Book Review
Print
Book Review
Boekbespreking: De meetmaatschappij
expand article infoHerman van Brenk
‡ Nyenrode Business Universiteit, Breukelen, Netherlands
Open Access

In dit artikel bespreek ik het boek De meetmaatschappij (2021) van Berend van der Kolk, met als ondertitel ‘waarom we alles meten en wat dat met ons doet’. Van der Kolk is universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam binnen de vakgroep Accounting. Het boek stelt kritische vragen bij een belangrijk fundament van het accountantsberoep, namelijk cijfers en het meten van de werkelijkheid. In deze boekbespreking geef ik eerst een korte impressie van het boek, daarna een reflectie op het boek en tot slot mijn opinie.

Impressie van het boek

Het boek geeft aan de hand van praktische voorbeelden en verwijzingen naar wetenschappelijke literatuur inzicht in allerlei prestatiemetingen waar iedereen in de maatschappij mee te maken heeft. Deze metingen variëren van het meten van je slaapscore tot het meten van de kwaliteit van het onderwijs. Het doel hiervan is dat we grip krijgen op de complexe werkelijkheid. We gebruiken cijfers of indicatoren om deze werkelijkheid te begrijpen, maar volgens de auteur is dit meten slechts een versimpeling van de werkelijkheid. Daarnaast geeft hij aan dat de werkelijkheid wordt beïnvloed door het meten, omdat we ons gedrag aanpassen naar aanleiding van de cijfers. Grip is volgens de auteur een illusie, waardoor het adagium ‘meten is weten’ om een nuancering vraagt.

De auteur begint het boek met een korte introductie van verschillende meetsystemen onder de veelzeggende titel ‘De meetexplosie’. In de twee daaropvolgende hoofdstukken legt hij uit dat meetsystemen worden gebruikt om ons te motiveren. De grens tussen motivatie en manipulatie is dun volgens hem, aangezien cijfers een normaliserende werking kunnen hebben, waarbij subtiel invloed wordt uitgeoefend op ons gedrag. Vervolgens besteedt de auteur in drie hoofdstukken aandacht aan de gevolgen van meten, namelijk: aanpassing van ons gedrag om de indicatoren te verbeteren ten koste van het achterliggende doel (indicatorisme) en psychologische en maatschappelijke bijwerkingen. Tot slot geeft de auteur zeven tips voor een gezonde meethouding: meet met mate, houd rekening met de context, houd het doel voor ogen, doe het samen, zorg voor een goede balans, wees flexibel en gebruik cijfers om te leren en niet om (af) te rekenen.

Reflectie op het boek

In mijn leesgroep met accountancystudenten hebben we nagedacht over de betekenis van vier passages uit het boek voor onszelf, voor ons beroep en voor onze maatschappij. Hierna citeer ik deze passages en geef ik enkele overpeinzingen die uitnodigen tot nadere reflectie.

De markt associëren we namelijk met kille efficiëntie en afgemeten relaties. Het aanbieden van geld kan socia­le verhoudingen aantasten en een relatie daadwerkelijk doen verschuiven naar een meer marktachtige, berekende relatie.” (Hoofdstuk 6: Maatschappelijke bijwerkingen)

Kille relaties kunnen een belangrijke bijwerking zijn van meten. Zijn dat de relaties die de maatschappij nodig heeft? Relaties kunnen kil en zakelijk worden, zodra er cijfers in het spel komen. Tijd is geld, dus gaan we rekenen wat een dienst kost en wat het ons oplevert. Deze berekening zorgt ervoor dat we ons gedrag aanpassen aan de norm. We gaan doen wat anderen doen om niet te veel af te wijken van het gemiddelde. Deze normalisering zorgt weliswaar voor efficiëntie en geeft inzicht in prestaties, maar ondermijnt tegelijkertijd het sociale aspect van een relatie waarin je elkaar onvoorwaardelijk helpt en steunt. Medemenselijkheid en interesse in de ander zijn waardevol, maar kunnen hun waarde verliezen zodra het meetbaar wordt gemaakt.

Hoe we het doen ten opzichte van anderen kan vervolgens ook beïnvloeden hoe we ons voelen over onszelf en onze prestaties. Vergelijkingen met anderen die beter scoren dan wij kunnen resulteren in negatieve gevoelens, terwijl vergelijkingen met minder presterende mensen juist positieve gevoelens kunnen oproepen.” (Hoofdstuk 6: Maatschappelijke bijwerkingen)

Cijfermatige vergelijkingen kunnen onze gevoelens ten onrechte beschadigen. Is dát wat we willen bereiken met ons meetsysteem? Het meten van onze prestaties geeft inzicht in wat we hebben gedaan en waar we staan ten opzichte van onze doelen. Meten kan daarmee waardevol zijn en een bijdrage geven aan ons leven. Anders wordt het wanneer we op basis van deze cijfers onszelf gaan vergelijken met anderen, iets wat in de kern van ons menselijk bestaan lijkt te zitten. We bekijken anderen in de wetenschap dat anderen ons bekijken. Hierdoor leven we continu in een competitie op basis van cijfers, die slechts een beperkt deel van de werkelijkheid – gekleurd – weergeven. Desondanks wordt ons zelfbeeld bepaald door onze positie op de ranglijst, waarbij er meestal anderen zijn die het ‘beter’ doen dan ik. Deze vergelijkingen kunnen leiden tot negatieve gevoelens, terwijl ieder mens van waarde is en we in ons menszijn gelijkwaardig zijn.

