Research Article |
Corresponding author: Arjan Brouwer ( arjan.brouwer@pwc.com ) Corresponding author: Kavita Nandram ( kavitanandram@hotmail.com ) Academic editor: Anna Gold
© 2023 Arjan Brouwer, Kavita Nandram.
This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY-NC-ND 4.0), which permits to copy and distribute the article for non-commercial purposes, provided that the article is not altered or modified and the original author and source are credited.
Citation:
|
In dit onderzoek gaan wij aan de hand van een experiment en vragenlijst die is uitgezet onder beleggers en opstellers van het geïntegreerde jaarverslag na wat de invloed is van assurance over niet-financiële informatie in het geïntegreerde jaarverslag op de beslissingen van beleggers en opstellers. De resultaten van het onderzoek suggereren dat beleggers geen onderscheid onderkennen tussen de mate van assurance die verstrekt is bij de niet-financiële informatie in het geïntegreerde jaarverslag. Opstellers lijken impressiemanagement toe te passen middels het weglaten van niet-financiële KPI’s met een negatieve performance als er geen assurance verstrekt wordt over het geïntegreerde jaarverslag. Opstellers passen ook impressiemanagement toe door de vorm waarin zij informatie in het geïntegreerde jaarverslag presenteren en assurance heeft daar geen invloed op.
Impressiemanagement, geïntegreerde verslaggeving, assurance
Met de komst van de CSRD en de assuranceverplichting daarbij is het relevant om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop beslissingen door beleggers en opstellers van geïntegreerde verslaggeving worden beïnvloed door externe assurance over duurzaamheidsinformatie.
In de afgelopen jaren zijn diverse stappen gezet die zijn gericht op betere niet-financiële verslaggeving. Voor Europese ondernemingen is de invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) daarvan de belangrijkste. Dit wordt door sommigen gezien als een van de belangrijkste wijzigingen in verslaggeving sinds de invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS) (
De CSRD verplicht bedrijven om uitgebreid te rapporteren over duurzaamheid, zowel met betrekking tot de impact die duurzaamheidsaspecten hebben op de onderneming als de impact die die de onderneming heeft op de samenleving. Door de CSRD zullen bedrijven uitgebreider en op meer gestandaardiseerde wijze moeten rapporteren over hun duurzaamheidsinformatie. Om de betrouwbaarheid van de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie te vergroten, zal er verplicht onderzoek gedaan moeten worden door een onafhankelijke derde (bijvoorbeeld de externe accountant). Die moet bij de informatie in eerste instantie een beperkte mate van zekerheid geven en in de nabije toekomst waarschijnlijk een redelijke mate van zekerheid (
Daarom is het interessant om inzicht te krijgen in de relevantie van externe assurance over duurzaamheidsinformatie. In dit onderzoek zullen wij ingaan op de uitdagingen en eventuele voordelen van het verkrijgen van assurance over niet-financiële informatie in het jaarverslag. Vervolgens gaan wij na wat de invloed is van assurance over niet-financiële informatie in het geïntegreerde jaarverslag op de beslissingen van beleggers en opstellers. Dit hebben wij gedaan door middel van het uitvoeren van een experiment onder beleggers en opstellers van het jaarverslag (bedrijven), waarbij wij ook een vragenlijst aan hen hebben voorgelegd.
Niet-financiële, duurzaamheids-, integrated of Environmental, Social, Governance (ESG) verslaggeving – dit zijn allemaal verschillende omschrijvingen die te herleiden zijn naar een rapportagevorm waarbij er niet alleen aandacht is voor de financiële prestaties, maar ook voor een bredere vorm van waardecreatie. Voorbeelden van ESG-onderwerpen zijn onder andere klimaatverandering, diversiteit en inclusie, mensenrechten en kwaliteit van het bestuur.
