Literature Review |
Corresponding author: Dick de Waard ( d.a.de.waard@rug.nl ) Academic editor: Anna Gold
© 2023 Niels van der Meer, Dick de Waard.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
van der Meer N, de Waard D (2023) Verslaggevingsstandaarden en auditkwaliteit: een literatuurstudie. In: Majoor B, Gold A, Oord A (Eds) ESG. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie 97(3/4): 77-86. https://doi.org/10.5117/mab.97.95839
|
Verslaggevingsstandaarden wijzigen en nieuwe verslaggevingsstandaarden, zoals de CSRD, worden ingevoerd. Deze standaarden worden overwegend rules-based of principles-based vormgegeven. De vraag is nu: leiden standaarden met een meer rules-based accent tot een hogere auditkwaliteit of juist standaarden met een meer principles-based accent? In deze bijdrage beschrijven wij de uitkomsten van een literatuurstudie van 20 relevante publicaties op het gebied van rules-based versus principles-based verslaggevingstandaarden en de impact daarvan op de auditkwaliteit bij financiële verslaggeving. Deze literatuurstudie behandelt het perspectief van de individuele accountant, de interactie met de cliënt en de invloed van toezichthouders. Wanneer wordt ingezoomd op sec de accountant, gaat de voorkeur uit naar meer principles-based standaarden. Indien rekening wordt gehouden met de interactie met de cliënt en de actieve rol van toezichthouders, neigt dit meer naar standaarden met een rules-based accent. Nader onderzoek naar deze relaties bij de invoering van duurzaamheidsverslaggeving is gewenst.
Rules-based, principles-based, verslaggevingsstandaarden, duurzaamheidsverslaggeving, auditkwaliteit
Indien sprake is van impact door de aard van regelgeving op de auditkwaliteit – en daarmee op de kwaliteit van verslaggeving – dan is het van belang dat de regelgevers zich realiseren wat het effect kan zijn van de toepassing van rules-based of principles-based regelgeving, zeker nu een volledig nieuwe richtlijn als de CSRD wordt omgezet in concrete standaarden voor verslaggeving, waarbij assurance wordt gevraagd.
Vanaf 2024 moeten gefaseerd alle grote Europese ondernemingen voldoen aan de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Een belangrijk aspect van deze nieuwe richtlijn is de vraag naar assurance bij de duurzaamheidsinformatie in het toekomstig bestuursverslag van deze ondernemingen. Daarmee komen er voor externe auditors nieuwe verslaggevingsstandaarden waaraan zij moeten toetsen. Deze standaarden lijken vooralsnog in sterke mate principles-based. Een opkomende vraag is: leiden standaarden die relatief meer principles-based zijn eerder tot de gewenste auditkwaliteit of zou de voorkeur moeten uitgaan naar standaarden die relatief meer rules-based zijn? Het beantwoorden van deze vraag is belangrijk, omdat de regelgever ex ante een belangrijke invloed kan hebben op de kwaliteit van zowel de verslaggeving als de audit.
