Corresponding author: Hans Strikwerda ( j.strikwerda@uva.nl ) Academic editor: Chris D. Knoops
© 2021 Hans Strikwerda.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Strikwerda H (2021) Wanneer is er sprake van verantwoorde bestuurlijke informatie? Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 95(3/4): 127-135. https://doi.org/10.5117/mab.95.57679
|
In de context van de dynamische informatie-economie met maatschappelijk veranderende eisen aan ondernemingsbestuur, is een gedifferentieerder begrip nodig van wat bestuurlijke informatie is en welke eisen daaraan wel of niet gesteld kunnen worden. Dit artikel levert aan het denken daarover een bijdrage vanuit de perspectieven van hedendaagse eisen aan ondernemingsbestuur, vanuit de taken geformuleerd in de bestuursdoctrine en vanuit het perspectief van de cybernetische informatietheorie.
Bestuurlijke informatie, bestuurstaken, informatietheorie, verantwoord besturen, BIV/AO, accounting information
Artikel BW2:9 “Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak”, wordt onder meer zo geïnterpreteerd dat het bestuur bij het maken van zakelijke beleidsafwegingen op een geïnformeerde grondslag en doordachte wijze dient te handelen (
De vraag is dan hoe in de context van een systeem voor corporate governance beoordeeld kan worden of het bestuur voldoet aan de verplichting goed geïnformeerd te zijn. In het geval van toezicht, anders dan bij een enquête voor de Ondernemingskamer, gaat het om een ex-ante beoordeling. Dit impliceert dat een verdere uitwerking nodig is van de definitie van bestuurlijke informatie zoals geformuleerd door Starreveld
Maatschappelijk en economisch zou de vraag wanneer en hoe er sprake is van verantwoorde bestuurlijke informatie moeten worden beantwoord vanuit het perspectief van ondernemerschap, goed bestuur in de zin van rentmeesterschap, goed bestuur in de zin van maatschappelijk verantwoord ondernemen en goed bestuur vanuit de rollen van de onderneming in het algemeen belang van de Nederlandse samenleving (Artikel 2 Wet op de Sociaal-Economische Raad).
Daarnaast speelt dat als gevolg van technologische ontwikkelingen, in het bijzonder de digitale technologie, de aard van informatie, de rollen van informatie in de onderneming, besluitvorming en de nieuwe situaties die het gevolg zijn van de dalende kosten van informatie, het begrip van informatie zich ontwikkelt, waardoor nu verschillende typen informatie worden onderkend. De ontwikkeling van big data, bottom-up algoritmen en machine learning, roept ook nieuwe vragen op met betrekking tot de kwaliteit van besluitvorming en de rol van informatie daarin, naast overigens een heropleving van de aandacht voor de psychologische aspecten van besluitvorming en de relatie daarvan met informatie.
Zodat in dit artikel een bijdrage wordt geformuleerd aan een begrip van wat kenmerken kunnen zijn van verantwoorde bestuurlijke informatie in de context van de informatie-economie van de 21ste eeuw. Wat in het geval van een specifieke onderneming de vereisten zijn voor verantwoorde bestuurlijke informatie zal worden bepaald door de specifieke kenmerken van die onderneming. Voor een maatschappelijk leerproces, maar ook als referentiekader voor het specifieke geval is een algemeen kader noodzakelijk.
Om de in deze inleiding geformuleerde doelstelling, het leveren van een conceptuele bijdrage aan de discussie over wat goede bestuurlijke informatie is, van dit artikel te realiseren wordt als volgt te werk gegaan. In paragraaf 2 wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot inzichten over wat goed bestuur is, onderscheiden naar outcome en wat daarvoor als input nodig kan zijn alsmede de bestuurstaken zoals gedefinieerd in de internationale bestuursdoctrine. In paragraaf 3 wordt een overzicht gegeven van een aantal te onderscheiden typen informatie zoals die een rol kunnen spelen in ondernemingsbestuur, met een duiding van de uiteenlopende kwaliteitskenmerken per afzonderlijke bestuurstaak. In paragraaf 4 wordt ingegaan op enkele psychologische aspecten en worden enkele criteria van geheel andere aard geïntroduceerd als gevolg van beperkingen in aandacht voor informatie. In paragraaf 5 wordt een afsluitende conclusie geformuleerd over hoe verder met bestuurlijke informatie.
Dit artikel vervangt een eerder artikel in MAB De organisatie van informatie in de onderneming: een normatief kader (
Goed bestuur is in de praktijk het eenvoudigst achteraf te beoordelen, een winstgevende continuïteit van de onderneming, realisatie van duurzaamheid, een goed personeelsbeleid, compliance, geen frauduleus handelen, ofwel eind goed al goed.
Het bestuur zelf, de raad van commissarissen en andere toezichthouders staan onder maatschappelijke druk ex-ante te beoordelen of er sprake zal zijn van goed bestuur in een komende periode. Hierover bestaan breed uiteenlopende opvattingen.
Om hierin een weg te vinden kan als eerste een onderscheid worden gemaakt tussen de formulering van doelen die het bestuur nastreeft en wat het aan initiatieven, kennis, informatie, strategie, beleid en uitvoering vergt om die doelen met goed bestuur te realiseren.
