Research Article |
Corresponding author: Nancy Kamp-Roelands ( a.e.m.kamp-roelands@rug.nl ) Corresponding author: Marcus Looijenga ( marcus.looijenga@gmail.com ) Academic editor: Annemarie Oord
© 2022 Nancy Kamp-Roelands, Marcus Looijenga.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
Kamp-Roelands N, Looijenga M (2022) Klimaatgerelateerde informatie in het bestuursverslag. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 96(11/12): 377-390. https://doi.org/10.5117/mab.96.94532
|
Klimaatverandering heeft een steeds grotere maatschappelijke impact. Ook de financiële gevolgen worden steeds meer zichtbaar. Daarom krijgt klimaatverandering binnen de verschillende Europese regelgeving prioriteit. In dit onderzoek onder AEX-, AMX- en AScX-ondernemingen wordt gekeken of ondernemingen transparanter zijn over klimaat in het bestuursverslag nu de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Europese Taxonomy Regulation for Sustainable Activities (Taxonomy Regulation) van toepassing worden. Het artikel bespreekt ook diverse verbeteringen in transparantie over klimaatverandering ten opzichte van 2018 (
CSRD, EU Taxonomy, TCFD, verslaggeving, klimaat, beursfondsen, klimaatverandering
Door de steeds grotere maatschappelijke en financiële impact van klimaatverandering wordt relevante en vergelijkbare informatie steeds belangrijker voor besluitvorming door zowel de onderneming, investeerders als overige belanghebbenden. Informatie over klimaat in het bestuursverslag is – voor zover relevant – al verplicht voor beursgenoteerde ondernemingen. Via de CSRD en de Taxonomy Regulation worden nadere eisen gesteld aan de transparantie. Dit artikel geeft inzicht in de transparantie over klimaat in het bestuursverslag van AEX-, AMX- en AScX-ondernemingen en bespreekt waar dit verder verbeterd kan worden.
Klimaatverandering is voelbaar en krijgt een steeds grotere maatschappelijke impact. Wetenschappelijke studies laten onomstotelijk zien dat klimaatverandering door mensen wordt veroorzaakt en op onderdelen onomkeerbaar is geworden (
De transparantie over duurzaamheid, inclusief klimaat, moet vanuit de top van de onderneming worden gerealiseerd. Daarom zijn de Europese CSRD en Taxonomy Regulation gericht op transparantie in het bestuursverslag. Ook het huidige Nederlandse besluit niet-financiële informatie (
In dit artikel wordt bekeken in hoeverre Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen klimaatgerelateerde informatie opnemen in hun bestuursverslag. In paragraaf 2 gaan we kort in op de ontwikkelingen in wet- en regelgeving die in het kader van het rapporteren over klimaat relevant zijn, alsmede voortgaande internationale literatuur. In paragraaf 3 bespreken we de resultaten van het empirisch onderzoek naar de transparantie van 75 beursgenoteerde ondernemingen (25 AEX-, 25 AMX- en 25 AScX-ondernemingen). Ook wordt bij verschillende onderdelen inzicht gegeven in ‘good practices’. Het artikel eindigt met een slotbeschouwing in paragraaf 4.
Voor alle ondernemingen die een bestuursverslag moeten opstellen geldt volgens artikel 391 BW2.9 dat zij in hun bestuursverslag moeten rapporteren over niet-financiële informatie met inbegrip van milieu en personeelsaangelegenheden, voor zover dit van invloed is op de positie en prestaties van de onderneming. Dit artikel is sinds 2004 van toepassing op basis van een Europese richtlijn. De Nederlandse implementatie van de Europese Non-Financial Reporting Directive (NFRD) (
Via de Europese Taxonomyverordening wordt nadere informatie over de financiële implicaties van klimaat in het bestuursverslag gereguleerd. Deze verordening omschrijft samen met de bijbehorende gedelegeerde wetgeving wat onder ‘duurzame economische activiteiten’ moet worden verstaan.