De niet-financiële verslaggeving van bedrijven varieert afhankelijk van de grootte, het volwassenheidsniveau van het bedrijf, de bereidheid van het management om daadwerkelijk transparant te zijn, de complexiteit van bedrijfsprocessen, strategische planning, organisatiestructuur en de belangen van partijen (
Niet-financiële verslaggeving was de afgelopen jaren vrijwillig. Met de komst van het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie (Europees Parlement 2014) (NFI-Richtlijn) kwam daar verandering in en moeten grote organisaties van openbaar belang (OOB’s) sinds boekjaar 2017 in het bestuursverslag rapporteren over hun beleid, risico’s en prestaties over milieu, sociale en personeelsaangelegenheden, diversiteit, eerbiediging van mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping. Deze lijn is verder doorgezet met de introductie van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) (
De Europese regels over duurzaamheidsrapportage en de assurance daarbij zorgen voor een gelijk speelveld voor ondernemingen die in de verschillende Europese lidstaten zijn gevestigd. Echter, beleggers geven vaak aan dat de geïntegreerde jaarverslagen niet consistent en onvolledig zijn. Volgens hen passen bedrijven geïntegreerde verslaggeving toe als een vorm van ‘window-dressing’ of ‘greenwashing’ (
Onder de bestaande NFI-Richtlijn is er geen systematisch vereiste voor bedrijven om externe zekerheid te verkrijgen over hun duurzaamheidsinformatie. Als geen afzonderlijke opdracht is verstrekt om deze informatie van zekerheid te voorzien, voert de accountant op deze informatie slechts de in artikel 2:391 lid 3 BW en ISA 720 beschreven werkzaamheden uit. Kort gezegd komt het erop neer dat de accountant vaststelt dat de wettelijk vereiste informatie is opgenomen, dat het bestuursverslag met de jaarrekening verenigbaar is en dat de informatie in het bestuursverslag niet in strijd is met de bij de jaarrekeningcontrole opgedane kennis en begrip. Dit staat in schril contrast met hun financiële informatie, waar wel een controle door een externe accountant op wordt uitgevoerd. Met de invoering van de CSRD zal dit veranderen. Op grond van de CSRD is er een vereiste voor de wettelijke accountant van het bedrijf, een andere accountant (lidstaatoptie) of een onafhankelijke assurance-dienstverlener (IASP) (lidstaatoptie), om beperkte zekerheid te bieden over de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie van een onderneming. Er is de mogelijkheid om in een later stadium over te gaan naar een redelijke mate van zekerheid.
Assurance over de niet-financiële informatie draagt bij aan de betrouwbaarheid van de gerapporteerde informatie en aan het vertrouwen dat stakeholders hebben in de informatie en het bedrijf (
De geloofwaardigheid van de informatie in het rapport wordt groter ervaren wanneer deze wordt verstrekt door een externe accountant (Hodge 2001;
Er zijn echter ook een aantal uitdagingen bij het verstrekken van assurance over niet-financiële informatie. In 2018 heeft Accountancy Europe onderzoek gedaan naar de behoefte aan assurance over niet-financiële informatie. Uit dat onderzoek blijkt dat er diverse door de IAASB (2018) ontworpen Standaarden gehanteerd kunnen worden bij assuranceopdrachten (3000, 3400, 3402, 3410 en in Nederland NV COS 3810N). Assurance providers moeten bij het verstrekken van assurance dus een keuze maken welke standaard zij hanteren. Daarbovenop komt, zoals hierboven al vermeld, dat de assurancewerkzaamheden met verschillende maten van zekerheid (beperkte mate, redelijke mate en een combinatie van beide) kunnen worden uitgevoerd. Ook zijn er verschillen zichtbaar in het onderzoeksobject, dat kan variëren van het volledige verslag tot specifiek geselecteerde informatie-elementen.
Daarnaast is er de uitdaging dat de assuranceopdracht zowel door een externe accountant kan worden uitgevoerd als door een specialist, die geen accountant is. De specialisten kunnen daarbij gebruik maken van andere standaarden (o.a. AA1000 Assurance Standards, ISO 14064-3 Greenhouse gases of andere standaarden). Dit kan voor de gebruikers van de informatie verwarrend zijn, omdat zij geen duidelijk inzicht hebben in het verschil tussen alle standaarden en de toegevoegde waarde van de assuranceverklaring (
Andere uitdagingen zijn het toepassen van professionele oordeelsvorming bij niet-financiële of toekomstgerichte informatie, ondernemingen die verschillende volwassenheidsniveaus hebben voor de niet-financiële informatie in hun verslaggeving en gebruikmaken van verschillende raamwerken in hun niet-financiële verslaggeving (
Ook de onzekerheid over toekomstige informatie, zoals strategie en schattingen, het optreden van problemen die buiten het bedrijf liggen (bijv. de aanvoer van grondstoffen), rapportage waarin het verband met de prestaties van het bedrijf niet worden benadrukt en de impact van technologie, vormt een uitdaging.
