrekening | Winst-en-verliesrekening | ||||||||||
Omzet | 130.00 | -130.00 | 0.00 | Omzet | 0.00 | 50.00 | 50.00 | ||||
Kostprijs | -100.00 | 100.00 | 0.00 | Kostprijs | 0.00 | -30.00 | 3.00 | -27.00 | |||
Winst voor belastingen | 30.00 | 0.00 | 0.00 | -30.00 | 0.00 | Winst voor belastingen | 0.00 | 20.00 | 0.00 | 3.00 | 23.00 |
Belastingen | -7.50 | 7.50 | 0.00 | Belastingen | 0.00 | -5.00 | -0.75 | -5.75 | |||
Res. deelneming | 0.00 | 0.00 | Res. deelneming | 15.00 | -15.00 | 0.00 | |||||
Netto | 22.50 | 0.00 | 0.00 | -22.50 | 0.00 | Netto | 15.00 | 15.00 | -15.00 | 2.25 | 17.25 |
Aandeelhouders | 0.00 | 0.00 | Aandeelhouders | 17.25 | 15.00 | -15.00 | 17.25 | ||||
Minderheidsbelang | 22.50 | -22.50 | 0.00 | Minderheidsbelang | -2.25 | 2.25 | 0.00 | ||||
Netto | 22.50 | 0.00 | 0.00 | -22.50 | 0.00 | Netto | 15.00 | 15.00 | -15.00 | 2.25 | 17.25 |
Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | ||||
100% | 40% | Reserves | Minderh | Totaal | 100% | 40% | Reserves | Minderh | Totaal | ||
Begin | 60.00 | 24.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | Begin | 60.00 | 24.00 | 0.00 | 22.50 | 22.50 |
Resultaat | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 22.50 | 22.50 | Resultaat | 15.00 | 6.00 | 17.25 | -2.25 | 15.00 |
Eind | 60.00 | 24.00 | 0.00 | 22.50 | 22.50 | Eind | 75.00 | 30.00 | 17.25 | 20.25 | 37.50 |
Verwerking van downstream transactie met geconsolideerde 80%-deelneming.
Jaar 1 | A | B | Elim. B | Elim. afschr. | Gecons. | Jaar 2 | A | B | Elim. B | Elim. afschr. | Gecons. |
Balans | Balans | ||||||||||
Materiële vaste activa | 0.00 | 130.00 | -30.00 | 100.00 | Materiële vaste activa | 0.00 | 117.00 | -27.00 | 90.00 | ||
Deelneming B | 48.00 | -48.00 | 0.00 | Deelneming B | 60.00 | -60.00 | 0.00 | ||||
Latente belastingen | 0.00 | 7.50 | 7.50 | Latente belastingen | 0.00 | 6.75 | 6.75 | ||||
Overige activa | 42.00 | 42.00 | Overige activa | 42.00 | 33.00 | 75.00 | |||||
90.00 | 130.00 | -48.00 | -22.50 | 149.50 | 102.00 | 150.00 | -60.00 | -20.25 | 171.75 | ||
Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | -60.00 | 60.00 | Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | -60.00 | 60.00 | ||
Reserves | 4.50 | -4.50 | 0.00 | Reserves | 18.30 | 15.00 | -15.00 | -4.05 | 14.25 | ||
Minderheidsbelang | 18.00 | 12.00 | -18.00 | 12.00 | Minderheidsbelang | 16.20 | 15.00 | -16.20 | 15.00 | ||
Te betalen belasting | 7.50 | 7.50 | Te betalen belasting | 7.50 | 5.00 | 12.50 | |||||
Schulden | 0.00 | 70.00 | 70.00 | Schulden | 0.00 | 70.00 | 70.00 | ||||
90.00 | 130.00 | -48.00 | -22.50 | 149.50 | 102.00 | 150.00 | -60.00 | -20.25 | 171.75 | ||
Winst-en-verliesrekening | Winst-en-verliesrekening | ||||||||||
Omzet | 130.00 | -130.00 | 0.00 | Omzet | 0.00 | 50.00 | 50.00 | ||||
Kostprijs | -100.00 | 100.00 | 0.00 | Kostprijs | 0.00 | -30.00 | 3.00 | -27.00 | |||
Winst voor belastingen | 30.00 | 0.00 | 0.00 | -30.00 | 0.00 | Winst voor belastingen | 0.00 | 20.00 | 0.00 | 3.00 | 23.00 |
Belastingen | -7.50 | 7.50 | 0.00 | Belastingen | 0.00 | -5.00 | -0.75 | -5.75 | |||