Met betrekking tot de financiële verslaggeving is veelvuldig onderzoek gedaan naar deze relatie, terwijl voorschriften op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving nieuw zijn. Welke lessen kunnen nu worden geleerd uit het onderzoek op het gebied van financiële verslaggeving naar de relatie tussen het karakter van de regelgeving en de kwaliteit van de audit? Is nader onderzoek gewenst? In deze bijdrage beschrijven wij de uitkomsten van een literatuurstudie op het gebied van rules-based versus principles-based verslaggevingstandaarden en de impact daarvan op de auditkwaliteit bij financiële verslaggeving. Analoog aan het audit quality model van de
In dit onderzoek is een traditionele systematische literatuurstudie uitgevoerd. De voor deze bijdrage gebruikte literatuur is geselecteerd via Google Scholar. Op voorhand zijn geen tijdschriften of jaartallen uitgesloten. De zoektermen rules-based en principles-based accounting standards hebben 7.930 resultaten opgeleverd. In deze opbrengst was sprake van een groot aantal doubleringen die zijn verwijderd. Aansluitend zijn essays en artikelen verwijderd die zijn gericht op fiscale en overige niet-accountancy gerelateerde wet- en regelgeving. Vervolgens zijn alle publicaties verwijderd waarin de accountant niet de besluitvormer was. Deze selectie heeft geresulteerd in 20 relevante wetenschappelijke publicaties. De in deze publicaties gepresenteerde onderzoeken zijn gebaseerd op verschillende onderzoeksmethoden, zoals experimenten, contentanalyse, archiefdata en survey. Op deze wijze is een goed overzicht verkregen van onderzoek naar het gedrag van accountants in zowel een gecontroleerde als ongecontroleerde omgeving. Tabel
Auteurs + jaartal | Onderzoeks-periode | Land van onderzoek | Korte samenvatting | Onderzoeks-methode |
---|---|---|---|---|
|
Niet gespecificeerd | US | Dit paper onderzocht de mate waarin accountants akkoord gaan met de door de klant voorgestelde verslaggeving onder zowel rules-based als principles-based standaarden. De onderzoekers concludeerden dat accountants eerder geneigd zijn mee te gaan met de klant onder principles-based standaarden dan onder rules-based standaarden. Echter, onder rules-based standaarden hebben accountants meer vertrouwen in de eigen oordeelsvorming, als zij geen weet hebben van onderzoeken door toezichthouders. | Experiment |
|
2004–2008 | US | Dit paper onderzocht of de gewijzigde rules-based definitie naar een principles-based definitie van “control” onder US GAAP & IFRS resulteert in minder “transaction structuring”. De onderzoekers concludeerden dat ondanks de gewijzigde definitie van “control”, ondernemingen belangen hielden net op of onder de 50%, om zodoende de consolidatieplicht te sturen door vast te houden aan de “oude” rules-based definitie van “control”. | Archiefdata |
Bennet et al. (2006) | n/a | n/a | De onderzoekers vergeleken drie verslaggevingsstandaarden met elkaar waarvan één vooraf werd gedefinieerd als een rules-based standaard en de andere twee werden geclassificeerd als principles-based standaarden. De onderzoekers concludeerden dat standaarden op zichzelf staand niet in te delen zijn als rules-based of principles-based, maar dat een standaard relatief ten opzichte van een andere standaard meer rules-based of meer principles-based is. | Contentanalyse |
|
Niet gespecificeerd | US | De onderzoekers onderzochten en concludeerden dat de verslaggevingsbeslissingen van accountants onder principles-based standaarden resulteren in meer conservatieve verslaggeving dan onder rules-based standaarden, ongeacht de mate van toezicht door een toezichthouder. | Experiment |
|
2007–2009 | Wereldwijd | Dit paper beschrijft het onderzoek naar de vraag of het type verslaggevingsstandaard impact heeft op de lease-classificatie in de jaarrekening. In tegenstelling tot de verwachting, concludeerden de onderzoekers dat er juist onder een meer principles-based verslaggevingsstandaard minder verschillen werden geconstateerd in de lease-classificatie. | Archiefdata |
|
1996–2005 | US | De onderzoekers onderzochten of rules-based standaarden bescherming boden tegen juridische vervolging en zij vonden bewijs voor deze hypothese. Echter, rules-based standaarden boden geen bescherming in geval de accountant gedaagd werd. | Archiefdata |
Fornaro and Huang (2012) | 2005–2006 | US | Deze studie onderzocht en concludeerde dat effectief toezicht op het management een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van financiële verslaggeving, zolang de verslaggevingsstandaarden niet te onduidelijk zijn en dubbelzinnigheden bevatten. | Archiefdata |
