Corresponding author: Ruud G. A. Vergoossen ( r.vergoossen@nyenrode.nl ) Academic editor: Chris D. Knoops
© 2020 Ruud G. A. Vergoossen, Ferdy van Beest.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Vergoossen RGA, van Beest F (2020) Coronacrisis en de financiële verslaggeving van Nederlandse beursfondsen. Maandblad Voor Accountancy en Bedrijfseconomie 94(11/12): 417-426. https://doi.org/10.5117/mab.94.60124
|
In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de effecten van de coronacrisis op de financiële verslaggeving – dat wil zeggen de jaarverslaggeving 2019 en de halfjaarverslaggeving 2020 – van in totaal 87 Nederlandse beursfondsen. Het is een studie naar de informatieverschaffing over de coronacrisis in het jaarverslag 2019 en het effect van de uitbraak van COVID-19 op het dividendbeleid van ondernemingen en op de snelheid waarmee de jaarrekening 2019 is vastgesteld. Daarnaast is de informatieverschaffing over de coronapandemie in de halfjaarverslaggeving 2020 en de invloed van COVID-19 op de winstgevendheid, de solvabiliteit, de hoogte van voorzieningen en de omvang van bijzondere waardeverminderingen in het eerste halfjaar van 2020 onderzocht.
De resultaten laten zien dat het uitbreken van de coronapandemie heeft geleid tot het later vaststellen van de jaarrekening 2019 en tot aanpassing van het dividendbeleid, met name in de financiële sector. Verder stellen we vast dat de winstgevendheid van de ondernemingen in het eerste halfjaar van 2020 duidelijk heeft te lijden onder de coronacrisis en constateren we een positief verband tussen de aandacht die er in de halfjaarverslaggeving 2020 is voor de coronapandemie en de omvang van de door ondernemingen genomen impairmentverliezen.
jaarverslaggeving, halfjaarverslaggeving, beursfondsen
Deze studie geeft inzicht in het effect van de coronapandemie op de jaarverslaggeving 2019 en halfjaarverslaggeving 2020 van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen en is relevant voor zowel controlerend accountants, toezichthoudende organen en regelgevende instanties als voor de opstellers en gebruikers van de financiële verslaggeving van ondernemingen.
De uitbraak van COVID-19 (coronavirus disease 2019) die met name in de eerste helft van 2020 wereldwijd tot ingrijpende maatregelen heeft geleid, heeft grote economische gevolgen op de korte termijn en hoogstwaarschijnlijk ook op de lange(re) termijn. Sinds 11 maart 2020 wordt de uitbraak door de World Health Organization (WHO) erkend als pandemie. In Nederland zijn op 13 maart 2020 door de rijksoverheid de eerste maatregelen afgekondigd, gevolgd door extra maatregelen op 23 maart 2020 met als gevolg een ‘intelligente lockdown’. Ook in andere Europese landen en landen buiten Europa zijn soortgelijke overheidsmaatregelen getroffen. In Nederland zijn vanaf juni 2020 de overheidsmaatregelen geleidelijk versoepeld, maar versoepelingen worden (regionaal) gedeeltelijk ongedaan gemaakt zodra het aantal coronabesmettingen weer toeneemt. In andere landen zijn vergelijkbare patronen waarneembaar.
In dit artikel doen we verslag van een onderzoek naar de invloed van de coronacrisis op de financiële verslaggeving van 87 ondernemingen waarvan aandelen zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam (zie bijlage). Object van onderzoek is de jaarverslaggeving over het boekjaar 2019 – waarbij het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar – en de halfjaarverslaggeving 2020, dat wil zeggen de halfjaarrekening die betrekking heeft op de eerste zes maanden van 2020 en het bijbehorende halfjaarlijkse bestuursverslag.
In de navolgende twee paragrafen zullen we de onderzoeksresultaten bespreken ten aanzien van de jaarverslaggeving 2019 respectievelijk halfjaarverslaggeving 2020. We sluiten af met enkele concluderende opmerkingen in de laatste paragraaf.