De hedendaagse maatschappij is gericht op presteren; in toenemende mate schudt ze de negativiteit van geboden en verboden van zich af en presenteert ze zichzelf als een maatschappij van vrijheid.” (Hoofdstuk 6: Maatschappelijke bijwerkingen)

De meetmaatschappij is een prestatiemaatschappij die onze vrijheid belemmert. Is dat de maatschappij die we willen zijn? Bovenstaand citaat over vrijheid is afkomstig van de filosoof Byung-Chul Han en staat in het teken van de zelfuitbuiting. We kiezen zelf voor een competitie op basis van prestaties die we meten. We zijn onze prestaties. Totdat we niet meer mee kunnen komen en opgebrand raken. Vrijheid vraagt om grenzen, om geboden en verboden. Deze gebondenheid is als een kompas, dat richting geeft in de keuzes die we maken en de beslissingen die we nemen. Een kompas dat wijst naar onszelf of continu rondtolt, is een belemmering om verder te komen.

Door informatie uit een meetsysteem niet te gebruiken als ‘stok om mee te slaan’ maar als startpunt om iets te leren of een dialoog te beginnen, houd je rekening met de mogelijkheid dat de informatie zelf onvolledig of misleidend is. Een dergelijke bescheidenheid over het vermogen van kwantitatieve informatie om iets over de werkelijkheid te zeggen is onmisbaar voor een gezonde meethouding.” (Hoofdstuk 7: Tips voor een gezonde meethouding)

Met deze woorden sluit de auteur zijn boek af. Het is een mooie oproep om genuanceerd en verstandig om te gaan met cijfers. Indicatoren en onderzoeksresultaten geven inzicht in een deel van de werkelijkheid, maar zijn nooit volledig en missen vaak belangrijke nuances. Daarom is bescheidenheid in zowel het meten als het trekken van conclusies op basis van getallen zo belangrijk. Gebruik cijfers om vragen te stellen – niet alleen om antwoorden te geven. Het grappige is dat deze houding van intellectuele bescheidenheid of nederigheid met behulp van een vragenlijst kan worden gemeten. Meten is dus toch een beetje weten?

Naast deze vier passages zijn er meer observaties om verder over na te denken:

  • Mensen verlangen naar grip. Evaluaties en meetsystemen worden gebruikt om ‘grip’ te krijgen op de complexe werkelijkheid. Onvermijdelijk vinden hier vereenvoudigingen plaats. Waarom gebruiken we onvolledige cijfers om grip te krijgen op een wereld die te complex is om te meten?
  • Performativiteit is een interessant begrip. Iets kan tegelijkertijd beschrijvend en beïnvloedend zijn. De werkelijkheid beschrijven is de werkelijkheid beïn­vloeden. Onze kijk op de werkelijkheid verandert door wat we zien en ervaren. Wat is dan precies de werkelijkheid, als deze continu kan veranderen?
  • Het verzamelen van data over onze prestaties, zoals slaapscores en stappentellers, geeft inzicht en zelfkennis. Deze vormen van zelfmeting maken mij tot een beter persoon, althans: dit beweren sommigen. Waarom zouden we een meetsysteem nodig hebben om een beter persoon te worden? En wat maakt iemand dan tot een ‘beter persoon’?

Opinie over het boek

Het boek De meetmaatschappij is toegankelijk geschreven en geeft meerdere aanknopingspunten om na te denken over de invloed van meetsystemen in onze maatschappij. Door middel van duidelijke en aansprekende voorbeelden weet de auteur het onderwerp goed voor het voetlicht te brengen. De kritiek op onze meet­obsessie inclusief alle bijwerkingen is goed onderbouwd aan de hand van theorieën en wetenschappelijk onderzoek. Door middel van een uitgebreide literatuurlijst en notenapparaat wordt de geïnteresseerde lezer op weg geholpen om verder te lezen. Naast kritiek geeft de auteur aan het einde van zijn boek ook tips om tot een gezonde houding ten opzichte van meten te komen. Hiermee is het een evenwichtig boek, dat een breed publiek kan aanspreken.

Misschien is het bereiken van een breed publiek tegelijk wel een belangrijke zwakte van dit boek. In het dankwoord bedankt de auteur enkele personen van de uitgeverij die hem hebben uitgedaagd om zijn academische schrijfstijl – een zekere afstand tot het thema – los te laten. Hierdoor ontbreekt soms de verdieping en gaan belangrijke nuances weleens verloren. Professionals die een beetje bekend zijn met het vakgebied Management Accounting & Control of zich weleens verdiept hebben in de kritiek op meetsystemen, zullen in dit boek weinig nieuws lezen. Desondanks raad ik accountants en beleidsmedewerkers aan om kennis te nemen van het boek en te reflecteren op onze meetobsessie, bijvoorbeeld in relatie tot het idee om audit quality-indicatoren te rapporteren.

Dr. Herman van Brenk RA is universitair hoofddocent accountancy aan Nyenrode Business Universiteit.

Literatuur

  • Van der Kolk B (2021) De meetmaatschappij. Business Contact.
login to comment