Fang et al. (2021) | 2000–2009 | US | De studie onderzocht de effectiviteit van de verschillende governance-actoren onder zowel rules-based als principles-based verslaggevingsstandaarden. De resultaten laten zien dat commissarissen, accountants en externe toezichthouders effectiever zijn in het tegengaan van onjuiste verslaggeving onder rules-based standaarden dan onder principles-based standaarden. | Archiefdata |
|
Niet gespecificeerd | Canada | De studie onderzocht of een match tussen het type verslaggevingsstandaard en type accountant resulteert in betere financiële verslaggeving. De resultaten laten zien dat het type accountant minder relevant is onder rules-based standaarden. Echter, onder principles-based standaarden zal een principles-based accountant beter in staat zijn om onjuiste verslaggeving te voorkomen. | Experiment |
|
1998 | Nieuw-Zeeland | Middels een vragenlijst werd onderzocht of CFO’s, accountants en aandeelhouders in Nieuw-Zeeland een verschillend begrip hebben van verslaggevingstermen. De resultaten laten zien dat de groepen verschillende percepties hebben van begrippen in de verslaggeving. | Survey |
Mergenthaler (2009) | 1994–2005 | US | De studieresultaten laten zien dat er een positieve relatie bestaat tussen rules-based standaarden en de omvang van “earnings management” en dat er een negatieve relatie bestaat tussen rules-based standaarden en de kans om gestraft te worden bij de SEC. | Archiefdata |
|
1998 | US | De studie laat zien dat accountants minder geneigd zijn “earnings management” tegen te houden als de transacties gestructureerd zijn in lijn met de rules-based verslaggevingsstandaard. Dit in tegenstelling tot earnings management onder principles-based verslaggevingsstandaarden. | Survey |
|
n/a | n/a | De studie betreft een literatuurstudie. | Literatuurstudie |
|
Niet gespecificeerd | US & Nederland | De onderzoekers concluderen dat principles-based standaarden resulteren in een grotere “process accountability”, wat vervolgens resulteert in een verhoogde motivatie bij accountants om de specifieke casus beter te begrijpen en hun behoefte aan controle-informatie. | Experiment |
|
2015 | US & India | De onderzoekers concludeerden dat de beslissing van accountants om een deelneming al dan niet te consolideren afhangt van de werklocatie van de accountant (US versus India) en van het beeld van de accountant over zichzelf en zijn of haar werk. | Experiment |
|
Niet gespecificeerd | Australië | Uit de studie blijkt dat accountants eerder geneigd zijn een deelneming niet te consolideren onder rules-based standaarden dan onder principles-based standaarden, gegeven de manipulatie dat accountants onder beide standaarden de motivatie hebben om de deelneming niet te consolideren. | Experiment |
|
Niet gespecificeerd | Australië | De studie onderzoekt de consolidatie besluitvorming van senior verslaggevingmedewerkers in Australië. Op basis van de resultaten concludeert de onderzoeker dat een principles-based standaard niet per se resulteert in “biased” financiële verslaggeving. | Experiment |
|
1994–1996 | US | De studie laat zien dat earnings management plaatsvindt onder zowel rules-based als principles-based standaarden, maar dat de aard van het earnings management verschilt. Zo worden er onder rules-based standaarden besluiten genomen om uitgaven stop te zetten (“real earnings management”) en worden de winsten onder principles-based standaarden beïnvloed via accruals. | Archiefdata |
Vann and Presley (2018) | 2003–2009 | Wereldwijd | De studie concludeert dat er onder principles-based standaarden vaker sprake is van earnings management en dat een Big Four-accountant alleen niet in staat zal zijn om dit sturen van de resultaten tegen te gaan, maar dat ook effectieve governance binnen de onderneming noodzakelijk is. Kortom, de synergie tussen de governance-organen en de accountant zal eraan bijdragen dat winsten onder principles-based standaarden minder worden gestuurd door het management. | Archiefdata |
|
1990–2001 | Canada | De onderzoekers concluderen dat er geen verschil is in de kwaliteit van de accruals onder de principles-based Canadian GAAP versus de rules-based US GAAP. Dit resultaat wordt vooral gedreven door het strenge toezicht in de US. | Archiefdata |
Een stelsel van financiële verslaggeving is een verzameling standaarden voor financiële verslaggeving. Titel 9 BW2 regelt in Nederland de toepassing van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) en de International Financial Reporting Standards (IFRS). Deze standaarden vormen voor ondernemingen de criteria op basis waarvan de jaarrekening moet worden opgesteld en voor accountants de norm waaraan zij de jaarrekening toetsen.