Het verstrekken van assurance over niet-financiële informatie is door deze uitdagingen dus ingewikkelder dan de controle van financiële informatie. De concepten en assurancestandaarden zijn nog steeds in ontwikkeling. Het is dus van belang voor regelgevers, bedrijven en stakeholders om de waarde en de beperkingen van assurance te onderkennen (
Zoals hiervoor aangegeven draagt assurance over de niet-financiële informatie bij aan de betrouwbaarheid van de gerapporteerde informatie en aan het vertrouwen dat stakeholders hebben in de informatie en het bedrijf (
Om betekenisvol te zijn en informatieasymmetrie te verminderen, is het van belang dat gebruikers van niet-financiële informatie deze geloofwaardig en betrouwbaar vinden (
Om inzicht te verkrijgen in de impact van assurance hebben we 101 Nederlandse beleggers en investeerders vragen voorgelegd naar aanleiding van een fictieve casus over het geïntegreerde jaarverslag van een onderneming en de assurance daarbij. We hebben de doelgroep benaderd via de Vereniging van Beleggers en Analisten (VBA), Vereniging van Effectenbezitters (VEB), Vereniging van Beleggers en Duurzame Ondernemers (VBDO) en het CFA-instituut Nederland. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 56 jaar en zij hadden gemiddeld 20 jaar werkervaring. De populatie bestaat voor 84% uit mannen en voor 16% uit vrouwen. De 101 beleggers en investeerders zijn random ingedeeld in een van de drie condities (geen assurance, beperkte mate van zekerheid en redelijke mate van zekerheid). Daarin is geen onderscheid gemaakt naar soort belegger of investeerder.
We hebben aan de deelnemers van het experiment gevraagd of zij bij het lezen van het jaarverslag van een onderneming hebben opgemerkt met welke mate van zekerheid de assurance opdracht over de niet-financiële informatie is uitgevoerd. Daarnaast hebben wij hun gevraagd hoe belangrijk zij het vinden dat een onafhankelijke derde zekerheid verstrekt bij de niet-financiële informatie in het verslag.
Het aantal insitutionele beleggers en investeerders dat heeft deelgenomen aan het experiment is ongeveer gelijk en daarom spreken wij in dit onderzoek van beleggers als het gaat om gebruikers van niet-financiële informatie in het geïntegreerde jaarverslag. Wij hebben daar verder geen onderscheid in aangebracht in de methodiek en analyse.
Uit Tabel
Beschrijvende statistiek, belang van de mate van assurance volgens beleggers.
