Research Article |
Corresponding author: An Gaiser ( gaiser.an@kpmg.nl ) Academic editor: Annemarie Oord
© 2022 An Gaiser, Erik Van Bekkum.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Gaiser A, Van Bekkum E (2022) Integratie van de non-verbale component in de auditaanpak; nieuwe dimensie bij cultuur- en gedragsonderzoek. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 96(7/8): 213-219. https://doi.org/10.5117/mab.96.89819
|
Cultuur en gedrag integreren in de audit is niet nieuw. De toenemende behoefte om meer in de huid van medewerkers te kruipen wordt versterkt door hybride werken, incidenten op het gebied van grensoverschrijdend gedrag en aandacht voor gelijkheid. Weten wat er speelt onder medewerkers lijkt relevanter en uitdagender dan ooit. Internal audit kan, als relatieve buitenstaander, bestuurders informeren over de mate waarin houding en gedrag overeenkomen met gewenste waarden. Dit vraagt om inzicht in gedrag en in de wijze waarop dit wordt beïnvloed. Analyse van de non‑verbale component is in dit verband belangrijk, aangezien de traditionele kennis en vaardigheden voor de auditfunctie dan tekortschieten. De auditor zal meer kennis moeten opdoen en zich vaardigheden eigen moeten maken om non‑verbale signalen te kunnen lezen, te interpreteren en hierop te kunnen reageren. Het registreren, analyseren en interpreteren van onbewuste spierbewegingen in het gezicht is uitdagend, maar levert waardevolle nieuwe inzichten op. Met dit artikel wordt beoogd te schetsen hoe de internal auditor tijdens interviews meer systematisch aandacht zou kunnen besteden aan non-verbaal gedrag.
Internal audit, non-verbale communicatie, soft controls, performance, interviewen
Dit artikel is van belang voor bestuurders, met het oog op de wijze waarop de auditor de organisatie kan helpen de waarde te vergroten en/of te beschermen. Daarnaast geeft dit inzicht in de mate waarin de impact van audits kan worden vergroot. De integratie van de non-verbale component in de auditaanpak vormt een nieuwe dimensie bij cultuur- en gedragsonderzoek.
Het is de taak van de auditor om goed te begrijpen hoe hij of zij komt tot wat een auditor ook wel ‘waarheidsvinding’ noemt. Het op de man of vrouw af vragen is vaak de meest geëigende manier om dit te doen. Er wordt makkelijk van uitgegaan dat de vraag begrepen wordt en dat de geïnterviewde vertelt hoe het in de praktijk is gegaan. Dat wat de ander vertelt, wordt een gepercipieerd feit.
Maar wat zendt de ander nu precies uit tijdens een interview? Informatie wordt via vele verschillende zintuigelijke en communicatieve kanalen doorgegeven. Zijn wij wel voldoende alert op al die kanalen? En hoe valideren wij de informatie die uit die kanalen afkomstig is?
Auditors worden zich steeds meer bewust van het nut en de noodzaak om cultuur in audits te betrekken. Tegelijkertijd groeit het besef van de complexiteit, veelzijdigheid en weerbarstigheid van cultuur. Dit vraagt om aanvullende en verdiepende vaardigheden en om meer oog voor het non-verbale gedrag. Kortom, hoe maken wij feitelijk en voldoende concreet wat wij niet kunnen zien, zonder dat de bestaande werkwijzen hierop moeten inboeten?
Hoewel non-verbale observaties in onze ogen relevant kunnen zijn voor alle auditors, gaan wij in dit artikel in op het werkterrein van de internal auditor. Het onderzoeken van niet-financiële informatie is veelal bekend en krijgt hiermee een extra dimensie. Wij kijken naar wetenschappelijke literatuur omtrent non-verbaal gedrag, waarbij we nader zullen omschrijven hoe deze kennis van waarde kan zijn in de uitvoering van het werk van de internal auditor. Centraal staat de wijze waarop een internal auditor meer systematisch aandacht kan besteden aan non-verbaal gedrag tijdens interviews. Dit leidt eveneens tot bewustwording van de impact die internal auditors zelf maken op degene die door hem of haar geïnterviewd wordt. Het artikel sluit af met zes gedragsmatige en praktische tips voor de internal auditor.