In de wetenschappelijke literatuur worden standaarden onder meer gekwalificeerd als rules-based of als principles-based. Al merken
Rules-based standaarden worden omschreven als standaarden die complex, uitgebreid en gedetailleerd zijn. Deze standaarden bevatten vele uitzonderingen en duidelijke thresholds en vereisen hierdoor een beperkte mate van professionele oordeelsvorming door accountants. Aan de andere kant worden principles-based standaarden omschreven als onnauwkeurig, minder gedetailleerd en meer gericht op de economische werkelijkheid van transacties. Dit type standaarden vereist relatief meer professionele oordeelsvorming door de accountant (
Voorstanders van rules-based standaarden wijzen op het voordeel dat deze standaarden de vergelijkbaarheid van financiële informatie tussen ondernemingen (in de tijd) bevorderen, doordat de kans op interpretatieverschillen tussen accountants klein is (
Auditkwaliteit kent meerdere definities (
Op 21 april 2021 publiceerde de Europese Commissie de CSRD. Aansluitend daarop heeft de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) in 2022 deze richtlijn vertaald naar concrete verslaggevingsstandaarden: de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) (
Bestudering van de ESRS (
In dit hoofdstuk zijn de resultaten weergegeven van de analyse van de geselecteerde publicaties. In paragraaf 5.1 wordt ingegaan op het perspectief van de individuele accountant, in paragraaf 5.2 op de interactie met de cliënt en tot slot beschrijven wij in paragraaf 5.3 de invloed van toezichthouders op het gedrag van de accountant onder beide type standaarden.
De accountant stelt vast of de jaarrekening is opgesteld conform de van toepassing zijnde verslaggevingsstandaarden. Deze doelstelling of taakomschrijving van de accountant impliceert dat de accountant:
De accountant moet dus een keten van beslissingen nemen op basis van deze standaarden. Daarmee kan ook worden gesteld dat het begrip en de interpretaties van deze verslaggevingsstandaarden door de accountant een belangrijke variabele vormen, die van invloed is op de uiteindelijke auditkwaliteit.
Een veelgenoemd nadeel van principles-based standaarden is dat deze standaarden door hun subjectieve karakter zullen leiden tot winststuring en dat de onderlinge vergelijkbaarheid tussen ondernemingen zal afnemen. Echter,
Uit empirisch onderzoek van
Vann and Presley (2018) laten met hun onderzoek zien dat accountants vooral onder rules-based standaarden minder effectief zijn in het tegengaan van winststuring. De stelling is: als de cliënt aantoont te voldoen aan de letter der wet, kun je als accountant weinig beginnen. Het onderzoek van
De studie van
Ondanks dat deze onderzoeken mooie inzichten bieden in verschillende keuzes die accountants maken onder beide typen standaarden en in het proces dat mogelijk daaraan ten grondslag ligt, is niet onderzocht of er ook daadwerkelijk vergelijkbare uitkomsten zijn in de zin van auditkwaliteit. De vraag naar extra controle-informatie of het uitvoeren van meer gedetailleerde analyses bewijst niet per se dat de auditkwaliteit onder beide typen standaarden vergelijkbaar, beter of slechter is. Daarnaast is het ook maar de vraag hoe significant de interpretatieverschillen zijn van principles-based standaarden onder accountants en zeker gegeven de specifieke casus. Kortom, we weten niet of accountants onder principles-based standaarden in vergelijkbare situaties significant verschillend handelen en oordelen.