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) (
De International Sustainability Standards Board (ISSB), opgericht onder toezicht van de International Financial Reporting Standards (IFRS) Foundation Trustees, ontwikkelt standaarden op het gebied van duurzaamheid. Hoewel de ambitie is zich te richten op waardecreatie in brede zin, wordt eerst gestart met het ontwikkelen van een standaard over klimaatgerelateerde onderwerpen (
Het Global Reporting Initiative (GRI) ontwikkelt al sinds 1999 richtlijnen en standaarden op het gebied van de impact van de onderneming op duurzaamheidsonderwerpen (GRI 2021). Hierin zijn ook standaarden ten aanzien van klimaat opgenomen, in het bijzonder het meten en rapporteren over CO2, zoals standaard GRI 305: Emissions 2016 (GRI 2016). Voor het meten van en het rapporteren over CO2 wordt gebruik gemaakt van het internationale GHG Protocol (
Bovenstaande paragrafen laten zien dat ondernemingen bij het rapporteren over klimaat zowel wet- en regelgeving ter beschikking hebben als nadere uitwerkingen in vrijwillige internationale standaarden.
Uit onderzoek in 2018 naar de transparantie van AEX- en AMX-genoteerde ondernemingen over klimaat in bestuurs- en overige verslagen, blijkt dat de gerapporteerde informatie in 2018 vrij operationeel is (
Voor het onderzoek zijn de bestuursverslagen van 75 ondernemingen onderzocht die aan het einde van het jaar 2021 genoteerd stonden in de AEX (25), de AMX (25) en de AScX (25). In de bijlage is een overzicht van de onderzochte ondernemingen opgenomen. Omdat de van toepassing zijnde wet- en regelgeving over klimaatinformatie zich richt op het bestuursverslag hebben we dit onderzoek gericht op het bestuursverslag. Een beperking van dit onderzoek is daarom dat aanvullende verslagen, zoals een impactrapport of een afzonderlijk duurzaamheidsrapport, niet zijn onderzocht. Veel ondernemingen in ons onderzoek hebben overigens het bestuursverslag ingericht als geïntegreerd verslag (
In het artikel van
Als we kijken naar de werknemersaantallen, dan zijn er 2 AMX-ondernemingen en 9 AScX-ondernemingen die minder dan 500 werknemers hebben en daardoor niet onder het besluit niet-financiële informatie ter implementatie van de NFRD vallen (11 ondernemingen, 15%) en waarvoor minder gedetailleerde informatie hoeft te worden gegeven. Ook moet worden opgemerkt dat de beursgenoteerde ondernemingen niet altijd de grootste klimaatvervuilers zijn in Nederland. De ondernemingen met de hoogste CO2-uitstoot vallen onder het Europese Emission Trading Scheme (ETS) en omvatten vaak ook in Nederland gevestigde niet-beursgenoteerde ondernemingen of dochterondernemingen van buitenlandse moedermaatschappijen.
De transparantie over klimaat begint bij de informatie over klimaat in de strategie. Tabel
Informatie over klimaat en klimaatdoelstellingen in de strategie van ondernemingen.
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Informatie over klimaat in strategie | ||||||||
Expliciet geïntegreerd | 23 | 92% | 22 | 88% | 16 | 64% | 61 | 81% |
Impliciet geïntegreerd | 1 | 4% | 1 | 4% | 3 | 12% | 5 | 7% |
Geen klimaat in strategie | 1 | 4% | 2 | 8% | 6 | 24% | 9 | 12% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Doelstelling(en) gekoppeld aan strategie | 20 | 80% | 20 | 80% | 13 | 52% | 53 | 71% |
Geen doelstelling(en) gekoppeld | 1 | 4% | 2 | 8% | 2 | 8% | 5 | 7% |
Geen doelstellingen | 4 | 16% | 3 | 12% | 10 | 40% | 17 | 22% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Koppeling in verslag met SDG 13 | 20 | 80% | 18 | 72% | 11 | 44% | 49 | 65% |
Koppeling in verslag met Parijs 1,5C | 21 | 84% | 14 | 56% | 6 | 24% | 41 | 55% |
Als we alleen naar de AEX- en AMX-ondernemingen kijken, is de expliciete integratie van informatie over klimaat in de strategie toegenomen (90% ten opzichte van 68% in het 2018-onderzoek). Van de AEX-ondernemingen rapporteert 92% expliciet over klimaat in de strategie (2018: 84%), bij de AMX-ondernemingen is dat 88% (2018: 52%).
Opvallend in de analyse van verslagjaar 2021 is dat in de beschikbare informatie regelmatig een duidelijke structuur van strategie, doelstellingen en tijdpad, beleid en acties ontbrak en de informatie her en der in het verslag moest worden gezocht. Dit bemoeilijkt ook de vergelijking tussen ondernemingen. Dit sluit aan bij de bevindingen van EFRAG (2021) en Lombardi (2021). De verwachting is dat de CSRD met de aanvullende ESRS hier meer structuur in zal gaan brengen.