Res. deelneming | 0.00 | 0.00 | Res. deelneming | 12.00 | -12.00 | 0.00 | |||||
Netto | 22.50 | 0.00 | 0.00 | -22.50 | 0.00 | Netto | 12.00 | 15.00 | -12.00 | 2.25 | 17.25 |
Aandeelhouders | 4.50 | -4.50 | 0.00 | Aandeelhouders | 13.80 | 15.00 | -15.00 | 0.45 | 14.25 | ||
Minderheidsbelang | 18.00 | -18.00 | 0.00 | Minderheidsbelang | -1.80 | 3.00 | 1.80 | 3.00 | |||
Netto | 22.50 | 0.00 | 0.00 | -22.50 | 0.00 | Netto | 12.00 | 15.00 | -12.00 | 2.25 | 17.25 |
Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | ||||
100% | 80% | Reserves | Minderh | Totaal | 100% | 80% | Reserves | Minderh | Totaal | ||
Begin | 60.00 | 48.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | Begin | 60.00 | 48.00 | 4.50 | 18.00 | 22.50 |
Resultaat | 0.00 | 0.00 | 4.50 | 18.00 | 22.50 | Resultaat | 15.00 | 12.00 | 13.80 | -1.80 | 12.00 |
Eind | 60.00 | 48.00 | 4.50 | 18.00 | 22.50 | Eind | 75.00 | 60.00 | 18.30 | 16.20 | 34.50 |
De alternatieve methode kan ook worden toegepast op upstream transacties met geassocieerde deelnemingen (zie uitwerking in Tabel
Jaar 1 | A | Enkelv. | Jaar 2 | A | Enkelv. | ||||||
Balans | Balans | ||||||||||
Materiële vaste activa | 130.00 | 130.00 | Materiële vaste activa | 117.00 | 117.00 | ||||||
Deelneming B | 33.00 | 33.00 | Deelneming B | 39.00 | 39.00 | ||||||
Latente belastingen | 0.00 | 0.00 | Latente belastingen | 0.00 | 0.00 | ||||||
Overige activa | 36.00 | 36.00 | Overige activa | 66.00 | 66.00 | ||||||
199.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 199.00 | 222.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 222.00 | ||
Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | Aandelenkapitaal | 60.00 | 60.00 | ||||||
Reserves | 0.00 | 0.00 | Reserves | 19.65 | 19.65 | ||||||
Minderheidsbelang | 9.00 | 9.00 | Minderheidsbelang | 8.10 | 8.10 | ||||||
Te betalen belasting | 0.00 | 0.00 | Te betalen belasting | 4.25 | 4.25 | ||||||
Schulden | 130.00 | 130.00 | Schulden | 130.00 | 130.00 | ||||||
199.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 199.00 | 222.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 222.00 | ||
Winst-en-verliesrekening | Winst-en-verliesrekening | ||||||||||
Omzet | 0.00 | 0.00 | Omzet | 30.00 | 30.00 | ||||||
Kostprijs | 0.00 | 0.00 | Kostprijs | -13.00 | -13.00 | ||||||
Winst voor belastingen | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | Winst voor belastingen | 17.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 17.00 |
Belastingen | 0.00 | 0.00 | Belastingen | -4.25 | -4.25 | ||||||
Res. deelneming | 9.00 | 9.00 | Res. deelneming | 6.00 | 6.00 | ||||||
Netto | 9.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 9.00 | Netto | 18.75 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 18.75 |
Aandeelhouders | 0.00 | 0.00 | Aandeelhouders | 19.65 | 19.65 | ||||||
Minderheidsbelang | 9.00 | 9.00 | Minderheidsbelang | -0.90 | -0.90 | ||||||
Netto | 9.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 9.00 | Netto | 18.75 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | 18.75 |
Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | Vermogensmutaties | Deeln. B | Deeln. B | Enkelvoudig vermogen van A | ||||
100% | 40% | Reserves | Minderh | Totaal | 100% | 40% | Reserves | Minderh | Totaal | ||
Begin | 60.00 | 24.00 | 0.00 | 0.00 | 0.00 | Begin | 82.50 | 33.00 | 0.00 | 9.00 | 9.00 |
Resultaat | 22.50 | 9.00 | 0.00 | 9.00 | 9.00 | Resultaat | 15.00 | 6.00 | 19.65 | -0.90 | 18.75 |
Eind | 82.50 | 33.00 | 0.00 | 9.00 | 9.00 | Eind | 97.50 | 39.00 | 19.65 | 8.10 | 27.75 |
De alternatieve methode is uitgewerkt (voor jaar 1 en jaar 2) voor de volgende varianten:
Tabel
In Tabel
In Tabel
In Tabel
In de geconsolideerde balans/winst-en-verliesrekening ziet een minderheidsbelang op vermogen/resultaat van geconsolideerde deelnemingen dat niet toekomt aan de moedermaatschappij. In de enkelvoudige balans/winst-en-verliesrekening kan een minderheidsbelang worden beschouwd als vermogen/resultaat van de moedermaatschappij dat (nog) niet toekomt aan aandeelhouders.
Deze verwerkingswijze geeft in de winst-en-verliesrekening een goed beeld van de omvang van de activiteiten van onderneming A en de daarbij behorende winstgevendheid, en geeft tevens inzicht in de winst die afkomstig is van transacties met deelneming B, zonder dat deze is beïnvloed door de boekwaarde van deelneming B. Daarnaast bevat de balans geen verplichting (in de vorm van overlopende passiva of een credit-correctie op de boekwaarde van deelneming B) die niet voldoet aan de definitie van vreemd vermogen, omdat het ‘minderheidsbelang’ onderdeel uitmaakt van het ‘groepsvermogen’ (in dit geval onderneming A en haar 40%-deelneming B). En dat is een getrouwe en realistische weergave van de werkelijkheid: onderneming A heeft in jaar 1 een marktconforme transactie met deelneming B afgesloten die heeft geleid tot een winst van 22.5, waarvan een bedrag van 9 nog niet is gerealiseerd. Het ‘groepsvermogen’ is daardoor toegenomen met een bedrag van 22.5, en het vermogen van onderneming A met een bedrag van 13.5.
Deze wijze van verwerking zorgt voor transparante, eenduidige verslaggeving, zonder dat de gebruiker van de jaarrekening hoeft na te gaan welk alternatief (van de mogelijkheden die de verschillende verslaggevingsstelsels bieden) door de onderneming is gekozen voor de verwerking van ongerealiseerde winst op transacties met deelnemingen.
Ten aanzien van de toelichting op de post minderheidsbelang in de enkelvoudige jaarrekening is relevant dat wordt vermeld in welke periode bedragen (naar verwachting) worden gerealiseerd en worden overgeboekt naar het eigen vermogen. Ook is het nuttig als de aard en omvang van materiële transacties met deelnemingen wordt toegelicht, vergelijkbaar met IAS 24.18.
RJ 260 stelt geen eisen aan de toelichting van intercompany-transacties, en RJ 330 ‘Verbonden partijen’ vraagt alleen om toelichting van niet-marktconforme transacties. Het verdient aanbeveling om in RJ 260 toelichtingseisen op te nemen voor materiële marktconforme transacties met deelnemingen.