De jaarverslaggeving 2019 hebben we op de volgende aspecten onderzocht:
In ons onderzoek is de erkenning op 11 maart 2020 door de WHO van de uitbraak van het coronavirus als pandemie de cruciale gebeurtenis. Zoals gezegd, is dat voor de jaarverslaggeving 2019 een gebeurtenis na balansdatum. Bij gebeurtenissen na balansdatum wordt onderscheid gemaakt tussen gebeurtenissen die nadere informatie geven over de situatie op balansdatum en gebeurtenissen waarbij dat niet het geval is. IAS 10, Events after the Reporting Period, spreekt over adjusting events after the reporting period respectievelijk non-adjusting events after the reporting period. Adjusting events moeten worden verwerkt in de jaarrekening indien die zich manifesteren voor de opmaakdatum, terwijl non-adjusting events in beginsel niet worden verwerkt in de jaarrekening, maar wel leiden tot informatieverschaffing in de toelichting en/of in het bestuursverslag. Alleen wanneer een non-adjusting event gepaard gaat met het vervallen van de continuïteitsveronderstelling wordt die in de jaarrekening – die dan wordt opgesteld op basis van liquidatiegrondslagen – verwerkt.
Van de in totaal 87 ondernemingen hebben 58 ondernemingen (67%) hun jaarrekening voor of op 11 maart 2020 opgemaakt, terwijl 29 ondernemingen (33%) hun jaarrekening 2019 na die datum hebben gedateerd. Het lijkt erop dat die 29 ondernemingen het begin van de coronacrisis hebben gezien als een non-adjusting event. In elk geval was die gebeurtenis voor hen geen aanleiding om de continuïteitsveronderstelling die aan de jaarrekening ten grondslag ligt, te laten vervallen. Waarschijnlijk zullen ook veel van de andere ondernemingen het begin van de coronacrisis hebben gekwalificeerd als een non-adjusting event, maar omdat ze op 11 maart 2020 hun jaarrekening al hadden opgemaakt, was een aanpassing van de jaarrekening sowieso niet opportuun. Dat geldt (uiteraard) niet voor ondernemingen die al in het najaar van 2019 zijn getroffen door de uitbraak van COVID-19 in China en andere delen van Azië, omdat ze daar belangrijke activiteiten hebben of afhankelijk zijn van leveranciers uit dat deel van de wereld.
Om te onderzoeken hoeveel aandacht er desalniettemin in de jaarverslaggeving 2019 is voor de coronacrisis, zijn we nagegaan:
In Tabel
In Tabel
Jaarrekening 2019 opgemaakt voor of op 11 maart 2020 | Jaarrekening 2019 opgemaakt na 11 maart 2020 | Totaal | |
---|---|---|---|
Aantal ondernemingen | 58 | 29 | 87 |
Gemiddeld aantal keren ‘corona’ of ‘COVID’ | 1,38 | 13,86 | 5,54 |
(Mogelijke) invloed op continuïteit | 2 (3%) | 17 (59%) | 19 (22%) |
Paragraaf ter benadrukking in controleverklaring | 0 | 10 (37%)a | 10 (12%)a |
Het blijkt dat de woorden ‘corona’ of ‘COVID’ gemiddeld 5,54 keer (σ = 8,27) in de jaarverslagen 2019 van de in het onderzoek betrokken ondernemingen worden gebruikt. Door 34 ondernemingen worden de woorden ‘corona’ of ‘COVID’ niet één keer gebruikt, maar dat zijn in alle gevallen ondernemingen die hun jaarrekening 2019 voor of op 11 maart 2020 hebben opgemaakt. In de jaarverslagen van ondernemingen die hun jaarrekening na 11 maart 2020 hebben opgemaakt, is er – logischerwijze – meer aandacht voor de coronacrisis en de (mogelijke) gevolgen daarvan. Ze gebruiken gemiddeld 13,86 keer (σ = 9,31) de woorden ‘corona’ of ‘COVID’ tegen gemiddeld 1,38 keer (σ = 2,81) door ondernemingen die hun jaarrekening voor of op 11 maart 2020 hebben opgemaakt. In totaal 19 ondernemingen (22%) bespreken in hun jaarrekening 2019 de (mogelijke) invloed van de coronacrisis op de continuïteit van de ondernemingsactiviteiten. Het betreft voornamelijk ondernemingen die hun jaarrekening na 11 maart 2020 hebben opgemaakt.