Een goed voorbeeld van informatie over het thema klimaat zien we in het jaarverslag van Ahold Delhaize vanaf pagina 65. Ahold Delhaize heeft een ‘In focus: climate change’ opgenomen, waarin wordt ingegaan op de governance, strategy, risicomanagement en indicatoren rondom klimaat. Hierbij gaat zij niet alleen in op de impact van de onderneming op het klimaat, maar ook van het klimaat op de onderneming. Ahold Delhaize identificeert bijvoorbeeld de zes meest significante risico’s en licht deze in het bestuursverslag toe in de context van haar waardeketen (zie figuur
Voor de ondernemingen is ook nader onderzocht in hoeverre zij concrete doelstellingen hebben gesteld en op welke termijn deze doelstellingen betrekking hebben. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de korte termijn (tot 2025), de middellange termijn (tussen 2025 tot en met 2030) en de lange termijn (langer dan 2030). Tabel
Over de doelstellingen op lange termijn (>2030) rapporteert 41% van de ondernemingen. In de praktijk hanteren deze ondernemingen daarvoor vaak het jaar 2050. Dat sluit aan bij de Europese doelstelling in de Green Deal om in Europa in 2050 klimaatneutraal te zijn. Een beperkt aantal ondernemingen doet dit in combinatie met middellange en korte doelstellingen (16%). Op die manier laten zij hun ‘roadmap’ zien om uiteindelijk klimaatneutraal te worden. De andere ondernemingen combineren de langetermijndoelstelling met een middellangetermijndoelstelling (11%), met een kortetermijndoelstelling (5%) of benoemen alleen maar een langetermijndoelstelling (9%). Vooral de ondernemingen uit de AEX en AMX stellen doelstellingen vast over meerdere termijnen. In totaal heeft 55% van de ondernemingen doelstellingen op middellange termijn (>2025 <= 2030), waarvan 34% in combinatie met korte- en/of langetermijndoelstellingen. 9% van de ondernemingen heeft alleen een kortetermijndoelstelling (<=2025). Dit zijn vaak de ondernemingen die nog maar net starten met het rapporteren over klimaat.
Een goed voorbeeld van het rapporteren over doelstellingen over de korte en middellange termijn zien we terug in het jaarverslag van BESI op pagina 58. Het verslag licht voor verschillende aspecten van de bedrijfsvoering de tussentijdse doelstellingen voor 2022 en 2030 toe met betrekking tot brandstof- en elektriciteitsverbruik, om uiteindelijk tot het doel van ‘net-zero in 2050 te komen (zie figuur
De Sustainable Development Goals (SDG’s) vormen een verzameling van 17 wereldwijde doelstellingen om een betere en meer duurzame toekomst te realiseren voor iedereen (UN 2015).
Voor ons onderzoek hebben we gekeken naar de koppeling van de toelichtingen in het bestuursverslag met SDG 13 (Climate action). In SDG 13 wordt in de onderliggende doelstellingen verwezen naar zowel klimaatmitigatie als -adaptatie. Tabel
Niet alle ondernemingen koppelen met SDG 13. Ook de koppeling met SDG 7 (Affordable energie) komt voor. De reducties van CO2 hangen namelijk ook nauw samen met de energietransitie en de snelheid van de betaalbaarheid daarvan. Een voorbeeld hiervan is Alfen, een onderneming die zich richt op smart clean energy grids. Ook Aalberts, een onderneming die pijpen en andere materialen produceert, claimt dat 66% van de omzet gerelateerd is aan het behalen van de SDG’s. Zij richt zich op onder meer SDG 7 en laat zien hoe haar producten de SDG’s positief kunnen beïnvloeden en hoe daarbij de interactie met klimaat is (Aalberts annual report 2021, p.28–34).
Tabel
Voor de doorvertaling van de mondiale klimaatdoelstellingen in het Parijsakkoord naar de doelstellingen van de onderneming kunnen ondernemingen hun doelstellingen wetenschappelijk laten toetsen. Deze op wetenschap gebaseerde doelstellingen worden doorvertaald naar sectoren en vervolgens naar de specifieke onderneming. Het Science Based Target initiative (SBTi) heeft inmiddels voor verschillende sectoren de doorvertaling uitgewerkt en hiervoor een wereldwijde norm ontwikkeld.
