Print
Performativiteit in wetenschap en accountancy
expand article infoEd Vosselman, Ivo De Loo§
‡ Radboud Universiteit, Nijmegen, Netherlands
§ Aston Business School, Birmingham, United Kingdom
Open Access

Uit de corona-crisis kunnen we leren dat het algemene beeld van wetenschap en de relatie tussen wetenschap en politiek sterk versimpeld is. Wetenschap en politiek zouden gescheiden domeinen moeten zijn. Van het wetenschappelijke bedrijf wordt verwacht dat het als een antwoordmachine functioneert; een machine die met de waarheid op de proppen komt. Zij zou onder andere het bewijs moeten leveren voor de werkzaamheid van bepaalde corona-maatregelen. Dat bewijs moet zij neutraal en waardevrij leveren en dat kan alleen, zo is de heersende gedachte, als zij op afstand van het politieke bedrijf en van de publieke opinie staat. Alleen dan kan betrouwbare kennis tot stand komen.

De aanpak van de corona-crisis laat evenwel iets heel anders zien. In situaties van fundamentele onzekerheid blijken wetenschap en politiek opeens geen gescheiden domeinen te zijn; integendeel. Het beeld van wetenschap als een keurig geordend, neutraal en separaat bedrijf blijkt een mythe. Er bestaat aantoonbaar een dynamische wisselwerking tussen de praktijken van de politiek en de wetenschap, die zich uitstrekt naar de media. Op diverse manieren en momenten ontmoeten deze praktijken elkaar. In dergelijke ontmoetingen vindt discussie en debat plaats, waarbij regelmatig spanning tussen opvattingen en inzichten ontstaat. Virologen komen bijvoorbeeld met theorieën en inzichten die niet alleen tot discussies met andere virologen leiden, maar ook aanleiding geven tot politieke en maatschappelijke discussies. Omgekeerd komen politici met vragen en dilemma’s die de wetenschappelijke praktijk beïnvloeden. De spanningen en verschillen in mening die in de ontmoetingen ontstaan geeft vorm en betekenis aan zowel politieke besluitvorming als aan het wetenschappelijke bedrijf en heeft een uitstraling naar de media en de samenleving.

Wetenschap blijkt opeens vooral een performatieve functie te hebben: zij zet aan tot en wordt beïnvloed door een scala aan aanpalende, andere praktijken, die op hun beurt ook weer andere praktijken beïnvloeden. Performatieve wetenschap resulteert in performatieve kennis, die aanzet tot politiek handelen zonder dat handelen in detail voor te schrijven. Politiek handelen slaat op haar beurt weer terug op de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis, en verwikkelt zich met allerlei mediapraktijken. Zich ontwikkelende politieke praktijken roepen voorts nieuwe onderzoeksvragen en wetenschappelijke dilemma’s op waaraan tevoren nog nooit hoeft te zijn gedacht.

Wanneer politieke, wetenschappelijke en mediapraktijken sterk met elkaar verweven zijn, is de aanname dat wetenschap op afstand staat van de werkelijkheid van alledag en waardevrij is niet houdbaar. Maar dat is zeker geen slecht nieuws. Wetenschap blijkt een sterk mobiliserend karakter te hebben. Tegen die achtergrond zijn wetenschappers niet alleen verantwoordelijk voor de technisch-methodologische kwaliteit van hun onderzoek en voor hun participatie in het wetenschappelijk debat, maar ook voor hun participatie in het maatschappelijk debat en de consequenties daarvan. Het wordt daarom tijd dat we van het naïeve beeld van wetenschap als neutrale producent van zekerheid afscheid nemen en daar een in beweging zijnd, performatief en relationeel beeld voor in de plaats stellen. Wetenschap produceert in een dergelijke visie geen zekerheid, maar helpt in het omgaan met fundamentele onzekerheid die de wereld karakteriseert.

Wat voor de bedrijvigheid op het terrein van wetenschap geldt, geldt ook voor de bedrijvigheid op het gebied van de accountancy. We zien de accountant graag als een neutrale ‘waakhond’ of ‘geruststeller’, iemand die vanuit een onafhankelijke positie ‘assurance’ geeft aan de samenleving over het reilen en zeilen in organisaties. Maar ook zij kan geen volledige zekerheid bieden. De accountant kan niet claimen dat zij een stempel op de waarheid zet. De praktijk van de accountancy richt zich weliswaar op waarheidsvinding, maar ontmoet geen stabiele organisatiepraktijk die zich zomaar probleemloos in cijfers laat vangen. De accountancypraktijk ontmoet een complexe organisatiepraktijk in beweging. In de ontmoetingen daartussen is de praktijk van de accountancy performatief. Hoewel de ‘assurance’ van de accountancy nooit gepaard gaat met volledige transparantie van de transacties en/of prestaties in organisaties, mobiliseert zij wel andere praktijken, zowel binnen organisaties die worden gecontrolleerd, als in de politiek en de wereld van beleggers. Een accountantsverklaring biedt daarom geen zekerheid, maar wel een goed zichtbaar richtpunt voor anderen dat hen in staat stelt met onzekerheden om te gaan. Voor accountancy geldt dus hetzelfde als voor wetenschap: het helpt in het omgaan met fundamentele onzekerheid. Evenals wetenschap is accountancy geen antwoordmachine, maar een mobiliserende kracht. Dat zou in debatten over het beroep onzes inziens meer naar voren mogen komen.

Prof. dr. E.G.J. Vosselman is emeritus-hoogleraar Accounting aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Prof. dr. I. De Loo is hoogleraar Accounting aan Aston Business School in Birmingham en hoogleraar Management Accounting & Control aan Nyenrode Business Universiteit in Breukelen.

login to comment