Bij 37% van de ondernemingen die hun jaarrekening 2019 na 11 maart 2020 hebben opgemaakt, heeft de externe accountant in de controleverklaring een paragraaf opgenomen ter benadrukking van de impact van de coronacrisis met daarin verwijzingen naar passages daarover elders in het jaarverslag. Overigens hebben we een controleverklaring aangetroffen waarin de externe accountant expliciet aangeeft de controlewerkzaamheden te hebben aangepast als gevolg van de coronacrisis: een geplande on-site review van controledossiers in Hong Kong is omgezet in een off-site review. Het betreft de controleverklaring d.d. 5 maart 2020 bij de jaarrekening 2019 van ASM International.
Ter illustratie bevat Figuur
Illustratie van gebeurtenis na balansdatum inzake het begin van de coronacrisis: ASR, Annual report 2019, p.84. https://www.asrnederland.nl/investor-relations/jaarverslagen
Op grond van de Wet op het financieel toezicht (artikel 5:25c.1 Wft) moeten beursgenoteerde ondernemingen binnen vier maanden na afloop van het boekjaar hun jaarrekening opmaken en publiceren (‘algemeen verkrijgbaar stellen’). De opgemaakte jaarrekening wordt vervolgens binnen twee maanden vastgesteld door de aandeelhoudersvergadering (zie artikel 394.2 BW 2). De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft naar aanleiding van de coronacrisis in een public statement aangegeven dat de bij ESMA aangesloten nationale toezichthouders op de financiële verslaggeving (voor Nederland is dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM)) geen prioriteit zullen geven aan het handhaven van de viermaandstermijn voor het publiceren van de jaarrekening 2019 als die met maximaal twee maanden wordt overschreden (
We hebben onderzocht of het bestempelen van COVID-19 als pandemie en de naar aanleiding daarvan getroffen rigoureuze maatregelen in Europa en andere delen van de wereld met mogelijk grote gevolgen voor het bedrijfsleven, het opmaken van de jaarrekening 2019 door de raad van bestuur en vervolgens het vaststellen van die jaarrekening door de aandeelhoudersvergadering hebben vertraagd. Daartoe hebben we de opmaak- en vaststellingstermijnen voor de jaarrekening 2019 vergeleken met die voor de jaarrekening 2018 van de in het onderzoek betrokken ondernemingen. De vergelijkingen hebben we in Tabel
2019 | 2018 | Verschil | |
---|---|---|---|
Opmaken: gemiddeld aantal dagen na balansdatum | 67,38 | 65,68 | 1,70 |
Vaststellen: gemiddeld aantal dagen na opmaken | 68,21 | 58.90 | 9,31* |
Uit Tabel
In tegenstelling tot de opmaaktermijn heeft het uitbreken van de coronapandemie wel een statistisch significante invloed op de snelheid waarmee de jaarrekening wordt vastgesteld door de aandeelhoudersvergadering (p = 0,00). Het vaststellen van de jaarrekening 2019 heeft plaatsgevonden gemiddeld 68,21 dagen (σ = 25,76) nadat die is opgemaakt tegenover gemiddeld 58,90 dagen (σ = 15,88) voor de jaarrekening 2018. Derhalve een verschil van gemiddeld 9,31 dagen (σ = 21,64).
Ter illustratie bevat Figuur
Illustratie van informatieverschaffing over onzekerheden veroorzaakt door COVID-19: RoodMicrotec, Annual report 2019, p.28. https://www.roodmicrotec.com/en/resources/downloads/investor-relations/annual-reports/annual-reports19-21/1490-roodmicrotec-annual-report-2019/file
Aangezien de coronacrisis zich midden in het jaarverslagenseizoen heeft gemanifesteerd, is het interessant om vast te stellen in hoeverre dat heeft doorgewerkt in het dividendbeleid en heeft geleid tot een aanpassing van het uitgekeerde/uit te keren dividend. De aandeelhoudersvergaderingen van de in het onderzoek betrokken ondernemingen waarop het (slot)dividend is vastgesteld, moesten immers nog plaatsvinden. Om dit te onderzoeken hebben we het dividendbeleid met betrekking tot het boekjaar 2019 vergeleken met het dividendbeleid met betrekking tot het voorafgaande boekjaar van dezelfde ondernemingen. Tabel
Winst per aandeel, dividend per aandeel en payout-ratio (2019 versus 2018).