Tabel
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
SBTi committed | 8 | 32% | 7 | 28% | 1 | 4% | 16 | 21% |
SBTi target setting | 3 | 12% | 3 | 12% | 0 | 0% | 6 | 8% |
SBTi aligned | 9 | 36% | 4 | 16% | 2 | 8% | 15 | 20% |
Geen SBTi doelstelling in verslag | 5 | 20% | 11 | 44% | 22 | 88% | 38 | 51% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
De strategie van een onderneming wordt vertaald naar concreet beleid en acties. Tabel
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beleid op klimaat | 22 | 88% | 21 | 84% | 15 | 60% | 58 | 77% |
Geen beleid op klimaat | 3 | 12% | 4 | 16% | 10 | 40% | 17 | 23% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Waarvan beleid op klimaat – onderwerpen | ||||||||
Klimaatmitigatie | 18 | 82% | 16 | 76% | 13 | 87% | 47 | 81% |
Klimaatadaptatie | 1 | 4% | 1 | 5% | 0 | 0% | 2 | 3% |
Klimaatmitigatie en adaptatie | 3 | 14% | 4 | 19% | 2 | 13% | 9 | 16% |
Totaal | 22 | 100% | 21 | 100% | 15 | 100% | 58 | 100% |
Waarvan beleid op klimaat – roadmap | ||||||||
Tijdpad / roadmap beschikbaar | 5 | 23% | 4 | 19% | 1 | 7% | 10 | 17% |
Geen tijdpad / roadmap beschikbaar | 17 | 77% | 17 | 81% | 14 | 93% | 48 | 83% |
Totaal | 22 | 100% | 21 | 100% | 15 | 100% | 58 | 100% |
Beleid en acties van ondernemingen kunnen betrekking hebben op klimaatmitigatie of klimaataanpassing (
In het onderzoek zien we dat de meeste ondernemingen informatie geven over maatregelen met betrekking tot klimaatmitigatie via het verminderen van CO2 (97% van de ondernemingen licht klimaatbeleid toe). Ook laat tabel
Van de 77% van de ondernemingen die informatie opneemt over klimaatbeleid, geeft slechts 17% van de ondernemingen informatie over een tijdpad voor de voorgenomen acties. Zonder deze informatie is het voor de lezer tussentijds niet vast te stellen of ondernemingen wel in staat zijn om hun doelstellingen te halen. Het tijdpad dat de ondernemingen opnemen, verschilt bovendien. Soms is dit duidelijk omschreven tot en met 2050 met verschillende tussenstappen, soms worden slechts enkele jaren genoemd. Ook komt het voor dat uitsluitend voor locaties of regio’s een tijdpad wordt gegeven in plaats van voor de gehele groep.
Een goed voorbeeld wordt gegeven in het bestuursverslag van ArcelorMittal op pagina 49 (zie figuur
Investeerders zijn geïnteresseerd in de inbedding van klimaat in de governancestructuur van ondernemingen en de ‘tone at the top’ (
Tabel
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Klimaat(beleid) expliciet in voorwoord CEO* | 18 | 72% | 23 | 92% | 19 | 76% | 60 | 80% |
Geen klimaat(beleid) in voorwoord CEO | 4 | 16% | 1 | 4% | 6 | 24% | 11 | 15% |
Geen voorwoord CEO | 3 | 12% | 1 | 4% | 0 | 0% | 4 | 5% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Klimaat(beleid) expliciet in verslag RvC | 16 | 64% | 18 | 72% | 11 | 44% | 45 | 60% |
Geen klimaat(beleid) in verslag RvC | 6 | 24% | 5 | 20% | 11 | 44% | 22 | 29% |
Geen RvC verslag | 3 | 12% | 2 | 8% | 3 | 12% | 8 | 11% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Tabel
Over verslagjaar 2018 concludeerden wij dat ondernemingen meer informatie zouden moeten geven over de koppeling van de remuneratie aan duurzaamheid in de langetermijnstrategie en dat deze informatie veel concreter moet worden gerapporteerd (
Klimaatrisico’s kunnen een grote invloed hebben op de onderneming. Dit kan gaan om fysieke risico’s, maar ook om transitierisico’s. De risico’s kunnen de onderneming zelf betreffen of de waardeketen waarin de onderneming opereert, zoals we hebben gezien in het voorbeeld van Ahold Delhaize hiervoor. Klimaatrisico’s zijn vaak gerelateerd aan andere risico’s, zoals een disruptie in de aanvoerketen. Daarnaast kan de onderneming zelf een behoorlijke impact veroorzaken op de maatschappij door de uitstoot van CO2 via de eigen processen of in de gehele waardeketen.