Ondanks dat de bestaande literatuur niet volledig eenduidig is, lijken er aanwijzingen te zijn dat principles-based standaarden resulteren in voldoende auditkwaliteit. Deze uitkomst is mogelijk positief voor regelgevers, omdat verondersteld wordt dat de jaarrekening onder principles-based standaarden informatiever is voor de gebruiker, vanwege een beter inzicht in de economische prestaties van de onderneming. Wel is naar ons idee vervolgonderzoek noodzakelijk om deze initiële conclusie verder te kunnen staven. Een mogelijk onderwerp daarbij kan zijn: de (on)bewuste voorkeur van accountants voor een type standaard, die in combinatie met het cognitieve proces zorgt voor een betere auditkwaliteit in de situatie waarin er sprake is van een match tussen de van toepassing zijnde type standaard en de voorkeur van de accountant.
De accountant zit van nature in een spagaat. De cliënt betaalt de accountant voor de uitvoering van de controle van de jaarrekening, maar tegelijkertijd voert de accountant die controle uit voor het maatschappelijk verkeer. In het verleden hebben zich onafhankelijkheidgerelateerde situaties voorgedaan die hebben geleid tot boekhoudschandalen. Vanuit de literatuur over auditkwaliteit weten wij dat onafhankelijkheidsvraagstukken in verschillende gedaantes (non-audit fees, tenure) impact hebben op de auditkwaliteit (
Intuïtief zou kunnen worden beargumenteerd dat de accountant het meest beïnvloedbaar is onder principles-based standaarden, immers: “Je kunt er ook ‘zo’ naar kijken.” Aan de andere kant, kan de accountant nadrukkelijker de rol van vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer pakken, omdat hij/zij dan nagaat of de interpretaties van de cliënt in de geest van de wet zijn en deze interpretaties ook leiden tot de informatiewaarde waar het maatschappelijk verkeer om vraagt. Er zijn echter relatief weinig onderzoeken bekend naar de cliënt-accountant-interactie onder zowel rules-based als principles-based standaarden.
Onder principles-based standaarden maakte de voorkeur van de accountant wel uit. Accountants met een principles-based voorkeur bleken in die situatie beter in staat te zijn om het leasecontract te laten verwerken op basis van de economische realiteit van het contract en dus werd het contract in de balans opgenomen. Rules-based accountants hielden de CFO’s niet tegen om het leasecontract off-balance te verwerken. Dit onderzoek laat dan zien dat de voorkeur van een accountant voor een type standaard van invloed is op de keuzes in de verslaggeving. Dit onderzoek is van belang voor regelgevers in hun afweging om rules-based of principles-based standaarden op te stellen. De voorkeur van de betrokken accountant en de incentives van de cliënt bepalen of deze keuze leidt tot een hogere informatiewaarde van de jaarrekening.
Op basis van empirisch onderzoek komen Fang et al. (2021) tot een vergelijkbare conclusie. Als accountants meer tijd en energie in de controle stoppen, is de accountant onder rules-based standaarden beter in staat om fouten te ontdekken. Echter, onder principles-based standaarden was een dergelijk verband niet zichtbaar en daarmee is de accountant als onderdeel van het corporate governance-mechanisme minder effectief onder principles-based standaarden. Het is overigens niet geheel duidelijk waarom de accountant onder principles-based standaarden niet effectief was. Het is mogelijk dat de accountants in de steekproef een sterke voorkeur hadden voor rules-based standaarden.
Op basis van de voorgaande onderzoeken kan worden geconcludeerd dat de effectiviteit van de accountantscontrole afhangt van de onderhandelingspositie van de accountant onder zowel rules-based als principles-based standaarden. Onduidelijk is of accountants daadwerkelijk een voorkeur hebben voor één van de twee typen standaarden. McEnroe and Sullivan (2012) lieten met hun survey zien dat een meerderheid van de ondervraagde accountants in de Verenigde Staten een voorkeur heeft voor rules-based standaarden. Dit verklaart mogelijk – met de resultaten van
Accountants toetsen of de jaarrekening voldoet aan de van toepassing zijnde verslaggevingsstandaarden. Deze standaarden zijn opgesteld dan wel vastgesteld door regelgevers en in opdracht van de betrokken regelgever ziet een toezichthouder erop toe dat de accountant zijn werk goed doet, oftewel dat het oordeel in de controleverklaring goed kan worden onderbouwd met de uitgevoerde controlewerkzaamheden; de deugdelijke grondslag. Daarmee heeft de regelgever en in het verlengde de toezichthouder ex ante een belangrijke invloed op de auditkwaliteit. Immers, als de vastgestelde standaarden niet worden begrepen door de accountants, zal de auditkwaliteit mogelijk onvoldoende zijn. Of als de toezichthouder een bepaalde stijl hanteert, kan dit de accountant ‘extra’ motiveren om een goede kwaliteit te leveren.