De internal auditor beoordeelt de kwaliteit en risico’s van de besturing en beheersing vanuit het perspectief van de strategie van de organisatie. Het bestuur verwacht in toenemende mate dat de internal auditor een verslag van de bevindingen uitbrengt, dat verder reikt dan de hard controls (
Voor de gemiddelde internal auditor is het vaak wennen om het principe van een hard normenkader los te laten en percepties, overtuigingen en aannames te onderzoeken. Het traditionele vakgebied van het procesgericht auditen schiet hierin tekort en als gevolg daarvan zoekt de internal auditor aansluiting bij de inzichten van disciplines die een beroep doen op andere waarnemingsvaardigheden, zoals de psychologie, sociologie en antropologie. Naast goed luisteren, ook naar wat er niet wordt gezegd, is een goede manier van kijken, registeren en observeren onmisbaar. Waarnemen is iets anders dan voor waar aannemen.
Niet alleen wat er gezegd wordt telt. Dat wat niet gezegd wordt, heeft ook impact op de stroom van informatie die binnenkomt. Dit beïnvloedt direct en indirect de perceptie van de informatie die verkregen wordt, de oordelen die internal auditors hierdoor vormen en de conclusies die zij op basis hiervan trekken. Kenmerken zoals geslacht, huidskleur, beroep of taalgebruik kunnen ervoor zorgen dat er een bepaald oordeel wordt geveld over iemand (
Het is de kunst voor de internal auditor om zich bewust te zijn van deze zintuigelijke waarnemingen en respons; registreren op welke momenten in gesprekken een geïnterviewde een zintuigelijke respons geeft, is waardevol. Door ook accenten te leggen op de communicatieve en gedragsmatige kant, kan de internal auditor immers meer uit zijn gesprekken halen. En nog belangrijker, de internal auditor kan inhoudelijke en procesmatige inzichten geven waarvan de auditee zich niet bewust was. Met de belangstelling voor de zachte aspecten van interne beheersing, de soft controls, is bovendien ook de aandacht voor het onderbuikgevoel, de zogenoemde ‘gut feeling’, toegenomen. Het blijft wel belangrijk voor een internal auditor om deze ‘gut feeling’ te beargumenteren, wat makkelijker wordt als de non-verbale aspecten van het interview ook aandacht krijgen. In de volgende paragrafen gaan wij verder in op het wetenschappelijk landschap van de non-verbale communicatie.
James
Er valt al met al nog een hoop te ontwikkelen en te leren in het werkveld van soft controls in de audit. Uit onderzoek (
Onderzoek naar de ‘tone at the top’ is niet eenvoudig en kan soms schuren tegen persoonsgebonden onderzoek. Het gaat immers om het gedrag van individuen en hoe dat wordt waargenomen door (groepen van) medewerkers. Daarnaast houdt onderzoek naar soft controls zich bezig met wat zich onder de waterlijn afspeelt.
Cultuur is complex, veelomvattend en kent verschillende lagen. In dit kader onderscheidt
In de volgende paragraaf behandelen we de wetenschappelijke duiding van non-verbale communicatie. Er volgt een uiteenzetting van meerdere onderzoeken en methoden, de kritische noten en de praktijkvalidatie van het gebruik van methoden tot op heden.
In 1867 publiceerde de Duitse arts en onderzoeker Theodor Piderit zijn boek ‘Mimik und Physiognomik’, waarin hij zich zeer kritisch toont over de in zijn tijd heersende opvattingen over de betekenis van gezichten volgens een oude leer die destijds gelaatskunde of ook wel fysiognomie werd genoemd. Fysiognomie werd in de oudheid en de middeleeuwen gebruikt om op basis van statische uiterlijkheden iemands persoonlijkheid vast te stellen. Piderit merkte op dat in plaats van de statische duiding veel meer gekeken moest worden naar repeterende bewegingen in het gezicht. Voor zover bekend is hij de eerste die het belang van microbewegingen heeft opgemerkt, maar werd er tot voor kort nooit wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.