Van de onderzochte ondernemingen rapporteert 76% de risico’s in de algemene risicoparagraaf en 4% elders in het bestuursverslag (tabel
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Klimaatrisico’s worden benoemd in risicoparagraaf | 24 | 96% | 20 | 80% | 13 | 52% | 57 | 76% |
Klimaatrisico’s worden benoemd, maar niet in de risicoparagraaf | 0 | 0% | 2 | 8% | 1 | 4% | 3 | 4% |
Er worden geen klimaatrisico’s benoemd | 1 | 4% | 3 | 12% | 11 | 44% | 15 | 20% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Waarvan klimaatrisico’s worden benoemd – scenario-analyses | ||||||||
Kwalitatieve scenario-analyses opgenomen | 10 | 42% | 6 | 27% | 1 | 7% | 17 | 28% |
Kwantitatieve scenario-analyses opgenomen | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% |
Kwalitatieve en kwantitatieve scenario-analyses opgenomen | 1 | 4% | 0 | 0% | 0 | 0% | 1 | 2% |
Geen scenario-analyses | 13 | 54% | 16 | 73% | 13 | 93% | 42 | 70% |
Totaal | 24 | 100% | 22 | 100% | 14 | 100% | 60 | 100% |
Scenarioanalyse vormt een belangrijk uitgangspunt voor het identificeren van mogelijke risico’s (en kansen). De CSRD en ESRS hebben de informatievereisten over scenarioanalyse uit de TCFD-aanbevelingen overgenomen. Tabel
De diepgang van de informatie die wordt gegeven over scenario’s varieert enorm. Scenario’s kunnen toegelicht worden door de risico’s onder een 1,5-, 2- en/of 4-gradenscenario kwantitatief in te schatten. Het eerste laat meer transitierisico’s zien, terwijl het laatste meer fysieke risico’s kent. Zelfs kwalitatief maken ondernemingen dit onderscheid maar erg weinig. Er zijn vrijwel geen of weinig organisaties die kwantitatieve elementen van de scenario’s in het bestuursverslag opnemen, wel benoemen enkele dat deze analyse intern is uitgevoerd. Zo zegt Corbion alleen dat er drie scenario’s worden gebruikt om CO2 te beprijzen (Corbion annual report 2021, p.41). KPN zegt dat ze dit doen, maar verwijst daarvoor naar het verslag van vorig jaar (KPN annual report 2021, p.65). Andere geven uitgebreide uitleg met verwijzing naar internationale klimaatrapporten. Wat ook opvalt, is dat ondernemingen rapporteren over scenario’s vanuit publiek beschikbare studierapporten, maar deze scenario’s niet doorvertalen naar de specifieke bedrijfssituatie of -activiteiten, of althans daar geen informatie over geven.
Een goed voorbeeld wordt gegeven door Unilever. Er wordt uitgebreide informatie gegeven over de scenarioanalyses op basis van het 1,5-gradenscenario, de onderliggende veronderstellingen en de mogelijke financiële impact over de jaren 2030, 2039 en 2050 (zie figuur
Klimaatprestaties worden evenals de doelstellingen uitgedrukt in CO2 (equivalenten). Ondernemingen kunnen over verschillende scopes rapporteren. Scope 1 betreft de directe eigen uitstoot, scope 2 de uitstoot door energieverbruik opgewekt door derden en scope 3 betreft de uitstoot in de keten. Tabel
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
CO2-uitstoot | 23 | 92% | 22 | 88% | 19 | 76% | 64 | 85% |
- Waarvan scope 1 | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0% | 0 | 0 % |
- Waarvan scope 1 en 2 | 4 | 16% | 6 | 24% | 8 | 32% | 18 | 24 % |
- Waarvan scope 1, 2 en 3 | 19 | 76% | 16 | 64% | 11 | 44% | 46 | 61 % |
Overige klimaatindicatoren opgenomen | 20 | 80% | 15 | 60% | 11 | 44% | 46 | 61% |
Prestatie van indicatoren wordt gemeten versus doelstelling | 14 | 56% | 6 | 24% | 2 | 8% | 22 | 29% |
Toch moeten we niet te hard juichen. Veel van de gevonden scope-3-informatie beperkt zich namelijk tot bedrijfsreizen. De bredere impact van de keten, bijvoorbeeld de aankoop van goederen en diensten, moet nog verzameld worden of wordt in hoge mate geschat, bijvoorbeeld door in- en/of verkopen tegen algemene omrekenfactoren te vertalen naar CO2. Om zich voor te bereiden op de CSRD moeten ondernemingen meer data gaan verzamelen over de keten waarin zij opereren.
