Print
Het jaar 2019 verslagen
expand article infoRuud G. A. Vergoossen§
‡ Nyenrode Business Universiteit, Breukelen, Netherlands
§ Universiteit Maastricht, Maastricht, Netherlands
Open Access

Voor u ligt Het jaar 2019 verslagen waarin verslag wordt gedaan van empirisch onderzoek naar de praktijk van de externe verslaggeving. Het is met bijzonder veel plezier dat ik deze uitgave aan u presenteer. Het is immers de vijfentwintigste editie van het sinds geruime tijd langstlopende periodieke jaarverslagenonderzoek in Nederland. De onderwerpen in Het jaar 2019 verslagen zijn wederom door de redactieraad gekozen op grond van hun actualiteit. De auteurs zijn echter vrij geweest om een eigen invulling aan hun onderzoek te geven, waardoor ze hun stempel op de artikelen hebben gedrukt.

In het eerste artikel doen Ferdy van Beest en ondergetekende verslag van een onderzoek naar de effecten van de coronacrisis op de jaarverslaggeving 2019 en de halfjaarverslaggeving 2020 van Nederlandse beursfondsen. Het is een studie naar de informatieverschaffing over de coronacrisis in het jaarverslag 2019 en het effect van de uitbraak van COVID-19 op het dividendbeleid van ondernemingen en op de snelheid waarmee de jaarrekening 2019 is vastgesteld. Daarnaast is de informatieverschaffing over de coronapandemie in de halfjaarverslaggeving 2020 en de invloed van COVID-19 op de winstgevendheid, de solvabiliteit, de hoogte van voorzieningen en de omvang van bijzondere waardeverminderingen in het eerste halfjaar van 2020 onderzocht. De resultaten laten zien dat het uitbreken van de coronapandemie heeft geleid tot het later vaststellen van de jaarrekening 2019 en tot aanpassing van het dividendbeleid. Ook blijkt dat de winstgevendheid van de ondernemingen in het eerste halfjaar van 2020 duidelijk heeft geleden onder de coronacrisis en dat er een positief verband is tussen de aandacht die er in de halfjaarverslaggeving 2020 is voor de coronapandemie en de omvang van de door ondernemingen genomen impairmentverliezen.

De implementatie van de nieuwe IFRS over leasing (IFRS 16) door Europese beursgenoteerde ondernemingen wordt in het tweede artikel behandeld door Coen Arnold, Arjan Brouwer en Jay Tahtah. Uit hun onderzoek blijkt dat veel ondernemingen gebruik hebben gemaakt van de praktische opties die IFRS 16 biedt om de overgang en de daarmee gemoeide kosten beheersbaar te houden. Het gevolg hiervan is wel dat dit de vergelijkbaarheid van en inzicht in de leaseverplichtingen en -activa nog een langere periode na de overgang zal beïnvloeden. De invoering van IFRS 16 heeft bij veel ondernemingen een grote impact gehad op belangrijke financiële maatstaven. De impact blijkt bovendien groter te zijn dan eerder werd ingeschat op basis van in jaarrekeningen 2016 opgenomen toelichtingsinformatie over de leaseverplichtingen. Dit wordt mogelijk verklaard door een robuustere interne beheersing ten aanzien van de in de primaire overzichten te verwerken bedragen dan ten aanzien van toelichtingsinformatie.

Ook het derde artikel van Jan Backhuijs, Renick van Oosterbosch en Leo van der Tas gaat over IFRS 16. Zij onderzoeken de invloed van de eerste toepassing van IFRS 16 op de informatieverschaffing over leases in de jaarrekening 2019 van lessees. IFRS 16 vereist meer informatie over leases waarvan een groot deel dikwijls wordt gegeven. Dat is echter veel minder het geval voor wat betreft toekomstige leasebetalingen. Daarnaast treffen de auteurs in de onderzochte jaarrekeningen weinig informatie aan over effecten van door de invoering van IFRS 16 veranderde cijfers op impairment testing, alternatieve prestatiemaatstaven en bestuurdersbeloningen. De grondslag voor verwerking van latente belastingposities als gevolg van IFRS 16 wordt weinig vermeld en loopt uiteen. Vaker besteedt de externe accountant in de bij de jaarrekening afgegeven controleverklaring aandacht aan de invoering van IFRS 16.

Erick Noorloos, Lars in ’t Veld en Anne Liza Verhagen schrijven in het vierde artikel over de nieuwe wettelijke eisen die gelden voor het bezoldigingsverslag van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Ze hebben onderzocht in hoeverre de nieuwe wettelijke bepalingen worden toegepast. In hun onderzoek komt naar voren dat beursgenoteerde ondernemingen in hun bezoldigingsverslaggeving over boekjaar 2019 al goede stappen hebben gezet in de naleving van de nieuwe wettelijke eisen. De toepassing van de tabellen opgenomen in de door de Europese Commissie gepubliceerde (conceptversie van de) richtsnoeren is nog wel voor verbetering vatbaar, net als de toelichting in het bezoldigingsverslag op (de veranderingen van) de pay ratio.