2019 | 2018 | Verschil | |
---|---|---|---|
Winst per aandeel | € 1,68 | € 1,68 | € -0,00 |
Dividend per aandeel | € 0,69 | € 1,01 | € -0,32* |
Payout-ratio | 0,46 | 0,58 | -0,12 |
Tabel
Aangezien vanwege de coronacrisis met name op ondernemingen in de financiële sector een beroep is gedaan om met dividenduitkeringen (ten minste) enige terughoudendheid te betrachten
Winst per aandeel, dividend per aandeel en payout-ratio: verschil tussen 2019 en 2018 (financiële sector versus andere sectoren).
Financiële sector | Andere sectoren | Verschil | |
---|---|---|---|
Winst per aandeel: verschil tussen 2019 en 2018 | € 0,58 | € -0,11 | € 0,69 |
Dividend per aandeel: verschil tussen 2019 en 2018 | € -0,76 | € -0,25 | € -0,51* |
Payout-ratio: verschil tussen 2019 en 2018 | -0,65 | -0,02 | -0,63* |
Tabel
In de halfjaarverslaggeving 2020 komt de weerslag van de coronacrisis op de performance van de onderneming over de eerste zes maanden van 2020 tot uiting en moet rekening worden gehouden met mogelijke toekomstige effecten van de coronacrisis. We hebben onderzocht wat de invloed van de coronacrisis is op:
We hebben onderzocht of de in het onderzoek betrokken ondernemingen in hun halfjaarlijkse bestuursverslag 2020 informatie verstrekken over de volgende zaken:
Deze informatie-elementen hebben we afgeleid van een public statement van
Informatieverschaffing omtrent COVID-19 in halfjaarlijkse bestuursverslag (N = 87).
Informatie-element | n | % |
---|---|---|
Invloed COVID-19 op onderneming en verwachtingen voor de toekomst | 85 | 98 |
Mogelijk effect van COVID-19 op continuïteit | 49 | 56 |
Betalingsachterstanden als gevolg van COVID-19 | 10 | 11 |
Problemen naleving leningsconvenanten als gevolg van COVID-19 | 18 | 21 |
Maatregelen om gevolgen COVID-19 op onderneming aan te pakken of te mitigeren | 70 | 80 |
Aanpassing van huur/leasecontracten in verband met COVID-19 | 7 | 8 |
Overheidsbijdrage(n), bijvoorbeeld in het kader van NOW-regeling | 28 | 32 |
Uitstel van betaling van belastingen in verband met COVID-19 | 18 | 21 |
Uiteraard zullen niet alle informatie-elementen op alle ondernemingen van toepassing zijn. Opvallend is evenwel dat in het halfjaarlijkse bestuursverslag van twee ondernemingen helemaal niets wordt geschreven over de coronapandemie en de mogelijke gevolgen daarvan. Verder blijkt dat vier op de vijf ondernemingen maatregelen bespreken om de gevolgen van COVID-19 op de onderneming te beperken en dat meer dan de helft van de ondernemingen ingaat op het mogelijk effect van de coronacrisis op de continuïteit van de ondernemingsactiviteiten. Ook geven veel ondernemingen informatie over het gebruik van faciliteiten die overheden bieden: ongeveer een derde van de ondernemingen heeft het over overheidsbijdrage(n) en circa een op de vijf ondernemingen maakt melding van het uitstellen van de betaling van belastingen.
Als illustratie volgen hieronder delen uit een passage uit het halfjaarlijkse bestuursverslag 2020 van ABN AMRO.