Ook valt op dat ondernemingen vaak geen informatie geven over de analyse tussen de gestelde doelstelling en de behaalde resultaten. Deels kan dit verklaard worden door het ontbreken van (tussentijdse) doelstellingen, maar er blijft dan nog steeds een groot deel over dat deze analyse niet maakt. Op deze manier krijgt de lezer geen inzicht of er nog extra maatregelen nodig zijn of dat de onderneming ook tussentijds goed op schema ligt. Er is een verschil tussen de indexen; de AEX-ondernemingen scoren beter dan de AScX-ondernemingen.
De indicatoren zijn niet altijd te vinden onder het kopje ‘klimaat’, maar ook onder het materiële onderwerp energie. Tabel
De indicatoren over klimaat gaan niet alleen over de uitstoot, maar in een enkel geval ook over de besparingen die met de producten van de onderneming gerealiseerd zijn. Philips en Signify zijn voorbeelden die al jarenlang de besparingen laten zien in de waardeketen. We verwachten dat ondernemingen dit steeds meer laten zien. Alfen, een onderneming die zich richt op smart clean energy grids, is een voorbeeld hiervan. Zij geven daarbij aan dat hun producten met betrekking tot clean energy “avoided 2,2 Mtons of CO2 equivalent” (Alfen, annual report, p. 25). Ook AMG, producent van onder andere materialen voor accu’s voor elektrische auto’s, geeft aan dat als zij niet zouden bestaan, de mondiale CO2-emissies 78,4 miljoen ton (79,0 miljoen ton verminderd met 0,55 miljoen directe emissies) hoger zouden zijn (AMG annual report p.11). Er is daarbij wel een zeker risico van ‘greenwashing’ (zie ook
Shell geeft vanaf pagina 90, naast het uitgebreid toelichten van vele uitstootindicatoren, ook een helder overzicht van waar de emissies in de keten plaatsvinden (zie figuur
Tabel
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
<5% eligible | 14 | 56% | 9 | 36% | 6 | 24% | 29 | 39% |
>5%, <50% eligible | 3 | 12% | 5 | 20% | 2 | 8% | 10 | 13% |
>50%, <90% eligible | 0 | 0% | 2 | 8% | 3 | 12% | 5 | 7% |
> 90% eligible | 1 | 4% | 3 | 12% | 4 | 16% | 8 | 11% |
Geen informatie | 3 | 12% | 1 | 4% | 1 | 4% | 5 | 7% |
Totaal | 21 | 84% | 20 | 80% | 16 | 64% | 57 | 76% |
Valt niet onder Taxonomy Regulation* | 0 | 0% | 2 | 8% | 7 | 28% | 9 | 12% |
Financiële instellingen ** | 4 | 16% | 3 | 12% | 2 | 8% | 9 | 12% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Ondernemingen die een meer positieve of negatieve impact hebben op klimaatverandering, of er meer door geraakt worden, zullen meer activiteiten hebben die onder de Taxonomy Regulation vallen (eligibility). Er zullen steeds meer innovaties in duurzame producten, diensten en processen komen. Euronext Amsterdam geeft bijvoorbeeld aan dat NX Filtration, nieuw in de AScX, de eerste groene IPO is. Dit is objectief vastgesteld door Cincero, een ESG Rating Agency. Door het produceren van duurzame producten kan een hoge alignment worden geclaimd. NX Filtration rapporteert uitgebreid voor elke milieudoelstelling over omzet, opex en capex. Met betrekking tot klimaat rapporteren zij een 65% eligibilty die ook aligned (‘groen’) wordt verwacht te zijn. In de gegeven informatie staat dat cliënten door de directe nanofiltratiemembraantechnologie toegang hebben tot zuiver en betaalbaar water. Door klimaatverandering en toenemende perioden van droogte zal hier meer behoefte aan zijn.
Tabel
7% van de ondernemingen rapporteert een eligibility van de omzet tussen de 50–90%. We zien in de bouw en vastgoedsector hoge scores van tussen 80–89% eligibility: BAM, Heijmans en Unibail Rodamco. Ook Post NL rapporteert een eligibility van 86%. Het zijn sectoren waar nog veel maatregelen mogelijk zijn en die ook in het Nederlandse energie-akkoord een belangrijke rol hebben in de reductie van CO2. In verslagjaar 2022 moet over het alignmentpercentage gerapporteerd worden, dus het percentage van de eligible omzet, capex en opex dat voldoet aan de technische screeningcriteria om als duurzaam bestempeld te mogen worden. Deze percentages zullen naar verwachting veel lager uitvallen.