Redelijke mate van zekerheid | Beperkte mate van zekerheid | Geen assurance | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
N | % | N | % | N | % | |
Totaal populatie | 34 | 100% | 34 | 100% | 33 | 100% |
Niveau van assurance over niet-financiële informatie juist onderkend | 23 | 68% | 17 | 50% | 22 | 67% |
Gem. | Gem. | Gem. | ||||
De mate van assurance bepaalt het gewicht dat ik geef aan deze informatie bij het maken van mijn investeringsbeslissing | 41.44 | 40.18 | 51.03 | |||
Beoordeling huidige prestaties | 76 | 77.03 | 74.21 | |||
Investeringsbereidheid | 67.18 | 70.44 | 65.70 | |||
Toekomstverwachtingen | 68.32 | 70.85 | 70.82 |
Verder blijkt uit Tabel
Beleggers beoordelen de huidige prestaties en toekomstverwachting gemiddeld het hoogst in de conditie waarin er een beperkte mate van zekerheid door de externe accountant verstrekt is over de niet-financiële informatie. Op basis van de beschrijvende statistiek in Tabel
De legitimiteitstheorie suggereert dat bedrijven duurzaamheidsverslagen gebruiken als een legitimerend instrument om aan belanghebbenden en de samenleving te laten zien dat hun activiteiten en gedrag binnen de geaccepteerde normen vallen (
In veel literatuur op het gebied van milieurapportage is onderzocht of bedrijven milieu-informatie strategisch openbaar maken (
Vanuit gedragswetenschappelijk perspectief zou assurance door een externe accountant het gedrag van managers kunnen beïnvloeden. Dit wordt verklaard door de beredeneerde actiebenadering (
Om inzicht te verkrijgen in de impact van assurance op de beslissingen van opstellers hebben we 163 opstellers vragen voorgelegd over te rapporteren niet-financiële informatie op basis van een tweede casus. De participanten zijn deeltijdstudenten in de executive master Finance and Control aan verschillende universiteiten in Nederland en leden van de Vereniging van Register Controllers (VRC). De gemiddelde leeftijd is 38 jaar en zij hebben gemiddeld 14 jaar werkervaring. Wij hebben gekozen voor controllers, omdat zij vaak de data voor het jaarverslag aanleveren. De populatie bestaat voor 76% uit mannen, voor 22% uit vrouwen en 2% heeft geen gender ingevuld.
De deelnemers zijn random toebedeeld aan de conditie waarin er wel en de conditie waarin er geen assurance verstrekt is over de niet-financiële informatie in het geïntegreerde jaarverslag. De treatment in dit experiment is het meedelen van de prestaties en het behalen van de doelstellingen. De opstellers van het rapport hebben wij twee keer gevraagd om te beslissen welke niet-financiële kritieke prestatie indicatoren
Uit Tabel
Aantal door de opstellers geselecteerde positieve en negatieve niet-financiële KPI’s bij wel respectievelijk geen assurance.
Assurance | Asymp. sig. (2-tailed) | Geen assurance | Asymp. sig. (2-tailed) | |
---|---|---|---|---|
N | N | |||
Niet-financiële KPI’s met een positieve performance – voordat respondenten weten wat de performance is | 459 | 491 | ||
Niet-financiële KPI’s met een positieve performance – nadat respondenten weten wat de performance is | 408 | 451 | ||
Verschil | (51) | (50) | ||
(11%) | Z = -3.396; p < .001* | (10%) | Z = -2.787; p = .005** | |
Niet-financiële KPI’s met een negatieve performance – voordat respondenten weten wat de performance is | 228 | 252 | ||
Niet-financiële KPI’s met een negatieve performance – nadat respondenten weten wat de performance is | 233 | 229 | ||
Verschil | 5 | (23) | ||
+2% | Z = -0.435; p = .663 | (9%) | Z = -1.753; p = .08*** | |
Niet-financiële KPI’s met een hoge kans op behalen target – voordat respondenten weten wat de kans is op het behalen van de target | 459 | 491 | ||
Niet-financiële KPI’s met een hoge kans op behalen target – nadat respondenten weten wat de kans is op het behalen van de target | 416 | 455 | ||
Verschil | (43) | (36) | ||
(9%) | Z = -3.242; p = .001** | (7%) | Z = -2.594; p = .009** | |
Niet-financiële KPI’s met een lage kans op behalen target – voordat respondenten weten wat de kans is op het behalen van de target | 228 | 252 | ||
Niet-financiële KPI’s met een lage kans op behalen target – nadat respondenten weten wat de kans is op het behalen van de target | 228 | 223 | ||
Verschil | 0 | (29) | ||
0% | Z = -0.04; p = .968 | (12%) | Z = -2.287; p = .022*** |
Hoewel opstellers op een schaal van 0-100 (strongly disagee – strongly agree) gemiddeld een score van 25 geven op de vraag of de wetenschap dat een onafhankelijke derde assurancewerkzaamheden uitvoert hun keuze van de te rapporteren niet-financiële KPI’s heeft beïnvloed, en een gemiddelde score van 19 op de vraag of ze hun keuze willen heroverwegen nu ze weten dat een onafhankelijke derde assurancewerkzaamheden uitvoert, laten de resultaten wel zien dat er in de ‘geen assurance’ situatie vaker voor wordt gekozen om niet-financiële KPI’s die een negatief beeld geven, weg te laten uit het verslag. Assurance zou hier een disciplinerende werking kunnen hebben op het gebalanceerd rapporteren van positieve en negatieve niet-financiële informatie.