Een andere bekende beweging komt voort uit de methodologie van Neurolinguïstisch Programmeren (NLP). Deze coachingsmethodologie gaat ervan uit dat het gedrag van een ander kan worden beïnvloed door het ‘lezen van non-verbale signalen’. De methode is nooit wetenschappelijk onderbouwd en wordt deze steeds meer gezien als een pseudowetenschap (
Paul Ekman onderzocht of emotieherkenning cultuuroverschrijdend was (
James
Paul Ekman refereert met zijn methode aan leugendetectie, waardoor de methode onder interviewers nog regelmatig wordt toegepast. Ex-FBI-agent en non-verbaal expert Joe Navarro is hier echter duidelijk over; er is geen enkele non-verbale beweging die duidt of er op een bepaald moment een bepaalde emotie of leugen aanwezig is. Wel kunnen non-verbale bewegingen indicaties van emoties, gevoelens en interactiebehoeften geven, maar zij dienen continu gemonitord te worden op een baseline van comfortabel en oncomfortabel gedrag (
In januari 2021 heeft het Instituut voor Non-verbale Strategie Analyse (INSA) samen met de Universiteit van Amsterdam een wetenschappelijk onderzoek uitgebracht (Fischer and Ilgen 2021). Zij onderzochten wat er voortdurend gebeurt in het gezicht van mensen en wat deze microbewegingen zeggen over de mate van (on)comfortabel gedrag en zelfs welke informatie er mogelijk aanwezig is over de persoonlijkheid van een individu. Zij noemen dit het Persoonlijk Non-verbale Repertoire (PNR). Gezegd kan worden dat INSA de eerste is die de eerste beweringen van Theodor Piderit onderzoekt. De eerste resultaten zijn veelbelovend. In een vervolgonderzoek van INSA in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam wordt gekeken of de microbewegingen ook kunnen worden geobserveerd tijdens onderhandelingen en dus of er een correlatie kan worden gelegd.
De complexiteit van gedrag in diverse contexten zorgt ook voor multi-interpretabele observaties en interpretaties, zo ook bij de INSA-methode (
Non-verbale communicatie is er altijd (
Ongeacht de methode die wordt ingezet, blijft het voor de internal auditor belangrijk om zich ervan bewust te zijn dat het aanleren van de observatie en interpretatie van non-verbale informatie net zoveel tijd nodig heeft als het aanleren van gespreks- en interviewtechnieken (
Er zijn veel verschillende gespreks- en interviewtechnieken die de auditor tijdens een interview kan toepassen. Uit de genoemde literatuur blijkt echter dat ieder individu andere interactiebehoeften heeft en deze ook op verschillende manieren kan laten zien in zijn gedrag. Dit betekent dat er flexibiliteit in interviewtechniek nodig is om aan informatie te komen. In het volgende hoofdstuk beschrijven we daarom de huidige ontwikkelingen op het gebied van interviewen.
Waarnemen gebeurt in het moment. En met een goede voorbereiding kan de internal auditor de impact van het waarnemen vergroten. Veelal werken internal auditors met een interviewprotocol om het gesprek te structureren, maar zelden wordt in het interviewprotocol aandacht besteed aan het non-verbale aspect. Hier valt nog een wereld te winnen.
De vraag is hoe een internal auditor komt tot een procesbeschrijving van het betrekkingsniveau. Wat heeft hij nodig om meer informatie te krijgen over het proces van zenden en ontvangen en hoe kan hij het proces beïnvloeden, zodat hij de juiste informatie op inhoudsniveau krijgt? Structurele en expliciete aandacht voor de minder tastbare zaken op het betrekkingsniveau vraagt veel van de internal auditor. Deels omdat deze nieuw is en deels omdat zij raakt aan de fundamentele rol van de internal auditor: het waarnemen. In de volgende paragraaf gaan wij in op de manier waarop non-verbale informatie en methoden tijdens een interview kunnen dienen als ondersteunend instrument in de voorbereiding en uitvoering van het interview.