De onderneming is vrij zelf haar doelen te bepalen maar doet dit in een maatschappelijke context waarvan die onderneming ook weer afhankelijk is. De samenleving kan een onderneming geen doelen opleggen, wel verwachtingen formuleren en via wetgeving criteria opleggen. Op dit moment is een overwegend maatschappelijke opvatting, ook gedragen door een aantal ondernemingen, dat de onderneming zich moet richten op langetermijn-duurzame waardecreatie, met daarbij aandacht voor onderwerpen als diversiteit, gelijke rechten en maatschappelijke inclusie. Er is een toenemende druk op ondernemingen zaken als frauduleus handelen, witwassen en corruptie te voorkomen als ook om de privacy van bij de ondernemingen betrokkenen te respecteren en te beschermen. Ietwat onuitgesproken is er de verwachting dat ondernemingen bijdragen aan de economische groei en de groei van de arbeidsproductiviteit. De samenleving verwacht ook continuïteit van ondernemingen en dus dat het bestuur de onderneming als going concern bestuurt en daartoe in-control is. Een doelstelling van de NCGC is dan ook dat bestuurders zo te werk gaan dat er in de samenleving vertrouwen blijft bestaan in de ondernemingsgewijze voortbrenging van diensten en producten waarbij bestuurders met kapitaal werken dat niet hun persoonlijk eigendom is.
De vraag is dan wat het vergt van bestuurders zulke doelstellingen te realiseren en wat zij daarvoor aan informatie nodig hebben? Dit blijkt niet zo eenvoudig en laat zich niet in populaire termen uitdrukken. De praktijk leert dat het van de bestuurders vergt dat ze vasthoudend zijn aan een maatschappelijke opdracht (missie), en aan finale waarden (niet aan instrumentele waarden als ‘samenwerken’) (
De totale taak van het besturen van een onderneming moet uiteraard per onderneming specifiek worden ingevuld. Als referentiekader voor dit artikel wordt de internationale bestuursdoctrine gebruikt waarin als bestuurstaken worden genoemd (
In deze opsomming liggen meerdere typen informatie besloten, die worden in de volgende paragraaf behandeld met daarbij een duiding van kwaliteitscriteria.
In dit artikel wordt gebruik gemaakt van de cybernetische informatietheorie. De cybernetica
Deze analyse van bestuurlijke informatie laat zien dat dit begrip veel ruimer is dan verondersteld in het vakgebied BIV/AO respectievelijk ICAIS. Bestuurlijke informatie heeft anders dan in BIV/AO verondersteld vooral ook externe, niet-systematische bronnen en is vooral ook niet-financieel en toekomstgericht.
Het niet-systematische en in beginsel onbegrensde karakter van bestuurlijke informatie impliceert een additioneel criterium om te beoordelen of het bestuur op een verantwoorde wijze goed geïnformeerd zijn bestuurstaak vervult. Het is niet voldoende dat het bestuur over alle informatie beschikt of daartoe toegang heeft. Er speelt ook de factor beschikbare tijd en daarmee aandacht. De hoeveelheid informatie waaraan een bestuur zinvol aandacht kan besteden, naar bronnen, vraagstukken en te nemen besluiten, is beperkt (
We zien dus dat vanuit het perspectief van ‘goed bestuur’ het begrip ‘bestuurlijke informatie’ niet afgebakend mag worden in termen van systematisch, bronnen of aard. Een afbakening met operationele informatie is mogelijk via de koppeling door meta-informatie, maar het bestuur blijft verantwoordelijk voor een goede verwerking van operationele informatie.
Starreveld’s idee van bestuurlijke informatie was in de kern wellicht een beter begrip dan in de praktijk begrepen. Zijn definitie is geplaatst in zijn tijd begrijpelijk, maar we zien nu hoe gedifferentieerder met de idee van bestuurlijke informatie moet worden omgegaan en wordt omgegaan. Bij vooroplopende bedrijven zien we dit al in de praktijk van het besturen, de organisatie van informatie en in systemen voor corporate governance. Dit artikel vormt geen eindpunt, maar hopelijk een startpunt voor onderzoek, beschouwing en reflectie op de praktijk en in de wetenschap, opdat bestuurders in de toekomst goed geïnformeerd hun werk doen.
Prof. dr. J. Strikwerda is hoogleraar organisatieleer en -verandering aan de Universiteit van Amsterdam, docent strategie van de leergang voor commissarissen van het Erasmus Governance Institute en lid van het Audit Committee van een der departementen.
“Alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het doen functioneren en het beheersen van een huishouding en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.” (
Conceptual complexity is the degree to which an individual both discriminates among and integrates multidimensional information (Montuori 2000; Suedfeld 2010). Hierbij speelt of een bestuurder in staat is tegelijk in meerdere conflicterende concepten en modellen te denken, zonder dat dit de besluitvaardigheid aantast.
“The ability to face constructively the tension of opposing ideas and, instead of choosing one at the expense of the other, generate a creative resolution of the tension in the form of a new idea that contains elements of the opposing ideas but is superior to each.” (
Cybernetica komt van het Griekse kybernetikos, ‘is goed in sturen’. De cybernetica als wetenschappelijk vakgebied ligt ook ten grondslag aan het vakgebied management control.
De doelstellingsfunctie (objective function) beschrijft welke financiële en niet-financiële doelen de onderneming wil maximaliseren, welke financiële en niet financiële aspecten van de bedrijfsvoering de onderneming wil minimaliseren en binnen welke grenswaarden (constraints) de onderneming wil of moet opereren. De idee hierbij is dat de doelstelling van een onderneming nimmer in één geconsolideerde dimensie is uit te drukken en dat er geen monotone relaties bestaan tussen input en output (
Google heeft meerdere US-patenten op haar naam staan met betrekking tot interface information.
Zie noot 2 en 3.