Uit de Wilcoxon signed rank test blijkt dat de opstellers statistisch significant vaker niet-financiële KPI’s met een positieve performance weglaten uit het verslag als er geen assurance door een onafhankelijke derde is op het geïntegreerde jaarverslag (Z = -2.787; p = .005). In de situatie dat er wel assurance door een onafhankelijke derde verstrekt wordt en de opstellers hiervan op de hoogte zijn, laat de test ook zien dat niet-financiële KPI’s met een positieve performance statistisch significant vaker worden weggelaten uit het verslag (Z = -3.396; p < .001)
Uit de Wilcoxon signed rank test blijkt echter ook dat de opstellers statistisch significant vaker niet-financiële KPI’s met een negatieve performance weglaten uit het verslag als er geen assurance door een onafhankelijke derde is op het geïntegreerde jaarverslag (Z = -1.753; p = .08). In de situatie dat er wel assurance door een onafhankelijke derde verstrekt wordt en de opstellers hiervan op de hoogte zijn, laat de test zien dat er vaker voor gekozen wordt om niet-financiële KPI’s met een negatieve performance wel op te nemen in het geïntegreerde jaarverslag, maar dit is niet statistisch significant (Z = -0.435; p = .663)
Vervolgens hebben we een Kruskal-Wallis test uitgevoerd om vast te stellen of de bevindingen ook standhouden voor het rapporteren van targets met een lage verwachting dat het gehaald zal worden. De testuitslag laat zien dat opstellers statistisch significant vaker niet-financiële KPI’s weglaten uit het geïntegreerde jaarverslag als er een lage kans is dat de target behaald zal worden en er geen assurance door een onafhankelijke derde wordt uitgevoerd (H(1) = 2.819; p = .093). De test is uitgevoerd ten opzichte van de situatie dat er wel assurance door een onafhankelijke derde werd verricht over het geïntegreerde jaarverslag. Assurance door een onafhankelijke derde leidt dus tot minder impressiemanagement met betrekking tot het weglaten uit het geïntegreerde jaarverslag van niet-financiële KPI’s waarvoor de target niet gehaald zal worden.
Naast de keuze voor het al dan niet rapporteren van een niet-financiële KPI is een meer subtiele manier van impressiemanagement het meer of minder prominent presenteren van bepaalde niet-financiële KPI’s. Als impressiemanagement wordt toegepast, wordt verwacht dat deelnemers eerder geneigd zijn om positieve prestaties op niet-financiële KPI’s in een meer prominente vorm in het rapport te presenteren dan negatieve niet-financiële KPI’s (Beattie and Jones 1992). We hebben deelnemers gevraagd om per niet-financiële KPI aan te geven of ze de prestatie op die niet-financiële KPI in prominente visuele vorm (tabel/grafiek) of in een niet-prominente tekstuele vorm (kwalitatief/gekwantificeerd) openbaar willen maken. De resultaten zijn opgenomen in Tabel
Prominente presentatie positieve en negatieve niet-financiële KPI’s bij wel respectievelijk geen assurance.
Assurance | Geen assurance | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Prominent | Niet-prominent | Asymp. Sig. (2-tailed) | Prominent | Niet-prominent | Asymp. Sig. (2-tailed) | Prominent | Niet-prominent | |
Niet-financiële KPI’s met een positieve performance | 32.62% | 16.17% | Z = -3.895 p < .001* | 32.94% | 16.53% | Z = -3.901 p < .001* | -0.32% | -0.36% |
Niet-financiële KPI’s met een negatieve performance | 23.21% | 18.14% | Z = -1.131 p = .258 | 22.62% | 16.67% | Z = -1.552 p = .121 | 0.59% | 1.47% |
Verschil | 9.41% | -1.97% | p = .002** | 10.32% | -0.14% | p = .046** | -0.91% | -1.83% |
Uit Tabel
In dit onderzoek zijn wij ingegaan op de uitdagingen en eventuele voordelen van het verkrijgen van assurance over niet-financiële informatie in het jaarverslag. Vervolgens zijn wij nagegaan wat de invloed is van assurance over niet-financiële informatie in het geïntegreerde jaarverslag op de beslissingen van beleggers en opstellers. Dit hebben wij gedaan aan de hand van een experiment en vragenlijst die is uitgezet onder beleggers en opstellers van het jaarverslag (bedrijven).