Weerstand bestaat zowel uit proactief als uit reactief gedrag dat de geïnterviewde vertoont, met de bedoeling om afstand te nemen van samenwerking en de intentie om de stroom van een interactie te verstoren (
Het gebruik van non-verbale informatie kan interviewers helpen om tijdens een interview te ‘meten’ wanneer de auditee een situatie als spannend of gevaarlijk percipieert. Dit heeft ook invloed op de manier waarop de auditee bereid is om het gesprek met de auditor te voeren. De bandbreedte van comfortabele versus oncomfortabele non-verbale gedragingen verschuift naar interactie vermijdende bewegingen. Dit brengt niet alleen spanning aan het licht, maar ook potentiële weerstand.
Er zijn meerdere scenario’s mogelijk die tot de bovenstaande gedragingen kunnen leiden. Mogelijke oorzaken zijn: de auditor voldoet niet aan de interactiebehoefte van de auditee (op inhoudelijk of op betrekkingsniveau), de auditee ervaart een machtsverhouding, de auditee begrijpt de informatie niet of de auditee beschermt zichzelf tegen de mogelijke implicaties van de bevindingen van de internal auditor. Vanuit de communicatie-inzichten kan gezegd worden dat weerstand eigenlijk gebaseerd is op zelfbescherming. De (non-)verbale uitingen vanuit de weerstand van de auditee zijn dus niet op de internal auditor gericht, maar van de auditee vandaan. Vanuit een mindset wordt weerstand aldus een bron van informatie die verder onderzocht kan worden, in plaats van iets wat vermeden moet worden.
Het maken van rapport (verbinding), het lezen van (non-verbaal) gedrag en het stellen van de juiste vragen worden zo een competentie om te kunnen komen tot een effectieve en efficiënte wijze om feiten te valideren. Hierbij toetst de internal auditor continu of geobserveerde signalen te maken hebben met zijn eigen impact en zijn gunfactor bij de auditee, of met het zelfbeschermingsmechanisme van de auditee.
Een handleiding signalen observeren schiet tekort, omdat die ervan uitgaat dat de observaties een logisch en gestructureerd traject volgen. Daarom is er in dit artikel gekozen voor een handreiking die de internal auditor voorziet van inzichten, signalen en ideeën. Hierin wordt specifiek geconcentreerd op het interview, omdat hier nog veel onbenut potentieel ligt. In het volgende hoofdstuk wordt hier dieper op in gegaan.
Het begrip ‘investigative interviewen’ dankt zijn naam aan de historie van het verhoren van verdachten in strafzaken. Voor de internal auditor kunnen elementen van dit type onderzoek relevant zijn bij een audit. Bij het verzamelen van feiten in een strafzaak zijn in het verleden diverse technieken gebruikt. Zo werden het uitoefenen van een machtpositie en van druk gezien als effectieve methoden om informatie te ontsluiten. Onderzoek heeft aangetoond dat er een verschil is tussen het verzamelen van feiten en het verzamelen van bewijsmateriaal (
Een interview wordt in de literatuur gedefinieerd als een (semi-)gestructureerd gesprek waarin de interviewer informatie probeert te verkrijgen van de geïnterviewde als onderdeel van een audit of onderzoek. Het doel is op nauwkeurige en betrouwbare wijze informatie te verzamelen om feiten te valideren, niet om bekentenissen te ontlokken (
Een auditonderzoek is iets anders dan een verhoor, waardoor een internal auditor kan denken dat er geen sprake is van een machtspositie of van druk ten aanzien van de auditee. Maar dat valt nog te bezien. De zintuigelijke waarnemingen van beide partijen kunnen wel degelijk een zekere perceptie van druk en machtsverhouding scheppen.
Uit het bovenstaande blijkt dat het voor een internal auditor van groot belang is om niet alleen vragen te stellen op het niveau van de inhoud, maar ook op het niveau van de betrekking, de procedure en het gevoel. Op die manier toetst de internal auditor of hij de juiste verbinding heeft, er geen ruis zit op de ontvangen informatie en of die ruis weerstand kan veroorzaken tijdens het gesprek. Dit betekent ook dat het gesprek vaak flexibel en minder gestructureerd kan zijn dan de definitie van een interview doet vermoeden.