Opvallend is dat 39% van de ondernemingen een eligibility van minder dan 5% van de omzet rapporteert, met een hoog percentage AEX-ondernemingen. Hierbij is het soms onduidelijk of zij nog niet alles gemeten hebben of dat de activiteiten van de bedrijfstak nog niet opgenomen zijn in de Taxonomy. 12% van de ondernemingen rapporteert niet omdat zij niet onder de NFRD vallen en daarmee ook niet onder de Taxonomy Regulation.
Van financiële instellingen wordt verwacht dat zij in 2023 rapporteren over het deel van hun portefeuille dat aansluit met de Taxonomy Regulation. Hierbij zijn zij afhankelijk van de informatie die de ondernemingen rapporteren die in hun portefeuille zitten. Zij merken in hun bestuursverslag op dat de portefeuilles bestaan uit ondernemingen die zowel onder de NFRD vallen als ondernemingen die daar niet onder vallen, bijvoorbeeld mkb-ondernemingen. Daardoor is er ook behoefte aan andere ratio’s om het verloop van duurzame economische activiteiten in de portefeuille weer te geven. We zien dan ook dat de informatie bij de financiële instellingen in ons onderzoek meer details bevat dan uitsluitend op basis van de Taxonomy Regulation wordt gevraagd.
De TCFD-aanbevelingen worden geheel of deels toegepast door 55% van de ondernemingen, waarbij 31% echt claimt in compliance te rapporteren met de TCFD-aanbevelingen. Daarbij zijn grote verschillen waar te nemen tussen de indexen. De AEX heeft met 48% het hoogste percentage ondernemingen dat compliance claimt. De detaillering van tabel
AEX (n) | AEX | AMX (n) | AMX | AScX (n) | AScX | Totaal (n) | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
TCFD alleen benoemd | 4 | 16% | 3 | 12% | 1 | 4% | 8 | 11% |
TCFD-toelichtingen worden gemaakt | 6 | 24% | 4 | 16% | 0 | 0% | 10 | 13% |
TCFD-compliance wordt geclaimd | 12 | 48% | 8 | 32% | 3 | 12% | 23 | 31% |
Geen TCFD-verwijzingen | 3 | 12% | 10 | 40% | 21 | 84% | 34 | 45% |
Totaal | 25 | 100% | 25 | 100% | 25 | 100% | 75 | 100% |
Het monetariseren van de klimaatindicatoren maakt inzichtelijk hoe groot de impact is. Zo rapporteert Corbion over een interne CO2-prijs om de besluitvorming met betrekking tot investeringen te faciliteren. Deze interne CO2-beprijzing is ook als advies opgenomen in de concept ESRS-standaarden. De nadruk ligt hierbij op de impact op de onderneming. Andere ondernemingen richten zich meer op de impact op de maatschappij. Het meten van deze impact is vrij kostbaar, omdat de CO2 in de gehele keten inzichtelijk moet worden gemaakt. Het wordt daarom beperkt toegepast. In onze analyse zien we dat Philips gemonetariseerde informatie geeft voor de CO2-impact in de gehele keten van haar producten. Signify geeft ook gemonetariseerde informatie, maar rapporteert daarbij alleen over de besparing bij de consumenten door het gebruik van ledverlichting.
De onderzoeksresultaten laten zien dat de transparantie over klimaat ten opzichte van 2018 flink is toegenomen. Vooral de AMX-ondernemingen zijn meer transparant geworden. We zien meer informatie over klimaat in de strategie, de koppeling met de SDG’s, klimaat krijgt ook een duidelijkere plaats in de algemene risicoparagraaf en in de remuneratie. Ook is er meer informatie over CO2-prestaties, al lijkt de informatie over CO2 in de keten (scope 3) veelal beperkt tot bedrijfsreizen. Dit jaar zijn ook de ondernemingen in de AScX onderzocht. Zij hebben een start gemaakt met het rapporteren over klimaat. De ontwikkelingen in wet- en regelgeving op het gebied van klimaattransparantie hebben hier ongetwijfeld een rol in gespeeld. Hier zal de toenemende informatievraag vanuit investeerders een rol spelen.