Illustratie van informatieverschaffing over gevolgen coronapandemie in het halfjaarlijkse bestuursverslag 2020: ABN AMRO, Interim report & quarterly report. Second quarter 2020, p.3. https://www.abnamro.com/nl/images/Documents/050_Investor_Relations/Financial_Disclosures/2020/ABN_AMRO_Bank_Quarterly_Report_2020_Q2.pdf
Tabel
Over eerste halfjaar 2020 c.q. per 30-06-2020 | Over eerste halfjaar 2019 c.q. per 31-12-2019 | Verschil | |
---|---|---|---|
Winstgevendheid (return on assets) | -0,3% | 3,3% | -3,6%* |
Solvabiliteit (equity ratio) | 37,8% | 38,1% | -0,3% |
Stand voorzieningen | 1,3% | 1,3% | -0,0% |
Tabel
Net als in paragraaf 2.3, zijn we nagegaan hoe de financiële sector zich verhoudt tot de andere sectoren. Dit hebben we gedaan omdat (onder meer)
In Tabel
Verschil winstgevendheid, solvabiliteit en voorzieningen (financiële sector versus andere sectoren).
Financiële sector | Andere sectoren | Verschil | |
---|---|---|---|
Winstgevendheid: verschil tussen eerste halfjaar 2020 en eerste halfjaar 2019 | -0,3% | -4,1% | 3,8% |
Solvabiliteit: verschil tussen 30-06-2020 en 31-12-2019 | 2,4% | -3,0% | 5,4% |
Stand voorzieningen: verschil tussen 30-06-2020 en 31-12-2019 | -0,0% | - 0,0% | 0,0% |
Tabel
Als gevolg van de coronapandemie en de daarmee gepaard gaande verslechterde economische omstandigheden en vooruitzichten, zullen veel ondernemingen in de halfjaarverslaggeving 2020 rekening moeten houden met bijzondere waardeverminderingen (impairments). In IAS 36, Impairment of Assets, wordt in paragraaf 12 een aantal aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen genoemd die in dat kader relevant zijn, zoals:
Aan de hand van een multivariate regressieanalyse hebben we getoetst in hoeverre de in het eerste halfjaar van 2020 genomen bijzondere waardeverminderingen kunnen worden toegeschreven aan het uitbreken van de coronapandemie. Voor de multivariate analyse gebruiken we de volgende regressie:
LnImpairments = α + β1 Corona + β2 Overheidsbijdrage+ β3 ΔDagen + β4 EV > BW + β5 Sector + β6 AEX / AMX + β7 LnBalanstotaal +β8 Winstgevendheid + β9 Solvabiliteit + ε
Afhankelijke variabele:
Onafhankelijke variabelen:
Controlevariabelen:
Tabel
De verklarende kracht van het model – gebaseerd op de adjusted R2 – is 58%.
β | Significantie (p) | |
---|---|---|
(Constant) | -9,900 | ,054 |
Corona | 2,563 | ,018* |
Overheidsbijdrage | -,501 | ,593 |
ΔDagen | -,063 | ,158 |
EV>BW | -,232 | ,791 |
Sector | -,683 | ,467 |
AEX/AMX | ,029 | ,973 |
LnBalanstotaal | 1,058 | ,000** |
Winstgevendheid | -15,829 | ,108 |
Solvabiliteit | 3,179 | ,104 |
Adjusted R2 | 0,580 |
De erkenning door de WHO op 11 maart 2020 van de uitbraak van het coronavirus als pandemie is voor de jaarverslaggeving 2019 een gebeurtenis na balansdatum die geen nadere informatie geeft over de toestand op balansdatum. Dit betekent dat die gebeurtenis alleen in een (nog niet opgemaakte) jaarrekening wordt verwerkt als die gepaard zou gaan met het vervallen van de continuïteitsveronderstelling. Bij geen enkele onderneming uit ons onderzoek blijkt dat het geval te zijn. Wel zien we dat in de jaarverslaggeving 2019 veel meer informatie wordt verschaft over de uitbraak van COVID-19 en de (mogelijke) gevolgen daarvan voor de onderneming als de jaarrekening 2019 na 11 maart 2020 is opgemaakt. Daarnaast blijkt de coronacrisis te hebben geleid tot het later vaststellen van de jaarrekening 2019 door de aandeelhoudersvergadering en tot aanpassingen in het dividendbeleid. Dat laatste is vooral duidelijk waar te nemen in de financiële sector.
De invloed van de coronapandemie komt – uiteraard – nog sterker naar voren in de halfjaarverslaggeving 2020. Zo bespreekt 98% van de ondernemingen de invloed van COVID-19 op de onderneming en haar toekomstverwachtingen en geeft 80% aan welke maatregelen zijn, worden of kunnen worden genomen om de gevolgen van COVID-19 te beperken. Ook wordt door meer dan de helft van de ondernemingen expliciet ingegaan op het mogelijk effect van de coronacrisis op de continuïteit van de ondernemingsactiviteiten.