Het vasthouden aan een vaste set vragen houdt geen rekening met de dynamiek van mensen en hun gedrag. Sterker nog, het kan de weerstand alleen maar doen toenemen, omdat er, volgens de perceptie van de auditee, geen rekening wordt gehouden met zijn of haar interactiebehoeften.
Blijven monitoren of de verbinding nog steeds aanwezig is en of de vragen uit het interviewprotocol op dat moment de juiste snaar raken (inhoudsniveau), bepaalt de kwaliteit van het interview. Soms is het beter om eerst te investeren in de relatie of in andere informatie die de internal auditor op dat moment heeft ontvangen. Het kan de internal auditor helpen als hij moeite heeft met het stellen van de moeilijke of confronterende vragen. Het non-verbale gedrag van de auditee kan de internal auditor helpen beslissen wanneer en hoe hij de vraag het beste kan stellen.
Als bijvoorbeeld blijkt dat wanneer de geïnterviewde de vraag van de auditor niet duidelijk vindt, de auditor aan het aanspannen van de onderste oogleden kan zien dat de auditee onvoldoende grip heeft op de vraag om een antwoord te kunnen geven. Het naar binnen trekken van de lippen of het samenspannen van de mond kan duiden op een onvermogen of onwil om te antwoorden, of op het achterhouden van iets. Het scenario dat de bewegingen worden getoond als beleefdheidsvorm om de auditor te willen laten uitspreken, is ook mogelijk. Als de auditor zich bewust is van al deze scenario’s, is hij tevens in staat om de juiste vragen te stellen met de juiste verbinding en timing.
Tijdens het interview zal ook het gezicht van de internal auditor laten zien wanneer hij/zij zich (on)comfortabel voelt en wat zijn interactiebehoeften zijn. Oogleden, wenkbrauwen en andere gezichtsspieren zijn een bron van informatie. Een aantal voorbeelden ter illustratie.
Het aanspannen van de onderste oogleden kan de auditee doen denken dat de internal auditor twijfelt aan wat er wordt gezegd of dat hij of zij niet wordt vertrouwd. Dit is in lijn met wat Paul Ekman heeft aangetoond met zijn onderzoek (
Het helpt de internal auditor om zich bewust te zijn van zijn drijfveren, interactiebehoeften en motieven achter het gesprek. Dit helpt de internal auditor om zich voor te bereiden op wat hij vanuit zijn interne communicatiebehoefte zou kunnen uitstralen. Enerzijds helpt dit de auditor om zich bewust te zijn van zijn spanningen als er tijdens het interview niet aan zijn interactiebehoeften wordt voldaan. Het stelt de auditor in staat om uit te drukken wat zijn intenties zijn, zodat zijn non-verbale impact synchroon loopt met zijn verbale uitingen over zijn intenties. Anderzijds stelt het hem in staat om voorafgaand aan het interview na te denken over de beste strategieën om rapport te maken met de auditee en daarmee de gunfactor tijdens het gesprek te vergroten
Wij sluiten concluderend af met zes tips om (non‑verbaal) gedrag in de audit mee te nemen.
Drs. E. van Bekkum RA werkt als Director Soft controls bij KPMG en studeerde in 1999 af als Bedrijfskundige (Accountancy) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij adviseert commissarissen en bestuurders op het gebied van cultuur en gedrag in organisaties en stuurt een team aan van auditors, psychologen en sociologen om soft controls vanuit verschillende invalshoeken te onderzoeken.
B.C. A. Gaiser is ‘non-verbal Profiler’ en ‘Investigative Interviewer’. Zij werkt als Senior Manager bij KPMG en heeft een eigen consultancybureau. In 2003 studeerde zij af als maatschappelijk werker en in 2012 als Master Non-verbale Strategie-analist. Ze is mentee van ex-FBI-agent Joe Navarro, werkte tevens 8 jaar als reclasseringswerker en 10 jaar bij de AIVD als integriteits- en veiligheidsonderzoeker.