Art. 2:411 lid 2 BW biedt ruimte voor het apart verwerken van ongerealiseerde winst als minderheidsbelang: “Het aandeel in het groepsvermogen en in het geconsolideerde resultaat dat niet aan de rechtspersoon toekomt, wordt vermeld”. Ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen komen evenmin aan de rechtspersoon toe, en kunnen naar analogie als afzonderlijke post in de balans en de winst-en-verliesrekening worden opgenomen. Ook alinea 501 van RJ 217 ‘Consolidatie’ staat dat toe: in de balans wordt het minderheidsbelang “direct na het eigen vermogen opgenomen”. In de winst-en-verliesrekening wordt het aandeel van derden in het resultaat “als laatste post [..] in aftrek op het groepsresultaat gebracht”. Het is daarbij naar mijn mening minder belangrijk of het minderheidsbelang deel uitmaakt van de winst-en-verliesrekening of van de bestemming van het resultaat.
IFRS 10 definieert non-controlling interest als “Equity in a subsidiary not attributable, directly or indirectly, to a parent.” Ook voor ongerealiseerde winst op transacties met deelnemingen geldt dat die niet direct of indirect aan aandeelhouders toerekenbaar is. Of die ongerealiseerde winst is verantwoord bij de moeder, dochter of deelneming zou naar mijn mening geen verschil mogen uitmaken voor de presentatie van dergelijke resultaten. Het lijkt me niet bezwaarlijk om in IAS 28 een bepaling op te nemen dat ongerealiseerde resultaten behandeld dienen te worden als non-controlling interest.
US GAAP kent in ASC 805-10-20 ‘Business Combinations’ vrijwel dezelfde definitie voor non-controlling interest als IFRS 10: “The portion of equity (net assets) in a subsidiary not attributable, directly or indirectly, to a parent.” De toevoeging ‘portion of’ maakt de definitie alleen maar meer van toepassing op ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen.
Geconcludeerd kan worden dat de definities die de verschillende verslaggevingsstelsels hanteren voor minderheidsbelangen niet verhinderen dat ongerealiseerde resultaten op transacties met deelnemingen als minderheidsbelangen kunnen worden beschouwd.
De huidige regelgeving voor de eliminatie van ongerealiseerde winst die voortvloeit uit marktconforme transacties met geassocieerde deelnemingen zorgt ervoor dat de winst-en-verliesrekening geen goed beeld geeft van de activiteiten van een onderneming en haar winstgevendheid, en dat in de balans activa of passiva zijn opgenomen die niet zijn bepaald in overeenstemming met de criteria die gelden voor de verwerking van geassocieerde deelnemingen en verplichtingen volgens RJ-richtlijnen, IFRS en/of US GAAP. Daarnaast zorgt de huidige regelgeving voor onduidelijkheid voor gebruikers van de jaarrekening, omdat een transactie op meerdere manieren verantwoord kan worden, die tot wezenlijk verschillende uitkomsten leiden. Het uitstel in mei 2016 van het IASB-research project naar de equity methode heeft ervoor gezorgd dat de tegenstrijdige bepalingen in IAS 28 voor de eliminatie van ongerealiseerde intercompany-winsten vooralsnog zijn gehandhaafd.
Als de ongerealiseerde winst in de winst-en-verliesrekening en de balans wordt opgenomen als minderheidsbelang, en op het moment van realisatie wordt overgeboekt naar het resultaat c.q. vermogen toekomend aan aandeelhouders wordt een beter inzicht gegeven in de gevolgen van transacties met geassocieerde deelnemingen voor de financiële positie en de resultaten van de onderneming, en wordt bovendien volledig voldaan aan de criteria in RJ-richtlijnen resp. IFRS/US GAAP die gelden voor de verwerking van geassocieerde deelnemingen, verplichtingen en minderheidsbelangen. Ook wordt voldaan aan de uitgangspunten van het Conceptual Framework 2018 van de IASB. Bijkomend voordeel is dat er een einde komt aan het gebruik van verschillende methodes voor de verwerking van vergelijkbare transacties. Dat is positief voor de vergelijkbaarheid en de kwaliteit van financiële verslaggeving.
G.-P. den Hollander RA is directeur van Everest Advies en adviseert over verslaggevings – en controlevraagstukken.