De directe financiële gevolgen van de coronacrisis zien we in de halfjaarrekening 2020 met name bij de winstgevendheid. Gemiddeld genomen is de winstgevendheid significant gedaald, vergeleken met die over het eerste halfjaar van 2019. Dit geldt overigens niet voor ondernemingen in de financiële sector. Hun winstgevendheid is nagenoeg gelijk gebleven. Wellicht is dit mede het gevolg van de mogelijkheid dat ze relatief terughoudend zijn geweest bij het nemen van impairmentverliezen. De solvabiliteit en de stand van de voorzieningen zijn in het eerste halfjaar van 2020 – zowel in de financiële sector als in de andere sectoren – over het algemeen niet significant gewijzigd.
Tot slot hebben we een multivariate regressieanalyse uitgevoerd om te onderzoeken in hoeverre de in het eerste halfjaar van 2020 genomen impairmentverliezen samenhangen met de coronapandemie. Hier constateren we een statistisch significant positief verband tussen de aandacht die er in de halfjaarverslaggeving 2020 is voor de coronapandemie en de omvang van de verantwoorde impairments. Verder hebben we geen verbanden gevonden die kunnen worden gerelateerd aan de coronacrisis.
Al met al zien we dat COVID-19 een belangrijk thema is in zowel de jaarverslaggeving 2019 als de halfjaarverslaggeving 2020. Ook lijkt er vooral in de financiële sector sprake te zijn van invloed van toezichthouders op het dividendbeleid en de financiële verslaggeving van ondernemingen.
Bij het trekken van conclusies ten aanzien van de coronacrisis en het effect daarvan op de financiële verslaggeving moeten we enige voorzichtigheid betrachten. De populatie van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen is relatief klein en zou uitgebreid kunnen worden met andere Europese beursfondsen. Daarnaast worden de gevolgen waarschijnlijk nog meer zichtbaar in de jaarverslaggeving over het gehele boekjaar 2020. Als laatste – en dat kunnen we op dit moment eenvoudigweg niet inschatten – weten we niet hoe lang de wereld nog in de greep zal zijn van corona en hoe verstrekkend de gevolgen daarvan verder zullen gaan zijn.
Prof. dr. R.G.A. Vergoossen RA is hoogleraar Externe Verslaggeving en directeur Center for Corporate Reporting, Finance & Tax, Nyenrode Business Universiteit en hoogleraar International Financial Accounting, Universiteit Maastricht.
Dr. F. van Beest is assistant professor Externe Verslaggeving, Nyenrode Business Universiteit en manager Data Proposities en Integrated Reporting, Flynth adviseurs en accountants.
In het onderzoek betrokken beursfondsen
AEX
ABN AMRO
Adyen
AEGON
Ahold Delhaize
Akzo Nobel
Arcelor Mittal
ASM International
ASML
ASR
DSM
Galapagos
Heineken NV
IMCD
ING
Just Eat Takeaway
KPN
NN Group
Philips
Randstad
RELX
Royal Dutch Shell
Unibail Rodamco Westfield
Unilever
Wolters Kluwer
AMX
Aalberts
Air France-KLM
Altice Europe
Aperam
Arcadis
BAM
Basic-Fit
BESI
Boskalis
Corbion
Fagron
Flow Traders
Fugro
GrandVision
Intertrust
NSI
OCI
Pharming
PostNL
SBM Offshore
Signify
TKH
Vopak
WDP
AScX
Accell
Acomo
Alfen
AMG
Avantium
B&S Group
Brunel
ForFarmers
Heijmans
ICT
Kendrion
Nedap
Neways
NIBC
Ordina
SIF Holding
Sligro
TomTom
Van Lanschot Kempen
VastNed
Vivoryon
Wereldhave
Lokale markt
Ageas
AND International
BeterBed
Brill
CocaCola European Partners
Ctac
DPA
Eurocastle
Euronext
HAL Trust
Hunter Douglas
Hydratec
Klépierre
RoodMicrotec
Stern
Value8
Veon