Het vijfde artikel van de hand van Jos de Groot en Steven Hijink heeft als onderwerp de verslaggeving over ‘in-control’ door Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Ze laten zien dat ‘in-control’ en ‘in-control verklaring’ in de praktijk op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en uitgelegd. Uit hun onderzoek van de jaarverslagen 2019 van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen blijkt dat de bestuursverklaring uit de Code 2016 op alle vier de sub-elementen voor het overgrote deel wordt gevolgd door de AEX-, AMX- en AScX-fondsen. Bij de overige beursfondsen is dat significant lager. Circa 45% van de in het onderzoek betrokken beursgenoteerde ondernemingen neemt in het bestuursverslag 2019 een expliciete ‘in-control verklaring’ over het effectief functioneren van de interne risicobeheersings- en controlesystemen op, ondanks dat dit sinds de Code 2016 niet meer wordt voorgeschreven. Consistentie is in de ‘in-control verklaringen’ overigens ver te zoeken.

Het zesde artikel gaat over de kwaliteit van de toelichting over de omzet in de jaarrekening van Europese bouwondernemingen en projectontwikkelaars. Het artikel is geschreven door Roy van Duuren en Ralph ter Hoeven. Ze hebben de toepassing onderzocht van IFRS 15 inzake opbrengstverantwoording over de boekjaren 2018 en 2019. Het onderzoek richt zich op de informatiewaarde van de aan IFRS 15 gerelateerde toelichtingen en beoogt eventuele leereffecten te onderkennen in het tweede jaar van toepassing van IFRS 15. Om die reden zijn zowel boekjaar 2018 als boekjaar 2019 onderzocht. De uitkomsten laten zien dat er beperkte leereffecten te onderkennen zijn en dat de kwaliteit van de toelichting over de omzet sterk varieert in de in het onderzoek betrokken jaarrekeningen. Op basis van praktijkvoorbeelden geven de auteurs aanbevelingen ter verhoging van de kwaliteit.

Nancy Kamp-Roelands, Hugo van den Ende en Marcus Looijenga doen in het zevende artikel verslag van hun onderzoek naar de transparantie van Europese banken over duurzaamheid. De transitie naar een duurzame economie, waarbij economische, milieu- en sociale aspecten beter met elkaar in evenwicht zijn, vergt grote investeringen. De financiële dienstensector heeft een belangrijke faciliterende rol. Met hun onderzoek laten de auteurs zien dat grote Europese banken weliswaar veel pagina’s besteden aan het onderwerp, maar dat onvoldoende informatie wordt gegeven over duurzaamheid in de kernactiviteiten, zoals duurzame investering en financiering en hoe duurzaamheid strategisch is gekoppeld aan prestatie-indicatoren en beloningsbeleid. Ze vinden dat een goed begin is gemaakt, maar dat er ook nog veel moet gebeuren.

Het achtste en laatste artikel is geschreven door Lianne Suurland, Ralph ter Hoeven en Sjaak Kolijn en heeft als onderwerp de verwerking in de jaarrekening van de kosten van groot onderhoud door zorginstellingen. Uit het onderzoek dat zich richt op de jaarrekening 2019 blijkt dat steeds meer zorginstellingen kosten van groot onderhoud verwerken volgens de componentenbenadering. In het onderzoek komt verder naar voren dat slechts de helft van de zorginstellingen die een stelselwijziging heeft doorgevoerd van het vormen van een onderhoudsvoorziening naar de componentenbenadering, die stelselwijziging juist heeft verwerkt. Tot slot vinden de auteurs dat zorginstellingen de toelichting van de stelselwijziging kunnen verbeteren. Daartoe geven ze een aantal goede voorbeelden uit de praktijk.

Ik sluit af met een woord van dank aan de auteurs voor hun inspanningen, mede namens de andere leden van de redactie Arjan Brouwer, Chris Knoops en Henk Verhoek. Ik hoop dat Het jaar 2019 verslagen wederom een bijdrage levert aan de voortgaande verbetering van de externe verslaggeving in Nederland en aan de kennis over de theorie, de regelgeving en de praktijk omtrent de in het onderzoek betrokken verslaggevingsonderwerpen.

De auteurs hebben hun artikel op persoonlijke titel geschreven. De redactie houdt zich uiteraard aanbevolen voor suggesties en opmerkingen naar aanleiding van dit bijzondere nummer van het MAB.

Ruud G.A. Vergoossen,

voorzitter redactie Het jaar 2019 verslagen

Prof. dr. R.G.A. Vergoossen RA is hoogleraar Externe Verslaggeving en directeur Center for Corporate Reporting, Finance & Tax, Nyenrode Business Universiteit en hoogleraar International Financial Accounting, Universiteit Maastricht.

login to comment