Er is steeds meer behoefte aan informatie over hoe de ondernemingen inspelen op de kansen en risico’s met betrekking tot klimaat om hun prestaties uiteindelijk in 2050 klimaatneutraal te laten zijn. Voor de ondernemingen in het onderzoek zijn daarin een aantal verbeteringen mogelijk. Dit betreft:
Een beperking van dit onderzoek is dat uitsluitend naar de informatie in bestuursverslagen is gekeken. Er zijn nog enkele ondernemingen die een afzonderlijk duurzaamheidsverslag maken of er juist voor kiezen meer gedetailleerde informatie in andere verslagen op te nemen. Desondanks zien we een toename in de beschikbare informatie over klimaat in het bestuursverslag zelf. We verwachten dat de informatie in de toekomst in aanloop naar de CSRD verder gaat toenemen.
Prof. dr. A.E.M. Kamp-Roelands RA – Nancy is bijzonder hoogleraar niet-financiële informatie, geïntegreerde verslaggeving en assurance bij de Rijksuniversiteit Groningen en was als pionier betrokken bij diverse internationale initiatieven op dit vakgebied.
M. Looijenga MSc RA – Marcus is partner bij PwC op het gebied van niet-financiële en duurzaamheidsrapportering en assurance, gastdocent op het gebied van ESG reporting en assurance en lid van werkgroepen op dit vakgebied.
Met dank aan Chantal de Graaf (RuG), Vera Rauwerda (RuG) en Mark van Gils (RuG) voor hun bijdrage aan de analyse van de verslagen en het samenstellen van de tabellen.
Organisatie van openbaar belang, zoals beursfondsen, banken en verzekeringsmaatschappijen.
Duurzame economische activiteiten dienen te voldoen aan drie cumulatieve voorwaarden:
• aanzienlijk bijdragen aan ten minste één van de zes milieudoelstellingen die gedefinieerd zijn in de Taxonomie en verder zijn uitgewerkt als Technical Screening Criteria (TSC) en wettelijk zijn verankerd via gedelegeerde wetgeving (EC 2021a); en
• do No Significant Harm (DNSH), ofwel geen schade aanbrengen aan de overige vijf milieudoelstellingen zoals omschreven in de TSC; en
• voldoen aan minimale maatschappelijke en ethische gedragscodes (social safeguards).
Europese (accounting)definitie van een grote onderneming: 2 jaar op rij 2 van de drie ondergrenzen zijnde 250 werknemers; meer dan 20 miljoen euro balanstotaal of meer dan 40 miljoen euro omzet.
Niet-Europese ondernemingen met een aanzienlijk aandeel op de Europese markt (netto-omzet groter of gelijk aan € 150 miljoen geconsolideerd in de Europese Unie en ten minste een dochteronderneming die groot of beursgenoteerd is of een branche met een omzet van € 40 miljoen of meer. Zij moeten een duurzaamheidsverslag opstellen op het geconsolideerde niveau van de moeder.
Met ingang van 1 januari 2025 (verslagjaar 2024) voor ondernemingen die onder de NFRD vallen en met ingang van 1 januari 2026 (verslagjaar 2025) voor grote ondernemingen en kleine en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen.
AEX | AMX | AScX |
---|---|---|
Adyen | Aalberts | Accell |
Aegon | ABN AMRO | Accsys |
Ahold Delhaize | Air France KLM | Acomo |
Akzo Nobel | Alfen | Avantium |
ArcelorMittal | AMG | B&S |
ASM Internationaal | Aperam | BAM |
ASML | Arcadis | Brunel |
BESI | ASR | CM .com |
DSM | Basic Fit | CTP |
Heineken | Boskalis | For Farmers |
IMCD | Corbion | Heijmans |
ING | Eurocomm. Prop | Kendrion |
Just Eat Takeaway.com | Fagron | Lucas Bols |
KPN | Flow Traders | Nedap |
NN Group | Fugro | NSI (Nieuwe Steen) |
Philips | Galapagos | NX Filtration |
Prosus | Inpost | Ordina |
Randstad | Intertrust | Pharming |
RELX | JDE Peet’s | Sif holding |
Royal Dutch Shell A | OCI | Sligro |
Signyfy / Philips Lighting | PostNL | TomTom |
Unibail Rodamco Westf. | SBM offshore | Van Lanschot Kempen |
Unilever cert. | TKH group | VastNed |
Universal Music Group (UMG) | Vopak | Vivoryon |
Wolters Kluwer | WDP | Wereldhave |