De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn:
Dit zijn interessante bevindingen, met name in het licht van de CSRD waarin is opgenomen dat een onafhankelijke derde de betrouwbaarheid van de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie dient vast te stellen. Deze onafhankelijke derde moet bij de informatie in eerste instantie een beperkte mate van zekerheid geven en in de nabije toekomst waarschijnlijk een redelijke mate van zekerheid. De resultaten uit ons onderzoek tonen aan dat beleggers geen onderscheid onderkennen tussen de mate van assurance over de niet-financiële informatie in het verslag bij het maken van investeringsbeslissingen.
Assurance leidt wel tot een betrouwbaardere rapportage, daar het bijdraagt aan minder impressiemanagement met betrekking tot de volledigheid en transparantie van de gerapporteerde informatie. Interessant is dat bedrijven impressiemanagement met name toepassen door de vorm waarin ze informatie presenteren en dat assurance door een onafhankelijke derde daar geen invloed op heeft. Deze bevinding kan een indicatie zijn dat externe assuranceverstrekkers bij hun assuranceopdracht ook meer aandacht moeten besteden aan de vorm waarin bedrijven informatie presenteren.
Een beperking in dit onderzoek is dat er bij het onderdeel dat betrekking heeft op de opstellers geen onderscheid gemaakt is tussen vrijwillige of verplichte assurance en de mate van assurance, terwijl assurance in de toekomst verplicht zal worden. Bij vervolgonderzoek kan worden nagegaan of de mate van assurance en de assuranceverplichting conform de CSRD invloed heeft op de opstellers van het geïntegreerde jaarverslag. Daarnaast hebben niet alle deelnemers in dit onderzoek ervaring met het opstellen van geïntegreerde jaarverslagen. Dit is een tekortkoming in het onderzoek. Bij toekomstig onderzoek zou kunnen worden nagegaan hoe opstellers met ervaring omgaan met bepaalde keuzes ten aanzien van het jaarverslag. Een mogelijke tekortkoming in de methodiek van het onderzoek onder gebruikers van het geïntegreerde jaarverslag is dat er geen onderscheid gemaakt is tussen institutionele beleggers en andere investeerders. Bij vervolgonderzoek zou het onderscheid tussen institutionele beleggers en andere investeerders nader kunnen worden onderzocht.
Prof. dr. A.J. Brouwer RA – Arjan is partner bij PwC waar hij verantwoordelijk is voor het National Office (bureau vaktechniek). Tevens is hij als hoogleraar externe verslaggeving verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
P.K. Nandram MSc. RA – Kavita is Manager ESG Reporting bij Koninklijke Ahold Delhaize N.V. en programmadirecteur van de executive opleiding “ESG Academy” aan de Amsterdam Business School. Daarnaast is zij in de afrondende fase van een promotieonderzoek naar geïntegreerde verslaggeving aan de Universiteit van Amsterdam. Verder is Kavita actief lid van de werkgroep duurzaamheidsverslaggeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) en heeft zij ervaring als externe accountant bij PwC en als toezichthouder bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Een KPI is een meting of datapunt dat wordt gebruikt om de prestaties ten opzichte van een bepaald doel te meten.
Als robustness check hebben we de Wilcoxon signed-ranks test ook uitgevoerd op data met betrekking tot het rapporteren van de target. Uit Tabel
Als robustness check hebben we de Wilcoxon signed-ranks test ook uitgevoerd op data met betrekking tot het rapporteren van de target. Uit Tabel