Het onderzoek van
De resultaten van
Andere (empirische) studies laten zien dat de rules-based aard van standaarden wordt gebruikt door het management en indirect ook door de accountant om financiële verslaggeving naar hun eigen hand te zetten middels winststuring. Immers, als zij voldoen aan de standaard, kan hun niets worden verweten. Zowel de studies van Mergenthaler (2009) als die van
De voorgaande studies impliceren dat de kwaliteit van de verslaggeving het hoogst is onder principles-based standaarden, maar dat gegeven de mate van toezicht de besluitvorming van accountants onder rules-based standaarden het minst ter discussie staat. Daar de huidige CSRD-standaarden een sterk principles-based karakter kennen, zou een voorzichtig advies aan de regelgevers en toezichthouders kunnen zijn om het toezicht via een dialoog te laten plaatsvinden. Dit voorkomt mogelijk de vertaling van de principles-based standaarden naar toegepaste rules-based standaarden. Door middel van vervolgonderzoek, bijvoorbeeld in experimentele vorm, kan in kaart worden gebracht of de mate van toezicht resulteert in een rules-based interpretatie van de standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving door accountants. Dit zou de vraag kunnen beantwoorden of dit effect het gevolg is van bijvoorbeeld de vrees voor sancties bij mogelijk onjuiste beslissingen.
Standaarden worden opgesteld, geïmplementeerd en gewijzigd met het doel om ondernemingen waardevolle informatie te laten verschaffen aan hun belanghebbenden. De regelgever heeft daarbij in de basis de keuze om relatief meer rules-based standaarden of juist relatief meer principles-based standaarden vast te stellen. Beide type standaarden hebben voor- en nadelen en in de toepassing van de standaarden worden deze voor- en nadelen ook nog eens beïnvloed door contextuele variabelen, zoals persoonskenmerken, de accountant-cliënt-interactie en de toezichthouder. Om te komen tot zowel effectieve verslaggeving als hoge auditkwaliteit, dient de regelgever rekening te houden met deze contextuele variabelen.
Zoals in paragraaf 4 wordt toegelicht, hebben de standaarden (ESRS) die in 2022 door EFRAG op basis van de CSRD zijn uitgewerkt een sterk principles-based karakter. Dit principles-based karakter, gecombineerd met het feit dat sprake is van nieuwe regelgeving, kan leiden tot veel onzekerheid bij accountants en ondernemingen. Naast de in het voorgaande betoog genoemde opties voor nader onderzoek, zijn het principles-based karakter en de nieuwheid een belangrijk onderzoeksthema. In hoeverre speelt dit een rol in de interactie tussen de accountant en zijn/haar cliënt? Dit werpt een aantal vragen op:
Vervolgens kan worden onderzocht of de rol van regelgevers en toezichthouder van invloed is op de besluitvorming door accountants:
Ten slotte kan analoog aan het onderzoek van
N. van der Meer RA EMA Msc – Niels is PhD student aan de Rijksuniversiteit Groningen en daarnaast als Assistant Manager verbonden aan KPMG.
Prof. dr. D.A. de Waard RA MA – Dick is als hoogleraar Auditing en opleidingsdirecteur van de Executive Master of Accountancy verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en als buitengewoon hoogleraar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen aan de University of Curaçao dr. Moises da Costa Gomez.
Managementbeslissingen die direct impact hebben op de cashflows van de onderneming, zoals het uitstellen van investeringen of het verruimen van kredietvoorwaarden voor klanten.